maandag 31 augustus 2020

IDJE WIL NIET NAAR DE KAPPER - Michael Middelkoop & Lisa van Winsen (Rose Stories)

Op het schutblad zien we Idje, de jonge hoofdpersoon van dit prentenboek, al heel wat keren zichzelf vermaken met zijn eigen lange haar. We zien hem zelfs, zittend in zijn krullen, een prentenboek lezen - dit prentenboek. Idje wil niet naar de kapper is een van de geslaagde opbrengsten van het talententraject van Rose Stories, de uitgeverij/productiemaatschappij die verhalen vanuit allerlei achtergronden de wereld in stimuleert. 

Debutantschrijver Michael Middelkoop maakte een fijne, losse, buitelende tekst over Idje die verliefd is op zijn enorme haardos. Hij kan erin spelen en hij kan zich erin verschuilen, en dus is de dag die hij het meest vreest die waarop hij van zijn moeder naar de kapper moet. Daar moet hij iets op verzinnen... 

Tekenares Lisa van Winsen had al net zoveel plezier met Idje als de schrijver. Ze heeft zich met duidelijk plezier achter Idje opgesteld en laat hem door haar vrolijke overdrijving nóg meer genieten van die heerlijke hoofdzachtheid die hij zo zorgvuldig bijeengespaard heeft. Alles bij elkaar is Idje wil niet naar de kapper een heerlijk dichtbijhuis-boek dat gein paart aan herkenning. En achterin het boek wordt ons beloofd dat er nog meer Idje-avonturen zullen zijn. Da's mooi nieuws!

32 pagina's, leeftijd: 4+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.   

woensdag 26 augustus 2020

ALLEEN TEGEN ALLES - An Rutgers van der Loeff (Salamander)

Een jeugdboek uit 1962 - of eigenlijk een young adultboek, of eigenlijk: een boek (zoals de flaptekst zegt) 'voor volwassenen en bijna-volwassenen'. Dat is Alleen tegen alles, een novelle van An Rutgers van der Loeff die uitkwam in de Salamander-pocketreeks van uitgeverij Querido. De ondertitel van dit boek luidt overigens: Sluitstuk van een puberteit

Hoofdpersoon is de bijna achttienjarige Mark Hoensbroek. Hij zit nog op de middelbare school, heeft grote moeite met zijn docenten, met name met Doorwerth, van Latijn. Mark is lang en weet niet wat zijn doel in het leven zou moeten zijn. Hij wordt bewonderd door klasgenoten, meisjes vinden hem intrigerend, maar intussen is hij volledig van zijn voeten geveegd door het leven. Door de onechtheid van alles. Door zijn eigen stuurloosheid. Door zijn wens om iets échts te beleven, desnoods doodsangst - en door zijn gevecht tegen het gezapige, gewone, bedeesde van zijn vader en moeder. 

Het boek is een absoluut hoogtepunt in het werk van An Rutgers van der Loeff. Het laat een heel ander aspect van haar schrijverschap zien, dat we vooral kennen van dappere avonturen in extreme omstandigheden die door kinderen beleefd worden (zoals in De kinderkaravaan of Rossy, dat krantenkind). Alleen tegen alles daarentegen is een hypnotiserend boek dat geschreven is zoals veel werk van Virginia Woolf, als in een stream of consciousness. We zitten grotendeels in het hoofd van Mark en daar komen grieperige passages uit, zoals: 

'Gekkenwerk. Het was bezopen afstand te willen nemen van jezelf. Het was onnatuurlijk. Het maakte je wanhopig. Het werd een ziekte. In jezelf kunnen wegkruipen, helemaal in jezelf, zodat je niets anders dan jezelf zag, bevredigd zijn alleen met jezelf, blindelings, dom en fijn. Dat moest je kunnen. Dan was je minder ongelukkig. Dan was je beter geïntegreerd. Modewoord. Bah.'

De figuur van Mark krijgt een spannende spiegeling in de verstandige, verantwoordelijke Pieter, maar uiteindelijk draait alles om de levenskoorts van Mark. Het boek draagt ook zeker echo's van De avonden (1947) van Gerard van het Reve, waar het de tekening van het stuurloze weg willen uit alles betreft. Heel bijzonder ook, zeker voor Rutgers van der Loeff, is de vrijmoedige seksualiteit. Zo moet de passage over de ongewilde erecties die Mark krijgt (bijvoorbeeld tijdens de opvoering van een toneelstuk van Vondel!) op z'n minst opmerkelijk zijn geweest in de vroege jaren zestig. Het boek sluit af met een werkelijk grandioze eindwerveling - en in al zijn jarenzestigheid zijn het passages als die laatste die het nog altijd geldend maken. Laat het duidelijk zijn: dit is een van mijn favoriete Rutgers-van-der-Loeffen tot nu toe.

Lees mijn vorige Rutgers-van-der-Loeff-leesverslagen hier, hier, hier, hier en hier.

zondag 23 augustus 2020

HET BOEK VAN DE STERREN - Sjoerd Kuyper & Thé Tjong-Khing (Rubinstein)

Het derde fantastische boek van Sjoerd Kuyper in korte tijd: na Bizar en Maantje is er nu Het boek van de sterren. Het is een uitgave in de Luxe Goede Boekjesreeks van Rubinstein, en is óók het laatst verschenen boek van meestertekenaar Thé Tjong-Khing. Het boek van de sterren is een sprookjesachtig verhaal, dat nochtans dicht bij huis begint: een opa leest zijn kleindochter elke dag voor (Kuyper schrijft dan, bij monde van het meisje dat tegen haar opa spreekt: 'Jouw stem bromt zo lekker in mijn oor, daar gaat mijn oor van lachen.') Het boek dat ze samen lezen is... Het boek van de sterren. Maar op een dag verdwijnt het. Geen zorg: het meisje kent de zinnen uit haar hoofd.

En dan gebeuren er twee dingen. Het - door het meisje navertelde en door opa in het zand nagetekende - verhaal blijkt over het ontstaan van de aarde te gaan én we zien - in een tekensequentie zonder tekst - hoe het boek door allerlei jonge dieren plus hun (groot)ouders gevonden en bekeken wordt. Via een prachtige looping komt het boek weer bij opa en kleindochter terecht. Het verhaal omarmt zichzelf, er is poëzie in tekst en beeld, beeld dat even precies als etherisch is. Het boek van de sterren zal ongetwijfeld door grootouders veelvuldig voorgelezen worden, waarna hun kleinkinderen het uit hun hoofd zullen leren. This is the stuff that dreams are made of.

 

32 pagina's, leeftijd: 5+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.

 

woensdag 19 augustus 2020

DIE MAN DAAR IS MIJN VADER - An Rutgers van der Loeff/Miek Dorrestein (Ploegsma, tekeningen van Reintje Venema)

Het is vandaag - 19 augustus 2020 - precies dertig jaar geleden dat An Rutgers van der Loeff stierf, en ik ben al een tijdje bezig met het lezen van haar hele oeuvre (zie hier, hier, hier en hier) - dus vandaag is de juiste dag voor verslag nummer vijf. In dit stuk een ander aspect van haar schrijverschap: de speurdersverhalen. Die heeft ze doorheen haar hele carrière geschreven. Zo is er Vals spoor in Waterland (1967, tekeningen van Jan Sanders), dat in Edam speelt, en waarvoor Rutgers van der Loeff onderzoek deed bij het hoogheemraadschap - nadat in Duitsland was gevraagd of ze niet eens over een 'heel Nederlands' onderwerp kon schrijven. Het is een kleurrijk en om eerlijk te zijn nogal ingewikkeld plot geworden, maar al die watertermen zijn interessant, en zoals vanouds zijn de dialogen erg fijn. Datzelfde geldt (alleen wat mij betreft wat minder geslaagd) voor Spionage in de studio (1968, tekeningen Dick Stolwijk), dat in de balletwereld speelt. Overigens werd het eerstgenoemde boek in 1972 verfilmd voor televisie.

Maar in 1976 schrijft Rutgers van der Loeff geen jeugdboek, maar een hoorspel over een van de daders van de beruchte Britse treinroof - meer bepaald over zijn tienerkinderen, die er langzaam achter komen wie hun vader was en waarom ze al jarenlang steeds onder andere namen van school en woonplek moeten wisselen. Uitgeverij Ploegsma wil er in het begin van de jaren tachtig eigenlijk wel een échte uitgave van maken, maar de schrijfster heeft geen zin om een en ander weer op te pakken. Het zijn de nadagen van haar carrière en er volgens enkel nog wat korte verhalen in de streepjesreeks (boeken voor kinderen die moeite hebben met lezen, zoals Een rare zaak, 1983, tekeningen van Ietje Rijnsburger, opnieuw een grappig speurverhaal, dit keer met een papegaai in de hoofdrol, ook dit boek valt niet zozeer op door het plot, maar wel door de stijl en de humor) en wat boeken voor volwassenen. Maar op een signeersessie ontmoet Rutgers van der Loeff de dan beginnend schrijfster Miek Dorrestein - aan wie verzocht wordt er een jeugdboek van te maken. Die man daar is mijn vader (1981), met tekeningen van Reintje Venema, is het resultaat: een vlot, snel, redelijk origineel boek, waarbij opnieuw de dialogen (die zijn door Dorrestein overgenomen uit het hoorspel) in positieve zin opvallen. Een fijn tussendoor-leesboek. 

Tot zover een klein verslagje van mijn leeservaringen bij de speurdersboeken. Maar ik wil toch nog even wat schrijven over Een leven lang. Dat boek is niet voor kinderen geschreven maar ik beleefde er erg veel plezier aan. In september verschijnt mijn interviewboek (met queer jongeren) dat ik samen met Floor de Goede maakte - ik deed de gesprekken, hij maakte portretten -, en daardoor was ik extra geïnteresseerd toen ik ontdekte dat An Rutgers van der Loeff in 1981 al een interviewboek publiceerde, met 'boeiende mensen', zoals op het omslag staat, en dat de befaamde Mance Post hun portret tekende. In Een leven lang staan mooie levensverhalen van over het algemeen mensen van boven de tachtig. Ze kijken terug op armoede, oorlog, geluk, jeugd, liefde en zelfs seksualiteit. Een prachtig tijdsdocument, waar af en toe ook iets van de overtuigingen van de dan zeventigjarige Rutgers van der Loeffzelf  in doorschemert. Vandaag is haar sterfdag dus dertig jaar geleden, en daarom herdenk ik haar extra. Maar als u mij toestaat lees ik ook nog even verder in haar oeuvre. Tot nu toe: niets dan verrassingen. 

(Biografische gegevens uit de biografie van An Rutgers van der Loeff door Joke Linders, 1990, De Prom.)


zondag 16 augustus 2020

WAT MICK ZAG - Lars Deltrap (Querido)

Tekenaar Lars Deltrap viel de laatste jaren op door zijn werk in bijvoorbeeld de boeken van Lisa Boersen en Ulf Stark. En nu is er een heel eigen titel, het 'speurboek' Wat Mick zag. Op de titelpagina zien we het gezin van Mick (vader, moeder, grote zus Hannah en hijzelf) al rijden - ze tuffen met hun autootje naar een hotel in de Ardennen. Vakantietje. Maar zodra ze er zijn valt het Mick (en de lezer) op dat er spullen verdwijnen uit het hotel. Hoe komt dat? En wat gebeurt er 's nachts, buiten op het meer? Via grote, brede platen met veel details kan de lezer meespeuren naar het antwoord op het raadsel.

Hoe leuk het ook is om het geinige verhaal te volgen - het fijnst aan dit boek zijn de tekeningen. Er zit iets aangenaam lenigs in Deltraps stijl. Hij kan zowel mensen als auto's op een kwieke manier leven inblazen, waardoor het hele boek een heerlijke soepelheid meekrijgt. Nu wisten we misschien al dat deze tekenaar dit kon, maar Wat Mick zag laat ook een nieuw kant van Deltraps vaardigheden zien: die prachtige tekeningen van het nachtmeer in vogelperspectief. Die doen bijna Philip-Hopman-achtig aan. Hopman kan ook zo krachtig én los een landschap tevoorschijn schetsen c.q. arceren. Heel subtiel brengt Deltrap bovendien her en der lichtaccenten aan, waardoor hij het speuren van de kijker fijntjes stuurt. Het is te hopen dat we meer van dit soort werk-in-de-breedte te zien zullen krijgen, de komende jaren!

48 pagina's, leeftijd: 6+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het eventueel hier.

donderdag 13 augustus 2020

HOE WORD JE GRAPPIG ALS JE NIET LEUK BENT? - Jan Paul Schutten & Jeroen Funke, BOB POPCORN 2: DE POPCORN SPION - Maranke Rinck & Martijn van der Linden, EEN WEEK BIJ JOU, EEN WEEK BIJ MIJ - Kaat Vrancken & Saskia Halfmouw (alles: Querido)

In de serie Tijgerlezen verschenen de laatste weken en maanden maar liefst drie nieuwe delen. Deze week was dat de eerste non-fictie-titel (er volgen er nog meer). En dat deeltje is dan ook meteen van tweevoudig Gouden-Griffelwinnaar Jan Paul Schutten. Hij schreef een heel vrolijk boek over humor. In Hoe word je grappig als je niet leuk bent? gaat professor Herbert Droog op zoek naar wat iets grappig maakt - omdat hij dat zelf helemaal niet is. Door middel van een helder en makkelijk leesbaar verslag van zijn zoektocht leren kinderen over de basisprincipes van humor.

Een grote troef in dit boek zijn de tekeningen van Jeroen Funke. Soms stripachtig, soms een enkel kader, maar altijd heel kleurrijk en ja - grappig. De specialisten waarbij de professor op bezoek gaat zijn geen mensen, maar wonderlijke insecten, of dieren. Bovendien voegt Funke nog een paar eigen moppen toe aan het boek. Heel erg leuk!

Ook kwam deel twee uit van de nu al erg populaire serie over Bob Popcorn, de maiskorrel die af en toe uitbarst, en sowieso behoorlijk driftig is. Na het eerste deel gaat het verhaal verder: er komt bezoek uit Amerika om de bijzondere maiskorrel terug naar de fabriek te halen. Maar Ellis, die 'haar' Bob koestert, wil echt haar bijzondere vriendje niet kwijt. Samen met haar klasgenoot Dante én Bob zelf wordt een spionageplan in werking gezet.

Fijn, zo'n verhaal (en volgend voorjaar verschijnt deel drie, Bob Popcorn in Amerika), en wat ook zo opvalt: het plezier van de makers! Want naast het soepele verhaal zijn de potloodtekeningen van Martijn van der Linden weer talrijk, komisch en spannend. Dat er nu al kinderen verslaafd zijn aan deze serie is goed te begrijpen.

Een week bij jou, een week bij mij is een warm (en simpel te lezen) verhaal van Kaat Vrancken dat gaat over de honden Fox en Fien. De een woont op het platteland, de ander in de stad. In de eerste helft logeert Fien bij Fox op het platteland, en in de tweede helft is het andersom. Zoals we van groot hondenkenner Kaat Vrancken gewend zijn lezen we echt wat de honden zelf ervaren. Maar voor de waarachtigheid in dit Tijgerleesdeel staat ook Saskia Halfmouw, die al prachtige schetsen van honden op haar Instagram toonde. De tekeningen in Een week bij jou, een week bij mij zijn dan ook om je aan te vergapen.   


 

 

Koop deze boeken bij je lokale boekhandel, of bestel ze eventeel hier (Hoe word je grappig als je niet leuk bent?), hier (Bob Popcorn 2, De popcorn spion), of hier (Een week bij jou, een week bij mij).