Een non-fictieboek dat imponeert, dat is Dwars door Amsterdam. Alleen al door het formaat: een oblong boek, waarvan je, als je het uitklapt, een tafeltje kunt bouwen. Of een ruim puntdak van een poppenhuis.
Passend, dat laatste, want het boek gaat over tien bijzondere Amsterdamse gebouwen. Van alk van die tien zijn er twee spreads, één kijkplaat zonder tekst, waarbij het gebouw 'opengewerkt' te zien is, en dan eenzelfde plaat waarbij sommige details uitgelicht worden. Er staan cijfertjes in de tekening die corresponderen met bijzonderheden.
Wat mooi is: de gebouwen zijn gerangschikt in volgorde van bouwjaar, waardoor je al lezend ook ontdekt hoe technieken en architecturale benaderingen veranderden. Bijlard heeft zich gelukkig niet verloren in allerlei ingewikkelde weetjes, ze pikt er precies de juiste wetenswaardigheden uit. Ook de keuze is interessant: het Zuiderbad is verrassend, bijvoorbeeld, maar ook Nemo (nooit geweten dat dat gebouw niet bedoeld is als de steven van een boot, maar de structuur van de IJ-tunnel, die eronder ligt, spiegelt). Fijn boek. Met strakke vormgeving van Steef Liefting. Ook mooi: de luchten boven de tekeningen zijn afkomstig van schilderijen uit het Rijksmuseum. Dat soort details maken een boek als dit nóg specialer.
En dus: wat gaat Bijlard hierna maken? Dwars door Rotterdam? Dwars door Nederland? Dwars door Amsterdam 2? Want ja: dit boek is zo geslaagd dat het vraagt om méér.