zondag 31 maart 2013

WONDER - R.J. Palacio (Querido)

Als er over een verhaal wordt gezegd dat het 'echt Amerikaans' is, dan begrijpt iedereen dat het niet enkel en alleen om de herkomst van het boek gaat. Dan gaat het over een bepaalde zoetheid, een bepaalde sentimentaliteit misschien, een happy end en een verhaal met een moraal. WONDER, het debuut van R.J. Palacio, is Echt Amerikaans - maar in dit geval worden de mogelijke bezwaren tegen dat Echt Amerikaans zijn in balans gehouden door de kwaliteiten die het boek bezit. Het verhaal gaat over August, die met een zeldzame aangezichtsafwijking geboren is, waardoor hij er, zoals kwaadwillende anderen soms zeggen, 'uitziet als een freak'.  Maar het sterkst aan WONDER is nou juist het perspectief: het gaat namelijk óók over zijn zus Olivia en over Augusts vriend Jack, die allebei een eigen hoofdstuk krijgen, en er zijn zelfs gedeeltes die we lezen vanuit Olivia's vriendje en vanuit het meisje Summer, dat Augusts redding op school is. Die structuur, dat van verschillende kanten benaderen van het verhaal, maakt dat we een bredere kijk krijgen én dat je ademloos door wilt lezen tot het einde. WONDER is origineel en een echte 'goodread'.  

Wonder werd vertaald door Esther Ottens.

IK WIL OOK! - Annemarie van Haeringen & Bibi Dumon Tak (Querido)

Op de titelpagina staat hij al: Konosja, het kalfje, met zijn tapijtje. Een prentenboek over hoefdieren? Een prentenboek over tapijtjes? Het ligt allebei niet meteen voor de hand, zou je denken, maar toch is IK WIL OOK! het perfecte voorbeeld van een klassiek prentenboek. De tekst leidt ons langs verschillende plekken, bevat herhalingen en heeft iets van een stapelverhaal - en het kalfje is een zeldzaam goed voorbeeld van een dier waar elk kind zich mee kan vereenzelvigen. Dat dit boek zo vrolijk, lief en mooi is, is natuurlijk de verdienste van de twee makers. Bibi Dumon Tak schreef een heldere en originele tekst, en de prenten van Annemarie van Haeringen horen absoluut tot haar beste werk. Die heerlijke hoefdieren, die geweldige tapijtjes, de prachtige vliegprent van Konosja die in de lucht het - plat uitgespreide, zoals een kind het zou tekenen - dorpje ziet liggen, de schitterende avondscènes tot en met de blij zwaaiende Konosja op het eind-schutblad - ze maken IK WIL OOK! tot een boekgenot.

maandag 18 maart 2013

DE REGELS VAN DRIE - Marjolijn Hof (Querido)

Alleen al vanwege het decor is dit boek een bijzonder boek: IJsland, en dan ook nog het hoge Noorden van IJsland. Een van de charmes van DE REGELS VAN DRIE  is dus dat decor, met die goed gedoseerde omgevings- en gewoonte-informatie. De Nederlandse tweeling Twan en Linde maakt er kennis mee, omdat ze door hun moeder en hun oma meegenomen zijn naar hun overgrootvader, naar Opi Kas, die te oud is geworden om alleen te blijven wonen. Twan deelt de 'jongenskamer',  de slaapkamer van Opi Kas en via Twan leren we de huiver voor de plotselinge nabijheid van iemand die 'bijna op' is goed kennen. Heel precies ontleedt Marjolijn Hof de gevoelens van de tweeling (vooral dus van Twan), en dat is de grote verdienste van dit boek. Daarbij gaat het om een heel grote levensvraag én lezen we prachtig Nederlands. DE REGELS VAN DRIE is een Mooie Hof, in de lijn van EEN KLEINE KANS, OVERSTEKEN en MOEDER NUMMER NUL.  

vrijdag 15 maart 2013

HET MES DAT NIET WIJKT - Patrick Ness (Moon)

DE GEBROEDERS LEEUWENHART van Astrid Lindgren en de HARRY POTTER-reeks van J.K. Rowling, maar ook  DE BRIEF VOOR DE KONING  van Tonke Dragt en DE GRIJZE WOLF van John Flanagan zijn boeken waarin de hoofdpersoon archetypisch ondergaat en weer moet zien boven te komen. Of, zoals het in HET MES DAT NIET WIJKT staat: 'Iedereen valt. Dat is niet de afvraging. De afvraging is of we weer overeind krabbelen.' Dit soort boeken helpt bij het overeind krabbelen. Het laat zien dat je moet koersen op de hoop en dat je om die hoop te zien niets anders kunt doen dan je dapperste eerlijkheid in te zetten. Dat dit soort boeken belangrijk is en een soortgelijke functie vervult als vroegere volksverhalen, sprookjes en zelfs bijbelse gelijkenissen, kan niet genoeg onderkend worden. Ze stalen ons. HET MES DAT NIET WIJKT, het eerste deel van de CHAOS-trilogie van Patrick Ness, is vergelijkbaar met de belangrijke boektitels uit het begin van dit stukje. Je begint te lezen en voelt dat er iets waarlijk belangrijks geschreven is en dat jij het avontuur van het lezen van die grootse jeugdliteratuur nu mag beginnen. We leven niet mee met Todd Hewitt, de hoofdpersoon, nee, we zijn Todd Hewitt. Dit eerste deel is gekmakend spannend en kent een finale die je dankbaar doet kijken naar uitgeverij Moon, dankbaar, omdat het nog maar een paar maanden duurt voor deel twee en drie beschikbaar zijn. Deze rijkbekroonde serie heeft elders in de wereld allerlei prijzen gekregen, en niet de minste ook. Dat is volkomen terecht, omdat naast het belang van een dergelijk boek (ook voor de leesbevordering!) en naast de sterk gedoseerde plot-elementen, dit keer ook de taal zo mooi is. Ness schrijft beeldend en zijn zinnen zijn zuiver en recht. Ineke Lenting vertaalde het boek. Dat heeft ze ongelooflijk knap gedaan. Todd en de andere inwoners van Prentiss-dorp spreken een taal met platte uiteindes, en dat heeft Lenting op een volkomen natuurlijke manier in het Nederlands weergegeven. Voeg daar de hartverwarmende omgang tussen het meisje Viola en de voortdurend op zijn moed getesteTodd aan toe én de komische en ontroerende figuur van het hondje Manchee en je hebt wat je maar eens in de zoveel tijd leest en wat HET MES DAT NIET WIJKT  dus is: een perfect jeugdboek.         

zondag 10 maart 2013

LEEUW - Brigitte Minne & Nils Pieters (De Eenhoorn)

Leeuw is een hond zoals we er allemaal kennen. Tevreden met zijn bestaan, zich koesterend in de onverdeelde aandacht van zijn baasje. Totdat Prins erbij komt, een puppie. Dit verhaal van Brigitte Minne vertelt ons in mooie, rustige zinnen over de jaloezie en de aanvaarding en de vriendschap tussen de twee honden. Een herkenbaar verhaal - en daar dan de tekeningen van Nils Pieters bij! Die maken dit boek tot een groots en grappig prentenboek. Exuberant in z'n details toont Pieters ons niet alleen de honden, maar ook, hou je vast: zeemeermuizen, een hondenschilderende Andy Warhol, levende pantoffels, in het toilet badende muizen, kikkers in autootjes en nog veel meer. De combinatie van tekst en tekeningen is een gelukkige, want Nils Pieters maakte er een uitbundig, blijmakend geheel van - waar toch voor alle kinderen aan te relateren valt. Een heerlijk boek. 

donderdag 7 maart 2013

ROOD OF WAAROM PESTEN NIET GRAPPIG IS - Jan De Kinder (De Eenhoorn)

Vanuit een groot engagement schreef en tekende Jan De Kinder het boek dat hij al heel lang wilde maken: een prentenboek over de gevolgen van pesten. Tuur bloost snel. Paul en zijn vrienden pesten hem daarmee. Maar het verhaal (en dat is een sterke invalshoek) wordt noch vanuit de gepeste noch vanuit de pester beschreven. Jan De Kinder koos voor de invalshoek van de 'meeloper',  in dit geval een naamloze ik, die min of meer ongewild en onschuldig de aanzet gegeven heeft voor het pesten en daarna moet leren om voor Tuur op te komen. Dat maakt dit tot een subtiel verhaal, waar veel over te bespreken valt en dus is ROOD een waardevolle bijdrage aan het debat over pesten, aan het debat over de verantwoordelijkheid van elke betrokken partij en over het hoe pesten te stoppen is. 

zondag 3 maart 2013

DE ENGEL YANNICK - Do Van Ranst (Davidsfonds)

Het is altijd bijzonder als Do Van Ranst, een van de allergrootste Vlaamse jeugdschrijvers, een nieuw boek uitbrengt. En ook nu stelt hij weer niet teleur. Zoals altijd begint het verhaal slenterend - dat is een van de grote krachten van Van Ranst: hij wandelt ons eigenlijk het verhaal in. Er lijkt geen sprake van een strakke structuur, we treffen een verteller tegenover ons die ook niet lijkt te weten waar hij zal beginnen (in dit geval is dat de veertienjarige Alex), maar zoals altijd bij Van Ranst blijkt later in het boek dat niets toeval was en dat de auteur uitermate goed wist wat hij deed. Alex heeft een vreemde vader en een vreemde moeder, tussen wie hij voortdurend schijnt te moeten laveren. Gelukkig is er zijn zwemtalent: dat is iets van Alex zelf, en gelukkig wordt dat talent gezien door de Olympische zwemmer Yannick Agnel. Dat die bereid is om hem te begeleiden naar misschien wel een medaille, is dan ook een grote troost voor Alex. In een zowel geestig als pijnlijk verhaal brengt Van Ranst ons via Alex tot de kernvraag, namelijk: wie zijn je ouders voor jou en waarin verschil je van hen? De weg naar die vraag en de stijl maken DE ENGEL YANNICK tot een zeer bijzonder, zeer aanbevelenswaard, gelaagd en toch verslindbaar jeugdboek.