Spannend uitgangspunt: Kester, een twaalfjarige jongen die niet kan praten zit opgesloten in zijn kamertje in een overduidelijk totalitair bestuurde instelling - in een totalitair bestuurd land. De dieren zijn uitgeroeid door een verschrikkelijke ziekte en de mensen leven in voortdurende quarantaine. Er is alleen nog wat ongedierte over. En dan stroomt er een bende wilde duiven Kesters kamer binnen. De duiven beginnen tegen hem te praten. En hij verstaat ze!
Zo begint HET LAATSTE WILD, een nieuwe fantasy-achtige trilogie. Maar wat voor een! Piers Torday is een geweldige verteller, en hij is vooral goed in het in taal tevoorschijn toveren van prachtig iconische scènes. waar ook nog andere dieren bij te pas komen dan alleen de duiven en de kakkerlak, met wie hij weleens praat. Van dit soort series wil je graag dat ze én grappig én spannend én ontroerend zijn, en HET LAATSTE WILD is dat allemaal. Een prachtige aanwinst voor de kinderliteratuur, van het kaliber Chaos-trilogie van Patrick Ness - en nu maar hopen dat deel twee (dat vorig jaar in Engeland met de Guardian Children's Fiction Prize bekroond werd!) snel vertaald wordt.
DE LAATSTE WILDE DIEREN werd vertaald door Aimée Warmerdam.