donderdag 20 november 2014

DONDS OFFER - Siobhan Dowd (Van Goor)

Vier prachtige jeugdromans schreef ze, Siobhan Dowd, waarvan ze er maar een paar zelf zag verschijnen: ze overleed veel te vroeg. In haar nalatenschap werd nog een novelle gevonden, en we mogen blij zijn dat het verhaal alsnog tot ons komt. In DONDS OFFER staat het kleine, precieze verhaal van Darra - hoewel, zo klein is het verhaal niet. In deze mythisch aandoende vertelling zal Darra geofferd worden aan Dond, een nare wraakgod. Darra is namelijk het dertiende kind van haar moeder, en de traditie schrijft nu eenmaal voor dat, om het eiland voorspoed te brengen, zo'n kind op haar of zijn dertiende verjaardag gevoerd moet worden aan de golven. Verdrinken is een pijnloze dood, stelt Darra's verzorger Cail. Maar of dat waar is? En of alle andere waarheden ook waarheden zijn? Dowd ontrafelt dat mooi, in dit kleinood. Fijn dat het boekje ook in Nederland werd uitgegeven.

DONDS OFFER werd vertaald door Tjalling Bos.

SUPERHELDEN.NL - Marcel van Driel (De Fontein) - ENDGAME, DE OPDRACHT - James Frey & Nils Johnson-Shelton (Van Goor)

Recent las ik twee boeken waarin jongeren moeten spelen voor hun leven. ENDGAME is het nieuwe megagrote project van bestsellerauteur James Frey (en zijn co-auteur Nils Johnson-Shelton). Het boek is het begin van een trilogie, maar tevens onderdeel van een veel groter universum: er zijn YouTubechannels, films, apps en er is een wereldwijd spel gekoppeld aan het boek, waarbij jongeren een werkelijk bedrag van een half miljoen dollar kunnen vinden. Op dit moment zijn er, een maand na verschijnen van het boek, al 80.000 mensen aan het spelen. Het boek heeft een serieuze, spijkerharde opzet: twaalf jongeren, die de representanten zijn van twaalf bloedlijnen van over de hele wereld, moeten de Endgame spelen. Bij de Endgame zullen alle deelnemers sneuvelen, en de goden (aliens?) zullen slechts één deelnemer laten winnen, en daarmee één bloedlijn laten overleven. Het boek is vanuit verschillende perspectieven verteld en leest als een razende actiefilm.

SUPERHELDEN.NL is het eerste deel van een trilogie die inmiddels voltooid is. Minder groot opgezet dan ENDGAME, maar ook verbonden met een game. In SUPERHELDEN.NL worden jongeren uitgekozen om op het eiland Pala een opleiding te volgen tot Superheld. Ook hier veel actie en een grote greep, en extra interessant aan deze reeks is de verbinding met andere boeken. Zo claimt het brein achter de naargeestige Superhelden-onderneming dat hij Mr. Oz is, en zo zijn er ook referenties aan bijvoorbeeld The Lord of the Rings. Auteur Van Driel bewees met deze reeks dat niet alle fast-pace fantasy-trilogieën vertáálde trilogieën hoeven te zijn.

ENDGAME, DE OPDRACHT werd vertaald door Henrieke Herber.

DOOD-GEWOON - Bette Westera & Sylvia Weve (Gottmer)

Van de reeks dikke poëzie- & beeldboeken die Sylvia Weve en Bette Westera samen maakten is nu de beste verschenen. Een belevenis. Westera schreef - in haar vlekkeloze vormvaste stijl - een ruime verzameling verzen over de dood, over rouw, over nabestaanden én over het leven. Sommige verzen zijn versjes, en grappig, andere zijn eerder balladen of klaagzangen. Ze zijn dus heel divers, zelfs soms onberijmd, en ze bevatten verwoordingen voor bijna alle leeftijden. Van indroevig tot luchtig, in deze gedurfde bundeling vinden we het allemaal.
Sylvia Weve is adembenemend op dreef in dit boek. In de werkelijk fantastische vormgeving van Bockting Ontwerpers, met halve en hele bladzijden, op duur papier, met leeslint en linnen band (hulde aan Gottmer), straalt Weve op elke spread. Ze is virtuoos divers en switcht van uitbundig naar puntig. Ze varieert in stijl, in techniek, in lijnvoering en rechtvaardigt daarmee deze conclusie: dit is een fenomenaal boek.

PUZEMUZE OF OP WEG NAAR ROTHKO - Wim Hofman (Leopold/Gemeentemuseum Den Haag)

In de onvolprezen museumprentenboekenreeks van Leopold en het Gemeentemuseum nu weer een nieuw schitterend deel: PUZEMUZE OF OP WEG NAAR ROTHKO. Alles aan dit boek is verheugend. Ten eerste is er de terugkeer van Wim Hofman. Niet dat hij echt weg is geweest, maar de verschijning van het laatste nieuwe boek lag toch al even achter ons. Ten tweede is er de terugkeer van Puzemuze! Dat geheimzinnige verschijninkje ('Daar is Puzemuze, zomaar uit de lucht komen vallen') kwam al in meerdere boeken voor, en is dus minstens dertig jaar oud. Maar daar is ze weer, met haar vliegmasjientje. Luuk en Kwastje zijn nieuw (al zijn ze familie van Fup en Lusje uit Hofmans eerdere boeken), en in dit heerlijk grillige verhaal schilderen ze, ze praten over schilderen, raken verdwaald in Onland (dat aan een van de landen uit de avonturen van Koning Wikkepokluk doet denken) en belanden tenslotte veilig in het museum, voor de schilderijen van Rothko. Die staan net zo lekker intens in de verf als Hofmans kleuren. Ook de voor-voorbladzijde en de na-nabladzijde over de tijd dat de zon nog kon praten zijn fijn Hofmanniaans en omsluiten een van de allerbeste kunstprentenboeken uit de reeks. Wat een plezier. 

dinsdag 18 november 2014

HIER WAAKT OMA - Stefan Boonen/Melvin (De Eenhoorn) - DE JONGEN DIE STEEDS VIEL - Thea Dubelaar (De Eenhoorn)

Twee nieuwe leesboeken van uitgeverij De Eenhoorn, die om verschillende redenen bij kinderen in de smaak zullen vallen. DE JONGEN DIE STEEDS VIEL gaat over Timtom, die op een dag zijn eigen naam stom vindt, en hem verandert in Daan. Maar zodra hij dat doet lijkt hij wel twee jongens, een aardige (Timtom) en een stoere (Daan). De een helpt de ander, dat wel, maar aan het eind van het verhaal moet hij toch een keuze maken. Fijn om te lezen, dit nieuwe goed ingevoelde leesboek van Thea Dubelaar. De tekeningen in dit boek zijn van Aimée de Jongh.


HIER WAAKT OMA is wat je een kinder-beeld-novelle zou kunnen noemen. Wat er vooral afstraalt is pret. Boonen schreef over een groepje van 10 kinderen dat met oma uit logeren gaat. Ze trekken naar een geheimzinnig huis in het bos en beleven er avonturen die ze na afloop niet per se met hun ouders hoeven te delen. Het is een hilarisch geheel en dat komt vooral door de heerlijke tekeningen van Melvin. Hij speelt de hoofdrol in dit boek: op elke bladzijde is van alles te ontdekken, er is overal lol, en Boonen en Melvin hebben duidelijk uitstekend samengewerkt - ook trouwens met vormgever Dries Desseyn.  

maandag 3 november 2014

ERBOVEN ERONDER (DE NATUUR) - Anne-Sophie Baumann & Clotilde Perrin (Holland)

In dit non-fictie-prentenboek is enorm veel te zien. Het is nét geen echt zoekboek, maar er valt toch genoeg aan te wijzen en terug te vinden op de vijf afdelingen van dit boek. Elk gedeelte heeft een erboven- en een eronder-gedeelte, en dat laatste is te zien als de pagina uitgeklapt wordt. Bovendien zijn er op elke pagina klepjes waarachter een nieuwe tekening of informatie staat. Zo nemen we dus een kijkje in alles wat er onder de rivier, onder de zee, onder de berg, onder het bos en onder de moestuin te vinden is. Het mooist aan dit boek - naast de opzet - zijn de tekeningen. Clotilde Perrins stijl heeft iets weg van die van Kitty Crowther, al staan de illustraties hier vooral in dienst van de informatie. Haar figuurtjes zijn aandoenlijk, haar dieren zijn aaibaar en haar landschappen doen je stuk voor stuk naar een lange wandeling in de natuur verlangen, in de hoop dat je dassen, padden, konijntjes en een ree tegenkomt.

ERBOVEN ERONDER werd vertaald door M. Hoogland.

BLUES IN F - Emke Rientsma (Gottmer)

Jeugdboeken waarin jongeren verliefd worden op hun docent - meestal is de afloop ervan te voorspellen. Het siert Emke Rientsma dat ze het aangenaam spannend houdt in haar debuut BLUES IN F. Daarbij is de hoofdpersoon, Janek, met zijn Poolse moeder en Nederlandse stiefvader, een jongen die je echt wilt leren kennen. Hij woont samen met zijn jongere broer Pawel bij zijn stiefvader, maar zijn moeder is ten tijde van het verhaal, opgenomen in een kliniek. Het boek speelt dus in Nederland, en op een Nederlands college, maar er staan ook kleurrijke episodes in van het bezoek van de jongens aan de familie in Polen. Rienstma's schrijfstijl is fris en ze heeft het verhaal van Janeks grote liefde voor docente Mirjam Siegal (want dat is het kernverhaal) zo opgeschreven dat je wilt blijven lezen én dat er best een tweede boek over Janek zou kunnen volgen. Daar hopen we dan maar op, want BLUES IN F smaakt naar meer.

HEEFT U SOMS EEN KNIPPERLICHTJE GEZIEN?/HUP, KONIJNTJE! - Bernard Carvalho (Book Island) - NOOIT MEER BANG - Mélanie Rutten (Book Island)

De kleine, maar onvermoeibaar enthousiaste uitgeverij Book Island komt dit najaar met twee bijzondere titels. Allereerst is daar een tekstloos prentenboek van de Portugees Bernard Carvalho dat zowel van links naar rechts als van rechts naar links gelezen kan worden. In warme, wat naïeve, volle, aquarel-achtige platen volgen we aan de ene kant de tocht van een vuurvliegje, dat op zoek is naar zijn grote liefde (grappig, verrassend einde) en als het boek van achteren naar voren wordt bekeken gaat het over een konijntje dat niet zozeer op zoek is naar liefde, als wel naar vriendschap. Een mooi kijkboek, dat door dit concept werkelijk beter bekeken wordt. Leuk!
Het dikkere prentenboek NOOIT MEER BANG van de Waalse Mélanie Rutten is van een heel ander slag. Het verhaal bestaat uit korte episodes die vooral een filosofische inslag hebben. De echte troef van dit boek zijn de schitterende tekeningen. Ruttens stijl is verwant aan die van Marc Boutavant en Kitty Crowther, en ook hier waterverfkleuren. Het zijn platen om naar te blijven kijken.
Twee prentenboeken, gekozen uit het internationale veld, die het aanbod dat er voor kinderen in Vlaanderen en Nederland is, aanzienlijk verrijken.

NOOIT MEER BANG werd vertaald door Katelijne De Vuyst.

zondag 2 november 2014

WE GINGEN ACHTER HAMSTERS AAN - Bibi Dumon Tak (Querido)

Bibi heeft vanaf haar eerste boek een flinke blaasbalg onder de Nederlandse non-fictie voor kinderen gestoken, en sindsdien gloeit haar werk met een voortdurend sterke, heldere gloed. Met WE GINGEN ACHTER HAMSTERS AAN doet ze weer gedeeltelijk iets nieuws: ze schrijft reportages, met zichzelf als hoofdpersoon - dat zeg ik niet helemaal juist, want in feite zijn de dieren waarover ze schrijft de hoofdpersonen. Het gaat om dieren die de hulp van de dierenambulance nodig hebben. Bibi doet er vrijwilligerswerk en dat is dus de aanleiding voor deze vorm. De vorm is perfect, want de lezer wordt zo deelgenoot gemaakt van het lot van deze dieren, maar ook wil de lezer, samen met de ik-persoon (en haar mede-dierenambulance-werkers) het juiste doen, de misstappen makende baasjes uitschelden, de dierenarts assisteren, voldoen aan alle vragen van tante Lien, die de taken verdeelt, en nog veel meer. Bibi trekt je dit boek in en schrijft verhalen uit, die voelen als avonturen - ook al zou je soms willen dat ze, vanwege het dierenleed, anders afliepen, of dat ze niet nodig waren. Dichterbij kunnen we in een boek niet komen. De foto's en de bijschriften verhelderen op een duidelijke en grappige manier (een mooie bijrol voor demonstratiehond Lima) en de structuur en vormgeving (van Steef Liefting) van het boek zijn heel sterk. Weer een van Bibi's beste boeken dus.