zaterdag 1 september 2018

OP HET EINDE GAAN ZE ALLEBEI DOOD - Adam Silvera (Clavis)


Silvera is een in de Verenigde Staten zeer populaire young-adult-auteur. In Nederland was hij tot nog toe behoorlijk onopgemerkt, maar daar komt in lawinetempo verandering in: al zijn vier boeken komen binnen anderhalf jaar in vertaling uit. Bij Blossom Books verschijnt binnenkort zijn boek What if it’s us, hij schreef het samen met Becky Albertalli (die van Love, Simon), en Clavis publiceert deze winter More happy than not en een paar maanden later al History is all you left me. En onlangs was er dus de vertaling van They both die at the end, zijn allerbekendste boek.

In al zijn boeken komen jongens voor die op jongens vallen, en dat is in Op het einde gaan ze allebei dood dus ook het geval. Het verhaal gaat over Mateo (18) en Rufus (17). Ze kennen elkaar in het begin van het boek niet, maar daar komt verandering nadat ze allebei hun dood aangezegd krijgen en de app Last Friend downloaden, waarmee je in contact kunt komen met lotgenoten: zij die ook gaan sterven.
Ja. Sterven. De samenleving uit Op het einde gaan ze allemaal dood lijkt bijna volledig op de onze, alleen bestaat er zoiets als Death Cast: een ‘service’ die je waarschuwt dat je binnen 24 uur dood zult gaan. Wat volgt is een boek vol emoties (want van wie ga je afscheid nemen? En hoe doe je dat? En wat is leven eigenlijk? Trek je je op het eind terug op je kamer of ga je juist voor zoveel mogelijk nieuwe ervaringen?), en die zijn soms verfijnd en soms nogal van-dik-hout geformuleerd. Zie bijvoorbeeld deze passage, door Silvera genoteerd nadat Mateo een dakloze een flink geldbedrag geeft: ‘Ik kan misschien geen kanker genezen of de honger de wereld uit helpen, maar een klein gebaar maakt soms een groot verschil. Dat zag ik natuurlijk niet tegen Rufus, want mijn klasgenoten lachten me altijd uit als ik zulke dingen zei, en niemand zou zich slecht moeten voelen omdat hij goed probeert te doen.’


Nee, van de stijl moet dit boek het niet hebben. Van de geloofwaardigheid misschien ook niet altijd. Maar wel van de spanning. Het verhaal wordt verteld aan de hand van de klok: van 0:22 uur tot aan 22:36 uur, in korte stukjes, afwisselend vanuit Mateo of Rufus – of anderen. Daarmee wordt het een echt lekker doorlees-boek. Dat kan Silvera goed: je nieuwsgierig houden, leeshonger opwekken en in lichte porties tóch belangrijke levensvragen aansnijden. Een boek dat je misschien geen literaire prijs zou geven, maar dat wel toegankelijk én ambitieus en voor veel lezers even meeslepend als roerend is. Wie dat voor elkaar krijgt en ook nog eens zo vanzelfsprekend over de jongensliefde schrijft, vergeef je zelfs de gruwelijk flauwe eerste zin van zijn nawoord: ‘Ik heb alweer een boek geschreven en het overleefd!’   

Dit boek werd vertaald door Lies Lavrijsen en Tine Poesen.