Eva en Ida - zij zijn de hoofdpersonen van dit nieuwe, verrassende boek van Koos Meinderts. Verrassend, omdat het zijn eerste jeugdroman is. Tegelijkertijd is het ook een ouderdomsroman - en ik zal het meteen maar zeggen: ik vond het een prachtig boek.
Ik vond het prachtig vanwege het verhaal dat ertoe doet (Ida heeft op haar vierentachtigste geen zin meer in het leven, en de zestienjarige Eva komt letterlijk op haar pad), het is prachtig vanwege de rustige plot, waardoor je steeds maar dóór wilt lezen (Eva fietst naar school en redt Ida van een spoorovergang - maar is het wel 'redden'?), het is prachtig vanwege de taal (zoals altijd bij Meinderts is die helder als glas, niet overdreven poëtisch, maar wel kleurrijk, én uitermate zorgvuldig), en het is prachtig vanwege de geloofwaardigheid (in de sterk gekozen details die zowel uit Eva's leven als uit Ida's leven gegeven worden trekt zich een overtuigend meisjes- alsook een overtuigend oude-dames-portret op).
En dan zijn er nog de details van dit boek, zoals de rustige bladspiegel, dat prachtige vogeltje dat getekend én beschreven door het verhaal trekt, en het allerontroerendste: Ida's toch-niet-laatste woorden als ze op de overweg staan: 'Dag, kauwtje' en hoe die voor de oplettende lezer later schitterend gespiegeld worden.
Een van de beste boeken van dit jaar, een boek dat zijn lezers en zijn hoofdpersonages serieus neemt, een boek dat keuzes durft te maken en tegelijkertijd verwarmt door Meinderts' mededogen.