'Ik keek haar aan en ze lachte, en het enige wat ik kon denken was: jij bent het.' Dat is een van de kernzinnen uit Liefde is voor losers, de debuutroman van de Duits-Amerikaans-Engelse Wibke Brueggemann. De schrijfster plonst ons in het hoofd van Phoebe van vijftien, die haar beste vriendin 'aan de liefde' verliest - Polly kan opeens alleen maar over Tristan praten, en Phoebe voelt zich verraden. Verder vertrekt Phoebes moeder voor de zoveelste keer naar Syrië om daar dokterswerk te doen, en dan is er ook nog de kringloopwinkel waar Phoebe werkt, waar ze een kleurrijke groep mensen leert kennen - maar vooral Emma. Intrigerende Emma, die prachtig is, maar ook geheimzinnig verdrietig lijkt te zijn.
Na veel dagboek-entries die vlot lezen, en het weerbarstige school- en vriendschapsleven van een in het leven verdwaalde puber weergeven, draait het boek steeds mooier naar een warm einde toe. Phoebe leert niet alleen iets meer van de liefde begrijpen, maar komt ook wat nader tot haar moeder én maakt, bijna ondanks zichzelf, vrienden. Die vrienden zijn met heel wat stevigere problemen bezig dan Phoebe - en aan de hand van die problemen, die over leven en dood gaan, laat Brueggemann mooi zien dat de hoofdpersoon meer op haar moeder lijkt dan ze denkt. Zo zegt iemand tegen haar: 'Ik weet dat je een beetje vreemd bent, Phoebe, maar je bent geen lafaard.' En dat klopt.
De spattende liefde tussen Emma en Phoebe wordt prachtig naturel en vanzelfsprekend geschetst, en dat geldt ook voor bijvoorbeeld de vriendschap met Alex, een jongen met down die een soort voortdurende ster op de achtergrond is, en voor de openheid over seksualiteit. Een boek van nu, met natuurlijk enkele al wel eens eerder beschreven school- en vriendinnenproblemen, maar vooral een fijn eigen hart.
Dit boek werd zoals gewoonlijk heerlijk vertaald door Aimée Warmerdam.
336 pagina's, leeftijd: 14+
Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.