De tunnel is het nieuwste boek van Anna Woltz, een boek waar we naar uitkeken. Het is vóór jongeren en gáát over jongeren, net als
Honderd uur nacht. Het hoofdpersonage is de veertienjarige Ella die polio heeft gehad, daar een mank been aan over hield en een negenjarig broertje heeft, Robbie, die geen nacht van haar zijde waakt, want hij weet zeker: zonder hem kan Ella niet ademen. Dat is een prachtig, poëtisch en warm-menselijk gegeven, en daar zit
De tunnel vol mee. Het boek gaat niet alleen over Ella en Robbie, maar ook over de straatschooier Jay en het levendige, brutale meisje Quinn, die opgegroeid is met rijke ouders en nu het leven volledig wil leven.
Leven, daar draait het hele boek om - het speelt in Londen in 1940, en dan vooral in de metrogangen, waar mensen 's nachts op de perrons slapen omdat de stad wordt gebombardeerd.
Woltz schrijft weer zo soepel als altijd. Ze opent op vrijwel elke bladzijde kiertjes waardoor we in de ziel van deze jongeren en kinderen kunnen kijken. Dat doet ze - ook erg des Woltz' - in een filmisch decor en met een filmische buiteling van gebeurtenissen. Het zal er hard aan toe gaan voor deze vier, maar het hele verhaal wikkelt zich om dat wat het leven voortdrijft: liefde, vriendschap, waarheid en moed. Met een speciale vermelding voor het heel mooie schetsen van het belangrijkste bijpersonage (Sebastian, de oudere broer van Quinn) stel ik het hier nogmaals vast: Woltz is een geweldige auteur. En De tunnel getuigt daar opnieuw van.
232 pagina's, leeftijd: 12+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.