
Dit soort kinderlijke, maar essentiële vragen stelt Jan Simoen in zijn nieuwste boek. Maar het mooie van dit verhaal is óók dat het zo luchtig blijft. Het boek is zo geschreven dat het, als je het leest, aan je verteld lijkt te worden door een tegenover je zittende negenjarige Joris. Die trouwens elk moment weg kan rennen omdat zijn vrienden en zijn kleine broertje hem roepen om in de duinen oorlogje te gaan spelen. Of die plaats moet maken in de keuken voor een salto van zijn vader.
Erg fijn vrolijk én spannend boek! Met tekeningen van Simoens échte broer Peter.