woensdag 27 mei 2015

NAAR DE TOP - Dan Gemeinhart (Lemniscaat)

Mark wil de hoogste berg die hij kent beklimmen. Daar heeft hij goede redenen voor. Hij wil het samen met zijn trouwe hondje Beau doen, en hij wil het niet aan zijn ouders vertellen - ook daar heeft hij goede redenen voor. Die reden is flink serieus, dus een licht boek is NAAR DE TOP niet. Er staat nogal wat op het spel, en Mark krijgt het enorm te verduren in dit boek. De met dit verhaal debuterende schrijver spaart dus zijn hoofdpersonen niet (ook Marks ouders en zijn beste vriendin Jessie krijgen heel wat voor hun kiezen), maar ook de lezer niet. Maar het boek verzacht ook: door het hondje, uiteraard, en door het échte avontuur dat je leest (en waar je erg graag de afloop van wilt weten), en door een bijzonder kenmerk: Mark en Jessie maken graag haiku's. En hun hoofdstukken beginnen én eindigen vaak met een haiku, die toch gewoon onderdeel van de vertelling is. Kijk, zulke bijzonderheden tillen een debuut boven de middelmaat, en dat gebeurt bij NAAR DE TOP dan ook.

Dit boek werd vertaald door Tjalling Bos. 

dinsdag 26 mei 2015

FLORA EN DE FANTASTISCHE EEKHOORN - Kate DiCamillo (Lannoo)

Hoe begint een auteur een boek? In het geval van dit recentste verhaal van de vermaarde Kate DiCamillo kan ik me voorstellen dat een aantal zeer andersoortige schepsels haar hoofd in stroomden: een meisje dat verslaafd is aan (vreemde) superheldenstrips, net als haar vader, die ze helaas wel vaak moet missen, omdat haar ouders net gescheiden zijn, dan een jongen van haar leeftijd, die niet alleen ongelooflijk wijsneuzig en belezen lijkt te zijn, maar ook nog eens tijdelijk blind is (uit keuze), verder nog een vreemde buurvrouw, een vreemde moeder, én een eekhoorn, die over superkrachten blijkt te bezitten, en... gedichten schrijft. Zie daar maar eens een boek van te maken. Maar DiCamillo heeft er wel ervaring mee en houdt de gekte in dit boek in balans. Het is een onalledaagse kinderroman geworden, voor behoorlijk belezen kinderen, met geslaagde striptekeningen die werkelijk verluchtigen. En het geheel is flink upbeat - ook fijn.


Dit boek werd vertaald door Harry Pallemans

maandag 25 mei 2015

KUNST MET TAART - Thé Tjong-Khing (Lannoo), VAN WIE IS DIE HOED? - Joukje Akveld & Thé Tjong-Khing (Gottmer), VOS EN HAAS, DE WIND VALT AAN - Sylvia Vanden Heede & Thé Tjong-Khing (Lannoo)

Weten wij - die allemaal samen de Nederlandse en Vlaamse kinderliteratuur omarmen - wel hoe rijk we zijn met Thé Tjong-Khing? En met het feit dat er nog steeds meerdere boeken per jaar van hem verschijnen? In een nieuwe reeks voor de allerkleinsten van Joukje Akveld maakte hij het eerste deel: VAN WIE IS DIE HOED? Een eenvoudig, sterk vraag- en antwoordspel, met prachtige kostuums en hoofddeksels, rijk materiaal voor de allerkleinsten. En dan de aanhoudend prachtige reeks boeken over VOS EN HAAS. In de serie dunnere leesboekjes ('ik lees als uil', 'ik lees als vos' et cetera) verscheen een kleinood,  DE WIND VALT AAN, waarin Sylvia Vanden Heede een mooi rond verhaal vertelt over een nachtelijke storm, en waarin illustraties om van te smullen staan, zoals een 'vervolgverhaal in tekeningen' van de omverwaaiende Uil.

Maar zijn meest recente kunststuk is KUNST MET TAART. In dit opnieuw woordenloze, grote zoek- en kijkboek droomt Mevrouw Hond, die schildert, na het lezen van allerlei kunstboeken, van een kunstroof. In de navolgende droomplaten zien we hoe een hele stoet aan dieren achter de nare rover aanrent. In de stoet vinden heel wat zij-interacties plaats, maar natuurlijk wordt het kwaad gestraft.

Het meest verbluffende is de veelheid van stijlen: op elke plaat zien we een andere bekende achtergrond. Er zijn hommages aan vele beroemde schilderijen van vele beroemde schilders, en zo geeft Thé Tjong-Khing ons en passent kunstles. Maar dan op de plezantste manier. Een brede spread aan het eind met schildersnamen maakt het helemaal af.
Een grote gooi, opnieuw, naar een Gouden Penseel, lijkt me. Schitterend, en dus vragen we ons af: hoe zou de Nederlandse en Vlaamse kinderliteratuur eruit zien als Thé Tjong-Khing er niet was? Die zou er uitzien alsof ze haar hart miste.
 

woensdag 13 mei 2015

BOER BORIS GAAT NAAR DE MARKT - Ted van Lieshout & Philip Hopman (Gottmer)

Tijdens de voorleesdagen in januari werd Boer Boris uitbundig gevierd (BOER BORIS GAAT NAAR ZEE was prentenboek van het jaar), en dat is fijn. Maar er kwam ook een nieuw deel uit, het vijfde inmiddels. Grappig genoeg was dit eigenlijk bedoeld als het twééde deel, maar welk nummer het in de reeks heeft is niet belangrijk, want ze zijn allemaal leuk. Ook dit deel weer. Het gaat dit keer vooral over allerlei verkeersbelemmeringen - steeds stuit Boer Boris weer op een stopbord. Uiteraard weet hij een manier te verzinnen om tóch op de markt aan te komen. Het is in dit deel vooral ook weer genieten van de tekeningen van Philip Hopman. Hij heeft zelfs twee tekstloze spreads, waarbij de laatste, een overzichtsplaat van Boer Boris die uiteindelijk op de markt is aangekomen, ronduit heerlijk is. En het broertje en zusje van Boris kregen ook een rol. Misschien is er nog wel een spin-off serie te bedenken, bijvoorbeeld rondom het trompetspelende broertje? Maar eerst: op naar deel zes!

DE VRESELIJKE TWEE - Jory John/Mac Barnett & Kevin Cornell (Van Holkema & Warendorf)

Is een serieconcept populair, dan zijn er navolgers. Dat is soms een beetje sneu, maar het kan ook zijn dat er in die nasleep een geslaagde nieuwe serie te vinden is. Zoiets is te zeggen van DE VRESELIJKE TWEE, dan enigszins profijt probeert te hebben van Jeff Kinney's LEVEN VAN EEN LOSER. Dat verhoopte profijt is niet iets wat ik verzin: er staat zelfs een aanbevelend citaat van Kinney op het omslag. Het gaat in dit eerste deel van de serie om Mick, die op een nieuwe school moet beginnen. Op zijn vorige school was hij een meester-grappenmaker en die positie moet hij nu nog zien te veroveren. Hij wordt gekoppeld aan Nick, die de braafste braverik van de school is. Of eigenlijk: lijkt. De twee schrijvers (natuurlijk moet je bij zo'n titel twéé schrijvers hebben) zetten in op practical jokes en het verloop van de rest van de serie laat zich raden: hilarische grappen, vooral op school, en vooral gericht tegen de verschrikkelijke directeur Barsman en zijn al even verschrikkelijke zoon. Maar dit eerste opzet-deel is leuk, omdat de aanloop naar het vormen van het grap-duo goed, en soms echt verrassend is. De timing is behoorlijk grappig. Ook de tekeningen van Kevin Cornell zijn - vooral in het begin van het boek - een komisch aspect. Of de andere delen dit niveau halen is afwachten, maar voor die typische categorie lange-tanden-lezers die dan tóch in een hoekje grinnikend in een boek gedoken zitten is DE VRESELIJKE TWEE-serie een mooie aanwinst.

DE VRESELIJKE TWEE werd vertaald door Merel Leene.

zondag 10 mei 2015

GIPS - ANNA WOLTZ (Querido)

De beste boeken zijn van alles tegelijkertijd. GIPS van Anna Woltz is zo'n 'beste boek'. Het is een romantische komedie, een familiefilm en een coming-of-age-verhaal in één. Het is spannend en grappig en ontroerend in één. Net als in haar vorige boek HONDERD UUR NACHT plaatst ze een aantal kinderen van ongelijke leeftijd bij elkaar in een bel van tijd en een bel van plaats. Bij GIPS: hoofdpersoon Fitz van 12 (plus zusje Bente), hunk Adam van 15 en de veel jongere Primula. Ze ontmoeten elkaar in een ziekenhuis, elk in dringende, levensdefiniërende omstandigheden, en het ziekenhuis raakt (op een mildere manier dan in HONDERD UUR NACHT) afgesloten van de buitenwereld, in dit geval doordat het ernstig sneeuwt. Daar, in die bepalende (bijna) eenheid van tijd en plaats laat Woltz haar personages groots en warmhartig elkaar afstoten en elkaar omarmen, en weer schrijft ze daarmee een uitmuntend boek. Door de humor van Woltz en haar goed gedoseerde gevoel voor absurditeit en dialoog, maar vooral ook door haar begrip en mededogen, is GIPS een voorhoede-verhaal. Wie het leest zou het wel op zijn hand willen schrijven, of desnoods op zijn voorhoofd: WAT. IS. DIT. GOED.