Hoofdpersonages zijn achtstegroepers en tweelingkinderen Lara en Joeri. De hoofdstukken worden beurtelings vanuit hen verteld, waarmee Vriens mooi kan laten zien hoe verschillend ze zijn: Lara streeft naar harmonie en Joeri lukt het maar niet om tot tien te tellen wanneer hij een 'woedeaanvalletje' heeft. Zowel die harmoniezucht als de woede zijn logische reacties op wat hen overkomt: hun ouders gaan scheiden. Het boek vertelt over alle aspecten van de eerste maanden na zo'n bericht (vader gaat ergens anders wonen, mediatie, de hoop op verzoening, toch weer de ontploffing, het verdriet bij beide ouders, het getouwtrek om de aandacht van de kinderen en ook om bepaalde spullen). Vriens verhult niets maar hij zou Vriens niet zijn als het boek toch vooral ook bemoedigend is voor de kinderen zélf. (En als er - bonus - weer heerlijk levendige vintage-Vriens inkijkjes in de dagelijkse gang van zaken op school langskomen).
Wat me daarnaast ook zo bevalt is de frisheid van Vriens' schrijven. In één enkele zin tovert hij een volledige situatie op zijn plek, kijk bijvoorbeeld eens naar de conclusie van de hieronder geciteerde alinea, waarin Lara en Joeri voor het eerst van hun ouders horen dat die uit elkaar willen:
Zo'n zin is onverslaanbaar en maakt alles meteen helemaal duidelijk. Die concentratie houdt Vriens in het hele boek vol en daarmee is voor mij Mijn vader woont in het tuinhuis een boek waar hij nu eindelijk weer eens een keer een Zilveren Griffel voor zou moeten krijgen.
144 pagina's, leeftijd: 10+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel of bestel het hier.