dinsdag 24 juni 2014

TRUBBEL DE TROL - Reggie Naus (Ploegsma)

Spookjes en vampieren: we vinden ze vaker in kinderboeken dan trollen. We zijn geen Noren, Zweden of Finnen, die met deze bosgeesten veel beter bekend zijn. Maar TRUBBEL DE TROL voert naast de kinderen Pepijn en Sanne die met hun vader in zo'n Scandinavisch bos gaan wonen gelukkig wel een vrolijk trollenkind (van 200 jaar) op. Het is een geestig persoontje, die Trubbel. Hij spreekt mensentaal, maar ook de taal van Sanne's parkiet (een erg geinige episode). Sowieso is TRUBBEL DE TROL een aanstekelijk boek. In een vrolijk tempo, en in prettig verzorgde zinnen, sluist Naus ons door een grappig avonturenverhaal. De tekeningen van Kees de Boer zijn al even perfect voor dit nonsensicale, en ronduit lekkere begin van een serie (naar ik hoop!).

zaterdag 14 juni 2014

MIO, MIJN MIO - Astrid Lindgren (Ploegsma)

Herlezen van Dahl, Schmidt, Biegel en Lindgren: het is als je pols zoeken, om weer even te weten dat je hart daadwerkelijk klopt. Voor een kinderboekenschrijver is het een herinnering aan de diepte achter het dagelijks werken aan nieuwe boeken, met al hun deadlines, promotieteksten en rechtenpercentages.
Het was erg fijn om MIO, MIJN MIO te herlezen. In het archetypische verhaal is het weesjongetje Bosse plotseling Mio, de enige zoon van de koning van het Land in de Verte. De jongen die op weg gaat met een gouden appel in zijn hand als teken, die vrienden zal vinden, en een paard, en een taak: de nare ridder Kato verslaan.

Het is alsof dit verhaal de opmaat was voor Lindgrens latere, magistrale DE GEBROEDERS LEEUWENHART. Ook hier is de tegenstander al werkelijk huiveringwekkend: hij rukt met zijn stalen vuist harten uit. Ook hier gaat het om handelen op het moment dat het erop aankomt, al durf je niet. Ook hier gaat het om de troostende kracht van echte vriendschap.
Een opmaat, omdat MIO, MIJN MIO minder veelomvattend is, en de schrijfster de grote gebeurtenissen in heel wat minder pagina's afhandelt. Het is minder 'een wereld om in te wonen' dan DE GEBROEDERS LEEUWENHART, maar het heeft wel die zuigkracht al, de capaciteit om voorgelezen kinderen naar het verhaal te trekken, in stilte en in spanning, en in het besef: dit gaat ergens om. Voor een volwassen lezer (of schrijver) is de bedding het mooist, een bedding die Lindgren bijna onaangeraakt laat, en daardoor des te subtieler onder het verhaal ligt: het idee dat die arme Bosse op zijn droevige bankje in het park dit alles misschien wel bijeengedroomd heeft.
Ik heb mijn pols weer mogen voelen, en verzucht hierbij: wat zou het fijn zijn om dit boek werkelijk sprookjesachtig geïllustreerd uitgegeven te zien - door bijvoorbeeld Marit Törnqvist. Wolf Erlbruch. Carll Cneut.
 

FRANKY - Leo Timmers (Querido)

De verschijning van het nieuwe prentenboek van Leo Timmers is een jaarlijks hoogtepunt. Bij FRANKY is dat niet anders. Dit keer gaat het over een jongetje dat zo van ruimtewezens houdt, dat hij zijn eigen ruimterobot bouwt. De ouders van het jongetje geloven niet in het bestaan van aliens, maar dan is Franky er, het gebouwde nieuwe robotvriendje, en Franky's familie.
In een schitterende vormgeving van Maarten Deckers beweegt zich Timmers' beeld tegen een strakke, witte achtergrond. Daardoor komen alle raketjes, bouwseltjes, parachuutjes en natuurlijk zijn gebruikelijke vogeltjes (gelukkig zijn ze er weer!) helder uit. De composities zijn speels en uitgekiend tegelijk - dat kan bij Timmers. Dat overal op een gelukkige manier over is nagedacht blijkt bijvoorbeeld aan de positie en de kleur van de tekstballonnen, ook die blijken een beeldelement in de enscenering te zijn.
Zeer aantrekkelijk weer, dit boek, en al helemaal als je denkt aan het voorlees- en kijk-geluk van al die kleine jongetjes en meisjes die hartstochtelijk van schroefjes, moertjes, ruimtewezens, techniek en hun eigen ET'tjes en Wall-E's houden.

LANG ZAL ZE LEVEN - Koos Meinderts (De Fontein)

Eva en Ida - zij zijn de hoofdpersonen van dit nieuwe, verrassende boek van Koos Meinderts. Verrassend, omdat het zijn eerste jeugdroman is. Tegelijkertijd is het ook een ouderdomsroman - en ik zal het meteen maar zeggen: ik vond het een prachtig boek.
Ik vond het prachtig vanwege het verhaal dat ertoe doet (Ida heeft op haar vierentachtigste geen zin meer in het leven, en de zestienjarige Eva komt letterlijk op haar pad), het is prachtig vanwege de rustige plot, waardoor je steeds maar dóór wilt lezen (Eva fietst naar school en redt Ida van een spoorovergang - maar is het wel 'redden'?), het is prachtig vanwege de taal (zoals altijd bij Meinderts is die helder als glas, niet overdreven poëtisch, maar wel kleurrijk, én uitermate zorgvuldig), en het is prachtig vanwege de geloofwaardigheid (in de sterk gekozen details die zowel uit Eva's leven als uit Ida's leven gegeven worden trekt zich een overtuigend meisjes- alsook een overtuigend oude-dames-portret op).
En dan zijn er nog de details van dit boek, zoals de rustige bladspiegel, dat prachtige vogeltje dat getekend én beschreven door het verhaal trekt, en het allerontroerendste: Ida's toch-niet-laatste woorden als ze op de overweg staan: 'Dag, kauwtje' en hoe die voor de oplettende lezer later schitterend gespiegeld worden.
Een van de beste boeken van dit jaar, een boek dat zijn lezers en zijn hoofdpersonages serieus neemt, een boek dat keuzes durft te maken en tegelijkertijd verwarmt door Meinderts' mededogen.