zaterdag 27 juli 2013

ALEX EN DE DUX VAN HET ZUIDEN - Ellis Flipse (Davidsfonds Infodok)

Elk tweede jaar wordt in Vlaanderen de Zoute Zoen uitgereikt: een prijs voor het beste jeugdboekenmanuscript. Afgelopen jaar mocht ik in de jury van deze wedstrijd zitten. We lazen heel wat goedbedoelde en in aanzet interessante verhalen, maar het sterkst was toch het nu verschenen ALEX EN DE DUX VAN HET ZUIDEN. Het is een boek in De Grijze Jager-traditie, waarin de jonge Alex dapper moet leren zijn. Hij moet op een zoektocht, inclusief krijgerstraining en gelukkig ook inclusief twee trouwe vrienden. Daarmee zijn heel wat herkenbare elementen van dit soort boeken aanwezig, en debutante Ellis Flipse werkt ze sterk uit. Een tip voor (met name) jongens, want in ALEX EN DE DUX VAN HET ZUIDEN, met het mooie element van het 'duiden' dat Alex blijkt te kunnen, is het spannend lezen. Hopelijk maakt Flipse nog een tweede deel.

Een trailer voor het boek is hier te zien.

BOER BORIS GAAT NAAR ZEE - Ted van Lieshout en Philip Hopman (Gottmer)

Vorig jaar al een van de heerlijkste kinderboeken (BOER BORIS), over een tijdje deel drie, en nu deel twee: BOER BORIS GAAT NAAR ZEE. Wat een superserie! Het verhaal op rijm van Ted van Lieshout is aanstekelijk en nodigt elk kind uit om mee te lezen, om mee te reciteren, om de lol van het ritme en de herhalingen te ontdekken, en biedt ook nog eens een ontroerend mooi einde. De tekeningen van Philip Hopman zijn uitermate penseelwaardig: het jongetje dat Boer Boris is, vertrekt op zijn trekker naar de zee, en dat inspireert Hopman tot prachtig opgebouwde platen. De kijklijnen zijn spannend, de kleuren zijn raak en op elke spread is ook de nijlpaardknuffel én de kat én de hond én het muisje van Boris te zien, en wat zijn die kippen prachtig en o, dan is er nog die ongelooflijk mooie dubbele pagina waarop we de dieren en vrienden van Boris zien van ónderen, zwemmend in zee. Dit prentenboek is geweldig en let op: BOER BORIS wordt een klassieker.

WAAIDORP TWEE - Annie M.G. Schmidt en Mance Post (Querido)

Teruglezen in de tijd deel twee. O, wat kun je gelukkig worden van het ontdekken van oudere boeken. In de jaren zeventig schreef Annie M.G. Schmidt verhalen voor een leesmethode. De verhalen speelden zich af in het denkbeeldige dorpje Waaidorp. De verhalen - in totaal in acht afleveringen, in dit boek zijn de laatste vier gebundeld - lopen op qua moeilijkheidsgraad. Elk verhaal is opgebouwd uit episodes én uit liedjes. Liedteksten eigenlijk. De verhalen zijn fan-tas-tisch. Ze zijn dagelijks en brutaal, ze zijn grappig en herkenbaar, ze zijn alles wat je van zelf-leesteksten wilt. Zó wil je dat kinderen hun technische leesvaardigheden opdoen en niet via voorgeprogrammeerde in elkaar geknutselde wiskundig-op-niveau samengestelde pre-fab-breisels. Een even groot oplaaiend plezier bieden de tekeningen van Mance Post. In de stijl die we kennen van Kuijers Madeliefboeken zijn ze zowel precies als losjes. Deze serie biedt van beide grote dames het allerbeste. 

MEES KEES: BLOEDJELINK - Mirjam Oldenhave en Rick de Haas (Ploegsma)

Serieboeken - ze worden hogelijk gewaardeerd door kinderen, maar je leest er zelden recensies over. Dat is ook wel te begrijpen, recensenten hebben niet zoveel ruimte en dus is het maar goed dat ze vooral ook naar nieuwe initiatieven kijken, of naar boeken die het commercieel minder makkelijk hebben. Maar daarmee gaat soms de aandacht voor het ambacht van het boek-na-boek schrijven verloren. Iemand die de moeilijke kunst verstaat van het aantrekkelijk houden van een serie is Mirjam Oldenhave. Dit achtste deel over de stagiair Mees Kees en zijn klasje, bezit de twee vereisten die je aan een zoveelste deel wilt stellen, namelijk: herkenning én verdieping. De vertrouwde karaktertjes van Tobias, Sep en zijn vrienden en vriendinnen zijn er weer, er zijn goeie grappen en herkenbare schoolsituaties, maar aan de andere kant voert Oldenhave het onderliggende, doorgaande verhaal, de droevige thuissituatie van Tobias en dat wat Mees Kees voor Tobias probeert te doen, naar een nieuwe fase. Dit keer logeert Tobias zelfs bij Mees Kees thuis én durft de stagiair heel wat directer vragen te stellen over Tobias' vader. Dat is héél mooi gedaan. En daardoor voldoet Oldenhave knap aan wat het serieschrijven ook nog als eis stelt: ze maakt ons bijzonder nieuwsgierig naar het negende deel.

vrijdag 19 juli 2013

DE KINDEREN VAN HET ACHTSTE WOUD - Els Pelgrom (Querido)

Soms is het zo fijn: teruglezen in de tijd. Ik ken het oeuvre van Els Pelgrom vrij goed, maar om de een of andere reden had ik een van haar bekendste werken, DE KINDEREN VAN HET ACHTSTE WOUD, nooit gelezen. En het was nog wel de Gouden Griffel van 1978. Ik las het nu en het maakte me blij. Het verhaal gaat over Noortje en haar vader, die vanuit de beschoten stad Arnhem op zoek moeten naar een nieuwe plek om te wonen. Het is september 1944. Ze komen bij een gastvrij boerengezin terecht en in dit boek lezen we 'episodes' uit het leven tijdens de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog en de erop volgende bevrijding. Wat zo goed aan dit boek is, is de authenticiteit. Aan alles voel je hoe betrokken Pelgrom is, hoe precies ze wist waar ze over schreef. Daarnaast beviel me de structuur heel erg: geen uitgekookt plot dat je van a naar b naar c naar d leidt, maar een boek dat bijna meanderend verteld toch een heel compleet beeld geeft. Voor wie al zo hield van haar KLEINE SOFIE EN LANGE WAPPER, DE EIKELVRETERS en BOMBAAJ! is dit een extra parel aan de kroon. Jammer dat het boek niet meer in druk is (al is het wel als e-book verkrijgbaar!).

woensdag 17 juli 2013

JONGENS, HET ZIJN NET HUISDIEREN - Diane Messidoro (Gottmer)

Het is een populair genre: meisjesromans. Ze geven schoonheidstips tussen de regels door, ze laten zien hoe je met jongens (die moeilijk begrijpbare wezens) om moet gaan, er staan lijstjes in en verzuchtingen - en JONGENS, HET ZIJN NET HUISDIEREN is een boek dat perfect in deze genre-omschrijving past. Althans, in het begin.

De vijftienjarige Circe heeft twee beste vrienden, een jongen en een meisje, maar net die twee krijgen aan het begin van de zomer stevige verkering. Ze zoenen en zoenen en Circe voelt zich overbodig. Ze schrijft haar frustrtaies van zich af in een blog. Op dat blog wordt gereageerd door een onbekende vrouw, die gelukkig heel verstandig en wijs adviezen geeft aan Circe. Adviezen over jongens. Die je moet benaderen alsof ze een huisdier zijn. Vooral Rufus, die woeste, norse jongen, waar Circe haar net verworven tips misschien maar het beste op kan gaan oefenen. Omdat ze toch niks voor hem voelt.

Ja, met zo'n omschrijving lijkt de voortgang van het verhaal goed te voorspellen. Maar precies hier gaat de schrijfster op een mooie manier de diepte in. Zowel Circe en Rufus zijn niet ongeschonden door hun jeugd gekomen, en beiden willen die schade vooral wegstoppen. Beheerst en ontroerend leidt Messidoro ons naar het punt waarop er wél gepraat moet worden. En dan blijkt dit boek nog steeds in de genrebeschrijving te passen, maar het ook te overstijgen.

Dit boek werd vertaald door Jeanne Dauvillier.