HOTEL DE GROTE L - Sjoerd Kuyper (Lemniscaat)

'Zo'n dag was het: om grote plannen uit te voeren. Om kampioen te worden. Om verliefd te worden. Om je naam met een spuitbus op de maan te zetten.' Als je dit soort zinnen leest, weet je dat Sjoerd Kuyper bezig is geweest. In HOTEL DE GROTE L strooit hij er weer mee alsof het niks is. De blinkende stijl, maar ook het verhaal, de melancholie, de humor en de kolder - alle elementen die we kennen uit Kuypers vorige boeken zijn aanwezig. De verteller van dienst is Kos, die zijn moeder heeft verloren en wiens vader ook nog eens een hartaanval krijgt. Kos moet het familie-duinhotel samen met zijn drie zussen draaiende houden. Filmisch wordt dat, en grappig - uiteraard. Maar recht door zee wordt het ook, want Kos is dertien en liefde, seks en zoenen zijn niet veraf. HOTEL DE GROTE L is niet voor niets een suggestieve titel - hoewel het uiteindelijk (ook heel Kuyperiaans) ergens anders voor blijkt te staan dan dat waar iedereen aan denkt. Dit boek zet, heel vroeg in 2014 al, de standaard lekker hoog. Lezen dus, en snel!

APRIL IS DE WREEDSTE MAAND - Rindert Kromhout (Leopold)

Na SOLDATEN HUILEN NIET bleef de fascinatie van Rindert Kromhout voor de kinderen in de kunstenaarsgroep rond Virginia Woolf en Vanessa Bell levend. En dat is maar goed ook, want die fascinatie lezen we af aan het nieuwe boek, APRIL IS DE WREEDSTE MAAND, en net als bij het vorige boek wil je als lezer eigenlijk het liefst zelf op reis naar de plek waar het zich allemaal echt heeft afgespeeld. Dit keer wordt het verhaal van Angelica verteld, het jongste kind van Vanessa. Maar de verteller is, zoals in het eerste boek, haar broer Quentin. Knap van Kromhout is, dat hij alle figuren, alle biografische gegevens en verhalen soepel in zijn vertelling weeft en dat we nergens denken: eh... wie was dat ook alweer? Daarbij geeft hij een prachtig zintuiglijk beeld van de dreigende jaren waarin het drama van de zelfmoord van Woolf zich voltrok (het is ook nog eens oorlog) en laat hij zien wie die schrijvers en schilders waren die hun lichte, vrije kant willen vieren, maar toch ook voortdurend worden gehinderd door de donkerte van buiten én van binnen. Ik heb dit boek weer heel graag gelezen, en hoop dat Kromhouts fascinatie nog niet voldoende tot rust geschreven is.

HELD OP SOKKEN - Bette Westera en Thé Tjong-Khing (Gottmer)

Wat een lekker boek is HELD OP SOKKEN. Het verhaal op rijm van Bette Westera steunt geinig op het letterlijk nemen van de uitdrukking 'een held op sokken' en heeft de guitigheid, de vaart en de opgeruimdheid van het werk van Annie M. G. Schmidt. Daarmee heeft het trouwens ook de onberispelijke rijm- en ritmetechniek gemeen. Een tweede groot plezier doen de grote tekeningen van Thé Tjong-Khing. Zijn door de lucht tuimelende ridders, zijn kasteel-op-heuvel, zijn draak die aan zijn staart door een bos wordt gesleept: het is allemaal grandioos. Daarnaast is de enscenering steeds zo fijnzinnig: alles staat op de plek waar het moet zijn, alles is uitgebalanceerd, alles refereert aan klassieke opstellingen, maar doet tegelijk dynamisch aan. HELD OP SOKKEN is waar ik deze leestip mee begon: lekker. Lekker voor het oog, lekker voor het oor, lekker voor de glimlachende mond.