Esther Sprikkelman schreef haar eerste boek - een mooie jeugdroman. Hoofdpersoon is Johanne, die met haar vrijgevochten moeder Kat en haar ingekeerde broertje Paulie naar een dorp in het oosten van Nederland verhuist. Daar maakt ze kennis met de jongeren van haar leeftijd: de wilde Dora, de broers Leendert en Witte en vooral de betoverende Henrico. Wat volgt is een gloeiend liefdesverhaal dat eindigt in een mysterieuze tragedie. Sprikkelman schrijft heel zintuiglijk. Vooral als het over de nieuwe interesse van Paulie gaat (het leven en werken van bijenvolken) ruiken we de zomergeuren. Tijdens het navertellen van wat er gebeurd is (door Johanne) horen we trouwens ook de soundtrack die past bij de tijd waarin het verhaal zich afspeelt (de jaren tachtig van de vorige eeuw). Behalve door de mooie, aftastende manier van schrijven wordt dit boek ook gedragen door een bijzonder plot, dat helemaal om aangetaste liefdes draait. Al met al is BIJENVADER een boek om in weg te zinken en dus: een debuut dat telt.