zondag 28 maart 2021

WIE DOET ER MEE MET DE ZOMBIERACE? - Simon van der Geest, met tekeningen van Elly Hees (Querido)

We kennen Simon van der Geest natuurlijk van zijn prachtige kinderromans, Het werkstuk bijvoorbeeld, of het met een Gouden Griffel bekroonde Spinder. Maar af en toe verlegt hij zijn palet. Wie doet er mee aan de zombierace? is daarvan een prima voorbeeld. 

Dit boek is voor jongere kinderen dan zijn andere boeken en is geen realistische roman, maar een heerlijk lolverhaal over twee vrienden die een nachtelijk avontuur met dino's meemaken. Of nee: met zombiedino's. Wie doet er mee aan de zombierace? kwam uit in de serie Tijgerlezen en is een van de heerlijkste delen. 

De reeks, die op 'gelukkig leren lezen' is gericht, oftewel: écht leesplezier voor kinderen die nog niet heel goed kunnen lezen of er niet zo van lijken te houden, biedt met dit deel weer volop gein. Daarbij zit het verhaal soepel in elkaar, met plot-elementjes die zacht ploefend op hun plek vallen, en eindigt het zoals dit soort boeken moeten eindigen, namelijk met een fantastische over-de-top-actiescène met een tevredenstemmende slotbladzijde tot gevolg. Resultaat: Simon van der Geest laat weer eens zien wat hij allemaal kan en de beginnende lezers hebben er een toptitel bij. 

140 bladzijden, leeftijd: 7+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel of bestel het hier.

zaterdag 27 maart 2021

IK BEN FEDDE - An Rutgers van der Loeff (Ploegsma)

Vorig jaar ontdekte ik het werk van de schrijfster An Rutgers van der Loeff - en wát een ontdekking was dat! Ik deed er regelmatig verslag van, maar door omstandigheden trad er even een pauze in het lezen van haar verdere oeuvre op. Dat heb ik nu weer opgepakt, en wel met de jeudgroman Ik ben Fedde, die in 1972 verscheen en geschreven werd naar aanleiding van '50 jaar ondertoezichtstelling - 50 jaar kinderrechter'. 

Dat kon Rutgers van der Loeff als geen ander: een onderwerp aangereikt krijgen en er dan een volkomen eigen boek van maken. Ook Ik ben Fedde is weer behoorlijk verbluffend. Want: het is vooral een rauw boek. Van der Loeff schreef het toen ze zelf al aardig op leeftijd was, maar dat is nergens te merken. Over de research voor dit boek zei ze: 'Ik ben overdonderd door al wat op me af is gekomen tijdens de gesprekken met de kinderen, de ouders, de maatschappelijk werkers, de kinderrechters. Ik was er kapot van.' Die betrokkenheid toont ze in dit brutale en overrompelende portret van de achttienjarige Fedde, die, zoals een personage zegt: 'geen harde jongen is, maar er wel zijn best voor doet.' Hij is uit huis geplaatst, heeft van tehuis naar tehuis gezworven en moddert nu van baantje naar baantje, van meisje naar meisje, van wiet naar handelen in wiet en van slaapplek naar slaapplek. 

De aanpak van Rutgers van der Loeff is zo interessant: ze benadert Fedde van alle kanten. Soms zien we hem door de blik van een kinderrechter, soms vanuit hemzelf, soms door een meisje dat hij op de kermis treft. Soms ook door het lezen van de tekst van een rapport van wéér een instantie. Ook bijzonder: samen met het portret van Fedde krijgen we stukken vanuit andere onder toezicht gestelde jongeren. Ze hebben ergens een ontmoeting met Fedde, maar zijn soms ook niet meer dan een naam die hij zich herinnert. Door deze mozaïekaanpak komen we op een wervelende manier heel veel te weten van deze jongeren. Maar uitleggerig wordt het nergens, eerder is het een kwestie van goed opletten, omdat Rutgers van der Loeff niet geïnteresseerd is in lesjes, maar in beweging, gebeurtenissen, observaties van binnenuit. O, en denk maar niet dat ze zin heeft in het vermijden van dat wat voor een achttienjarige jongen van belang is (zo schrijft ze ergens, in de stream of consciousness die dit boek ook is, dat de jongen besluit even rustig aan te doen met seks: 'Dan maar een beetje selfhelp - daar kwam je dan ook wel mee klaar, voorlopig.') En denk ook maar niet dat de schrijfster voorziet in een fijne, liefdeszoete afloop voor iedereen...

Tenslotte: die schrijfstijl. Natuurlijk lezen we er nu vooral de taal van de tijd in, maar dat is alleen maar de verpakking. Lees bijvoorbeeld deze passage, zomaar ergens uit de tekst geplukt:

Omdat het te koud werd, liep hij naar beneden en de straat op. Buiten begon het al licht te worden. De hemel was een warreling van zachte tinten, van grijs tot lila, lichtblauw en roze. De zon ging natuurlijk op, maar dat zag je niet van hier. In de polder zou je het kunnen zien, vanaf het allereerste ogenblik, het allereerste ronde kapje dat boven kwam en dat behoorde oranje te zijn. Een oranje segmentje.

Dat oranje kapje! En dit is dan maar een zijdelingse observatie, die niet gaat over de harde strijd om het doorkomen van de dag. Nu ja, ik wil maar zeggen: Ik ben Fedde, een boek dat in Nederland niet eens geldt als een van Rutgers van der Loeffs bekendste boeken, maar waar ze wel de Deutscher Jugendliteraturpreis voor kreeg, was weer een kleine openbaring voor mij. Wat een schrijfdurf had deze vrouw.

158 pagina's, leeftijd: 15+. Dit boek is niet meer leverbaar, zoek het in een bibliotheek of tweedehands.  

zondag 21 maart 2021

WE VERTREKKEN VOORDAT HET LICHT IS - Wim Hofman (Querido)

Elke schrijver hoort in zijn oor een koor van schrijvers die het literatuurvuur in hem of haar ontstoken, geleid en bewaakt hebben: aartsvaders en oermoeders. Mijn moeders zal ik een andere keer benoemen, maar van mijn drie vaders (Kuijer, Biegel, Hofman) is Wim Hofman degene die dit jaar tachtig werd en van wie we als cadeau een onverslaanbaar boek hebben gekregen dat onlangs uitkwam bij het volwassen fonds van Querido: We vertrekken voordat het licht is. De ondertitel luidt Hofmans vertellingen, en het is geen boek voor kinderen, maar ik wil het hier graag vier meter de lucht in steken, want het is zonder enige twijfel het beste boek dat ik tot nu toe in 2021 gelezen heb. Het is trouwens zeker wél voor jongeren, zoals het ook voor ouderen is, want bij Hofman is ouder jonger en jonger ouder. Laten we zeggen dat dit een boek voor alle Hofmanianen is en dat ik vind dat we dat allemaal zouden moeten zijn.

Wie zoals ik de boeken van Hofman met honger gelezen en gegeten heeft (denk aan Koning Wikkepokluk de Merkwaardige zoekt een rijk, denk aan Wim, denk aan Aap en Beer, denk aan Het vlot, denk aan De dochters van de kolenboer, denk aan Ansje Vis en Matje Klop, denk aan Zwart als inkt) zal in dit nieuwe boek veel herkennen. We vertrekken voordat het licht is is een verzameling korte verhalen, schetsen, herinneringen en columns, en net als in zijn andere werk is het weer onweerstaanbare jutarbeid die Hofman verricht heeft. Hij vindt iets, bekijkt het van alle kanten en holt er daarna op een drafje mee naar ons toe en zegt: kijk dan, nee, beter kijken. Wormpjes en krabbetjes, schelpen en spijkers, maar ook de wonderlijke gedragingen van mensen (een herberghoudster op een berg in Frankrijk, een weeshuismoeder, de curator van een natuurhistorisch museum) blinken onder Hofmans jongensvergrootglas. Wie het leest voelt het licht om zich heen verhelderen, en dat bedoel ik tweezinnig: we zien beter en we zien vrolijker. 

Het boek begint met een geweldig verhaal over de hierboven al genoemde curator die op een dag een stagiaire in zijn museum op moet nemen. Ik hoop dat de Biesheuvelprijsjury van het komend jaar mijn mening zal delen dat die bekroning Hofman alleen voor dat verhaal al niet zou moeten ontgaan. Maar ook de absurde vertellingen, de paar gedichten uit de bundel en alle stukjes die Hofman voor de Provinciale Zeeuwse Courant schreef, vaak over al dan niet echt bestaande wonderlijke kriebeldiertjes, zijn stuk voor stuk geschikt om in te nemen ter verbetering van onze algemene monterheid. Of anders de droog geöbserveerde herinneringen aan de bombardementen op Vlissingen (Hofman was drie) en later aan de Watersnoodramp, of ook de hilarische beschrijving van het land Enland (hier zien we het schrijversplezier van de auteur van Koning Wikkepokluk terug, zo somt Hofman een hele reeks commissies op die er in dat land bestaan, de Commissie Duurzame Afvalscheiding en Regulering Overvloedige en Overbodige Lichaamssappen, de Mieren Hebben Kleine Pootjes Commissie, de Commissie van Haat als oplossing van de wereldvrede - ik citeer er maar een paar.) 

Dit boek is een viering op zichzelf. Het bevat trouwens ook een enkel voorbeeld van Hofmans beeldende werk, want ja, Wim Hofman kreeg zowel de Theo Thijssenprijs als de Max Velthuijsprijs. Maar waar deze rijkdom vooral toe oproept is het opnieuw gaan lezen van al zijn boeken en van bewondering van de ongelooflijke consistentie van zijn werk (zijn debuut Welwel de zeer grote tovenaar uit 1969 getuigt van dezelfde schrijversblik als bijvoorbeeld het absurde korte verhaal dat Kort verhaal heet en deze bundel afsluit), maar vooral vraagt het om meer. Om een voortgezet fijn leven voor Wim Hofman zelf, en voor zijn handen die hopelijk penselen en pennetjes blijven vasthouden.

240 pagina's, koop dit boek bij je lokale boekhandel of bestel het hier.

maandag 15 maart 2021

ZOMAAR EEN DAG, BIJ ZOMAAR EEN VIJVER - Bibi Dumon Tak & Anne-Lise Koehler en Eric Serre (Lannoo)

 

Terwijl wij ontbijten, werken, slapen, op de wii spelen, moeilijke boeken lezen en onmogelijke plannen maken vindt er elke dag in zoveel andere habitatjes een heel andere dagcyclus plaats. In Zomaar een dag, bij zomaar een vijver omschrijft Bibi Dumon Tak wat er rondom een vijver allemaal aan leven plaatsvindt. Alles komt aan bod: geboren worden, eten, opgroeien, voortplanten. In een heel fijn deinende stijl levert ze een natuurgedicht (ja, het doet áán als een gedicht!) dat echt hardop gelezen moet worden. Doe dat en je begrijpt waarom de uitgeverij haar in de flaptekst de David Attenborough van de kinderliteratuur noemt.

De tekst is geschreven bij stills uit de animatiefilm Hallo wereld! Koehler en Serre trokken de dieren en planten op uit papier maché. Ze voegden schitterende, levenschte, stralende kleuren toe, die ook in dit boek goed werken. Daarmee is Zomaar een dag, bij zomaar een vijver een kleinood geworden. 

Leeftijd: 5+, 48 pagina's, koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.

zondag 7 maart 2021

KOM MEE KEES - Loes Riphagen (Gottmer) - JULIAN GAAT NAAR EEN BRUILOFT - Jessica Love (Randazzo)

Na het heel succesvolle prentenboek Coco kan het! is er opnieuw een vrolijke drie-woorden-titel van Loes Riphagen. Een kikkerkleintje gaat met zijn vader op weg naar een concert van De Kwakers. Maar er is steeds iets te zien onderweg, Kees móét er even naar kijken, maar papa wil doorlopen. Dat om je heen kijken toch loont, laat Riphagen in een leuke draai in het verhaal zien. 

Behalve van het verhaal is het vooral genieten van de beeldgrapjes die rijkelijk door het boek zijn gestrooid. Die nodigen niet alleen uit tot gniffelen, maar vooral ook tot speuren en aanwijzen, en misschien zelfs tot je eigen zijverhaaltjes bedenken. Een boek om een goed humeur van te krijgen!

Over goed humeur gesproken: er is ook een nieuwe Julian. Na het geweldige, wereldwijd bejuichte  Julian is een zeemeermin is er nu het vervolg van tekenaar en schrijver Jessica Love: Julian gaat naar een bruiloft. In dezelfde pastelbonte kleuren tekent Love het verhaal van oma en Julian die naar de trouwerij van twee vriendinnen gaan. Ik weet niet zeker of dit het eerste prentenboek over een trouwfeest van twee vrouwen is, maar dat zou me niet verbazen. Behalve die gelukkige representatie is dit boek vooral ook een kleurrijk toonbeeld van hoe feestkleren eruit zien, en hoe vriendschap alles laat sprankelen. Op naar (hopelijk) een derde Julian.

Dit boek werd vertaald door Loes Randazzo.

Beide boeken: 4+. Koop deze boeken bij je lokale boekhandel, of bestel ze hier (Kom mee Kees) of hier (Julian gaat naar een bruiloft).