vrijdag 8 november 2019

WAAR IS DE DRAAK? - Leo Timmers (Querido), EBBIE IN DE WASBAK - Milja Praagman & Marjet Huiberts (Gottmer), IK WIL EEN PAARD - Milja Praagman & Gideon Samson (Gottmer), DE MAN MET DE ZEEGROENE OGEN - Sanne te Loo & Koos Meinderts (Hoogland & Van Klaveren), COCO KAN HET! - Loes Riphagen (Gottmer)

Coco is een mooi groot prentenboek van Loes Riphagen - over de eerste ervaringen, het eerste durven van een kind. Coco moet leren vliegen, en haar moeder is er zo een die zowel aanmoedigt als het echte laatste zetje geeft, zeg maar gerust: de grote laatste zet. Is het boek tot op dat moment vooral in donkergroen verbeeld, vanaf de eerste blije vlucht zien we roze en rood, paars, blauw, alle kleuren eigenlijk. Een fraaie extra boodschap van Riphagen, en dan hebben we het nog niet eens gehad over al die andere dieren die je, al speurend in dit boek, kunt ontdekken!

De man met de zeegroene ogen is een sprookje op de grens van land en zee (typerend voor Koos Meinderts). Een man vindt flessenpost met daarin een boodschap: 'Zoek de schat'. Hij bouwt een boot en vindt een eiland en een vrouw. Op die plek, en bij haar, zal hij de aard van de schat ontdekken. Een fijn, klassiek verteld verhaal, met platen waaraan je je kunt vergapen. Heel mooi vind ik vooral de door Sanne te Loo gekozen standpunten. In het algemeen kijken we vanuit de vrouw mee, met prachtig uitgezoomde taferelen (van de peinzende man bijvoorbeeld, in het lichtblauw van de nacht op een rots), of fijne beweeglijke scènes, en dan eindigt het boek heel mooi vanuit een ander standpunt: de vrouw is deelnemer geworden. 

In Ik wil een paard doet Milja Praagman iets heel moois: ze laat witte contourlijnen om de personages staan. Dat geeft iets grafisch aan de tekeningen, wat afstandelijk over zou kunnen komen, maar dat is juist niet zo: door de warme kleuren en de expliciete expressies in de gezichten van de personages wordt het grafische in balans gehouden. De figuurtjes léven dan ook waarlijk. Het levert prachtige scènes op, met veel beweging: het verhaal, met woorden van de geweldige Gideon Samson, buitelt lekker mee, en we zien voertuigen, dieren, we zien vliegen, rennen, rijden - dit boek is een heel even stilgezette wervelwind.

Nog een boek van Milja Praagman, Ebbie in de wasbak, het eerste van een nieuwe reeks peuterboekjes, in dit geval over het aapje Ebbie. Marjet Huiberts schreef de tekst (dit keer niet op rijm), en het is fijn laconiek. Origineel ook, wat heel moeilijk is voor peuters: het in bad gaan vindt dit keer in de wasbak plaats, dan pas is Ebbie gelukkig. Heel herkenbare pagina's, met dit keer een veel meer gestileerde verbeeldingswijze, met heldere vormen en sterke kleuren. Een leuke nieuwe serie!

Tenslotte: de prettige nieuwe Leo Timmers, Waar is de draak? Tegen een donkere nachtachtergrond gaan drie zichzelf overschattende ridders op pad. Hun doel is: de draak verslaan. In de beste Timmers-traditie maken ze een flinke reis, alleen weet de lezer méér dan de ridders zelf. Dat geeft meteen ook de lol aan: opnieuw een bewegend boek, met verbluffende figuren en gein onder, boven en in de pagina's.