donderdag 22 oktober 2015

THE CURIOUS GARDEN - Peter Brown (Little, Brown Books for young readers)

Vorig jaar kwam er voor het eerst een prentenboek van Peter Brown in Nederland uit: MENEER TIJGER WORDT WILD. Ik mocht het vertalen en was het helemaal eens met de vele positieve berichten en recensies. Daarna leerde ik ook zijn andere werk kennen, waaronder het blinkende THE CURIOUS GARDEN.
In dit oogverblindende prentenboek gaat het om de kleine Liam, die op een oud spooremplacement een bijna verdord boompje ziet - en besluit tuinman te worden. Het boompje bloeit op en al snel wordt het boompje tot tuin, en de tuin breidt zich uit en uit en uit. In prachtige, soms tekstloze platen toont Brown hoe de natuur terrein wint, geholpen door de gelukkige Liam.
De kleurtonen doen warm en licht aan, en maken je daarmee, net als het rondlopen in een echte tuin, op een down-to-earth manier blij. Het verbazendst zijn de perspectieven die Brown kiest, waardoor het boek een heel fijn kijkritme krijgt. We gaan van brede spreads naar kleine tekeningen, maar alles is steeds in balans - zonder dat het artificieel wordt.
Het prentenboek is nog niet in Nederland aangekocht, dus hopelijk gebeurt dat snel? Er zijn maar weinig boeken die over dit thema gaan (aan het eind heeft Liam met zijn tuintje ook vele andere inwoners van de stad - die overigens niet speciaal in Amerika ligt, maar overal zou kunnen zijn - aangestoken), en in tijden van duurzaamheid en klimaatbedreigingen is een zo sprankelend boek over dit thema, mooi voor kinderen én volwassenen, zeer welkom.

Onderscheidingen voor het boek:
 E.B. White Read-Aloud Picture Book Award (2010)
Children’s Choice Illustrator of the Year Award (2010)
An ALA Notable Children’s Book (2010)
en starred reviews in oa Publishers Weekly - waardoor dit boek een bestseller werd in de Verenigde Staten.

Overigens debuteert Peter Brown binnenkort als 8+-schrijver met zijn nieuwe boek THE WILD ROBOT!

zondag 18 oktober 2015

GROTER DAN DE LUCHT, ERGER DAN DE ZON - Daan Remmerts de Vries (Querido)

We lezen een dagboekachtig verslag van Elmer. Hij keert zijn hoofd voor ons binnenstebuiten - we mogen heel dichtbij komen, sterker nog: hij wil dat we van hem leren. Hij wil dat we weten dat we vrij zijn in ons hoofd, dat daar de ware, of misschien wel de enige vrijheid bestaat die we ooit zullen krijgen. Deze les staat aan het begin én aan het eind van GROTER DAN DE LUCHT, ERGER DAN DE ZON.
In de rest van het boek vertelt Elmer ons over zijn klasgenoten, over zijn ouders en over Lomax - de stem die in zijn hoofd de hoogste toon zingt. Het boek doet bijna aan als een geheim, zó dichtbij mogen we bij de échte Elmer komen, Dat is een kenmerk van meer van Daan Remmerts de Vries' boeken (ook bij TIJGEREILAND was dat zo, en dit boek is daar duidelijk familie van), maar hier horen we een jongetje dat ons bijna iets bezweert. Remmerts de Vries doet dat door zijn geraffineerd psychologisch schrijversinzicht, door de urgentie die hij dit boek meegeeft, maar ook bijvoorbeeld, technisch gesproken, door het cursief zetten van woorden die we met extra nadruk moeten lezen, die iets onthullen.
GROTER DAN DE LUCHT, ERGER DAN DE ZON werd daarmee een verhaal dat ertoe doet, en een verhaal dat anders is dan vrijwel al het andere dat voor deze leeftijd geschreven wordt. Een groot bewijs van het bijzondere schrijverschap van Daan Remmerts de Vries.
P.S.: extra complimenten voor het sterke omslag (van Moker Design).
 

donderdag 15 oktober 2015

BRENDON CHASE - B.B. (Ploegsma)

Het is al een tijdje een mooie hausse: de hang naar het lezen van klassiekers. Maar die hausse speelt zich met name af in de wereld van de boeken voor volwassenen. STONER van John Williams zette de toon, en vele andere grote successen volgden. De kinderboekenwereld bleef hierbij achter. Niet in Engeland: daar is er glorie voor Tonke Dragts A LETTER FOR THE KING - maar in Nederland is het nog niet gebeurd, het teruggaan naar ten onrechte niet eerder ontdekte boeken. En dat terwijl het speciale stimuleringsprogramma van het Nederlands Letterenfonds hiervoor, Schwob, óók aanvragen van uitgeverijen voor kinderen zou willen en kunnen honoreren.

Maar gelukkig is er dan nu BRENDON CHASE. Een paar decennia geleden was de gelijknamige televisieserie in ons land te zien, maar het boek zelf werd vreemd genoeg nog nooit vertaald. Het kwam uit in 1944 en speelt zich af in de twintiger jaren van de vorige eeuw. En, laat ik het meteen zeggen, het is een van de allerfijnste boeken die ik de afgelopen tijd las. Het is lekker dik (366 pagina's) en ik heb er zo'n heerlijke leestijd aan mogen besteden dat het haast als vakantie voelde. Natuurvakantie. Want daar gaat BRENDON CHASE over. Drie broers (de oudste is 15, de jongste is 11) besluiten om aan hun strenge tante, bij wie ze een halfjaar lang 'geparkeerd zijn', te ontsnappen en in het bos te gaan wonen. Dat lukt ze dan ook, hoewel ze op de hielen gezeten worden door de politie en ook door de gevaren van het woud, de stormen, de mist en zeer onverwachte ontmoetingen. Maar het hele boek straalt vanuit het hart van het verhaal: daar vertelt B.B. (een pseudoniem van Denys Watkins-Pitchford, 1905-1990, het geboortejaar verraadt al dat dit boek een behoorlijk autobiografische inslag heeft) hoe de oudste jongen, Robin, in het water van een stroompje ligt te kijken. Hij staart er naar de schaduwen die de stekelbaarsjes maken op de bodem en is extreem gelukkig. Dat beschrijft B.B. allemaal op zo'n manier dat je er als lezer ook vrijer van gaat ademen. Het is, denk ik, eigenlijk waar het de auteur om te doen was: de dichte connectie die er kan bestaan tussen mens en natuur voelbaar te maken. Er staat een ruime hoeveelheid prachtige observaties in het boek, zoals:
'De geur van de sneeuw... die valt op geen enkele manier te beschrijven! Het had een scherp aroma dat beet in je longen. Een zuivere, schone lucht, als een ontsmettingsmiddel uit de natuur.'

In het boek is er dus veel ruimte voor natuurbeschrijving (bijvoorbeeld over de grote weerschijnvlinder, die tóén zeldzaam was, maar nu, bijzonder is dat, weer oprukt in ons land!), maar ook voor karaktertekening en ook voor slapstickachtige achtervolgingen. Ja, BRENDON CHASE heeft alles wat je wil van een klassieker. Er wordt wel in gejaagd, en er worden dieren gedood - dat kan nu misschien wat controversieel zijn - maar het past in de tijd, en bovendien letten de jongens heel goed op wát ze bejagen.

Het verhaal pleit dus voor harmonie met wat om ons heen leeft, maar doet dat in de vorm van een vertelling waarnaar je de hele dag - als je andere dingen aan het doen bent - terugverlangt. Een heel mooie ontdekking is dit, van uitgeverij Ploegsma, en goed vertaald door Luc van Heerwaarden. Hopelijk volgen er meer klassiekers, hopelijk komen er meer boeken van B.B., hopelijk is er een publiek voor dit boek dat de lezer stooft als in de lentezon, bevrijdt als een sprong in een poeltje in de zomerhitte, betovert als de waaier aan kleuren van blad in de herfst.

BRENDON CHASE  werd vertaald door Luc van Heerwaarden.

woensdag 14 oktober 2015

SUIKERSPIN - Derk Visser (Gottmer)

Ezra (12) is de oudste dochter van een vader die in een oorlog heeft moeten werken en nu niet meer tegen vuurwerk, harde knallen en ander geweld kan. Bijna op het einde van SUIKERSPIN zegt hij: 'Ik heb er een zooitje van gemaakt, Ezra.'
Zij antwoordt: 'Een zooitje waarvan?'
'Van het leven.'
'O. Daarvan. Geeft niet hoor.'
Dat soort dialogen tekenen het karakter van Ezra - een meisje dat twaalfjarig-stoer alles goed probeert te maken en het tekent ook de schrijfstijl van Derk Visser. Nuchter, geestig.
In zijn boeken moeten de hoofdpersonen over het algemeen behoorlijk tegen de pech en de wanhoop in duwen, en ook hier moet Ezra samen met haar zusje Zoë flink bergop. Maar zoals altijd is er lucht aan het einde - en dat maakt Derk Visser tot dé chroniqueur van de dapperheid en het doorzettingsvermogen dat kinderen soms nodig hebben. Hij maakt van Ezra een meisje waar je van gaat houden - en dat in het korte bestek van een kindernovelle. Ja, Derk Visser is een unieke schrijver, en SUIKERSPIN getuigt daar opnieuw van.  


dinsdag 13 oktober 2015

SPEELTUIN - Mies van Hout (CPNB/Lemniscaat) en PER ONGELUKT - Simon van der Geest (CPNB/Querido)

Puike feestboeken leverde de kinderboekenweek dit jaar op. PER ONGELUKT is een vrolijk avontuur over Ro die zijn moeder moet zien te bevrijden, nadat ze onterecht in de gevangenis is beland. Daarvoor moet hij, samen met zijn vrienden, nogal wat uitvindingen doen - mooi hierbij is het onderliggende thema: wat je zoekt vind je misschien niet, maar je vindt wel allerlei andere zaken die de moeite waard zijn! De tekeningen van Karst-Janneke Rogaar zijn een sterke bonus.

Net als vorig jaar is het kinderboekenweekprentenboek weer van grote klasse. SPEELTUIN is prachtig van kleur en vorm maar het is ook heel inventief. Een boek als een game - maar dan leuker en toegankelijker. De kinderen en de dieren (steeds komt er eentje bij) gaan op zoek naar de speeltuin en net als het boek van Simon van der Geest is ook hier de boodschap: het gaat niet per se om het einddoel dat je jezelf van tevoren stelde.
SPEELTUIN is een van de absolute hoogtepunten in het prentenboekenaanbod van dit jaar. Jammer dat het geen Penseel kan krijgen, want dat is dit boek zeker waard.

zondag 11 oktober 2015

KOM UIT DIE KRAAN!! - Tjibbe Veldkamp & Alice Hoogstad (Lemniscaat)

Tekenaars die uit de weg kunnen met cementmolens, kranen en pletwalsen - die heb je niet zoveel. Alice Hoogstad (Gouden Penseel 2015) kan dat. Ze zet ze in KOM UIT DIE KRAAN!! lekker vet neer, bijna alsof ze van vlees zijn. Haar prachtige perspectieven helpen daarbij: we liggen bijna vóór de wals, we bungelen mee aan de kraan. Daarmee is dit een prentenboek waarin zowel tekenaar als schrijver zeer in hun element zijn, en dat zie je. Oók schrijver Tjibbe Veldkamp dus, want die heeft een gouden plot in handen. In het begin van het boek denk je werkelijk: waarom doet kleine Bart wat hij doet? De oplossing is meesterlijk. Voeg daar het mooie formaat van dit boek aan toe, en de vormgeving, en je hebt een heerlijk verhaal, met heerlijk beeld.

woensdag 7 oktober 2015

DE LAATSTE WILDE DIEREN - Piers Torday (Luitingh Sijthoff)

Spannend uitgangspunt: Kester, een twaalfjarige jongen die niet kan praten zit opgesloten in zijn kamertje in een overduidelijk totalitair bestuurde instelling - in een totalitair bestuurd land. De dieren zijn uitgeroeid door een verschrikkelijke ziekte en de mensen leven in voortdurende quarantaine. Er is alleen nog wat ongedierte over. En dan stroomt er een bende wilde duiven Kesters kamer binnen. De duiven beginnen tegen hem te praten. En hij verstaat ze!
Zo begint HET LAATSTE WILD, een nieuwe fantasy-achtige trilogie. Maar wat voor een! Piers Torday is een geweldige verteller, en hij is vooral goed in het in taal tevoorschijn toveren van prachtig iconische scènes. waar ook nog andere dieren bij te pas komen dan alleen de duiven en de kakkerlak, met wie hij weleens praat. Van dit soort series wil je graag dat ze én grappig én spannend én ontroerend zijn, en HET LAATSTE WILD is dat allemaal. Een prachtige aanwinst voor de kinderliteratuur, van het kaliber Chaos-trilogie van Patrick Ness - en nu maar hopen dat deel twee (dat vorig jaar in Engeland met de Guardian Children's Fiction Prize bekroond werd!) snel vertaald wordt.    

DE LAATSTE WILDE DIEREN werd vertaald door Aimée Warmerdam.

SCHORRE ZEEHONDEN EN FLODDERWINDEN - Bas van Lier (Hoogland & Van Klaveren)

De kinderboekenweek is begonnen, en dus is ook het thema begonnen: wetenschap, natuur en techniek. In de hele stroom thema-gerelateerde boeken valt SCHORRE ZEEHONDEN EN FLODDERWINDEN leuk op. In een reeks korte stukjes, die als een soort snoer aan elkaar geregen zijn, omdat er van het ene stukje steeds een associatie te zien is naar het volgende, schrijft Bas van Lier aanstekelijk over 'rare, nuttige en grappige uitvindingen' (omschrijving uit de ondertitel: Een vrolijk boek over rare, nuttige en grappige uitvindingen en hun bedenkers.)
Grote namen als Bell, Edison en Da Vinci ontbreken niet, maar de charme van deze bundeling is nu juist dat ook hedendaagse uitvinders/ontwerpers als Boyan Slat (The Ocean Cleanup) en Bob Ursem (van de geurklok, een manier om de tijd te laten weten aan mensen die doof én blind zijn) erin staan. Van zelfreinigende T-shirts tot ambulance-drones: het is een blije mix van hoopvolle ideeën, én een aardig overzicht van grote uitvindingen in het verleden. Aangename non-fictie!

zaterdag 3 oktober 2015

HEB JIJ WEL DOOR HOE GELUKKIG JE BENT? - Dr. Seuss (Gottmer)

Langzaam raakt de hele backlist van Dr. Seuss (opnieuw) vertaald in het Nederlands. Dat is in zijn algemeenheid al goed nieuws, maar in het geval van HEB JIJ WEL DOOR HOE GELUKKIG JE BENT? is het dat voorál. Wat een sprankelend boek! Het bestaat dit keer uit één lang gedicht, dat betoogt dat we zeer gelukkig moeten zijn, omdat we bijvoorbeeld geen Bokkenburger Bruggenbouwer zijn, of meneer De Klerk, die in de IT zit (hij moet puntjes op de i's zetten en sinds kort ook streepjes door de t!) of een Groengebaarde Zwemvlies-kromhoorn-antilope, die het ook al zo zwaar heeft. Het bruist, dit gedicht, het is hilarisch, en behalve de brille van Dr. Seuss is het met name ook weer de brille van bewerker Bette Westera die opvalt. Tsjoe zeg, wat is zij goed. Het is alsof Dr. Seuss in het Nederlands schreef. Topboek.

BOER BORIS EN DE MAAIER - Philip Hopman & Ted van Lieshout (Gottmer)

Leve deze reeks. Meer dan 100.000 exemplaren werden er al verkocht van de voorgaande vijf delen, en de serie rond de kleine Boer die Boris heet lijkt nog niet ten einde. Dat moet hij ook maar niet komen, want in BOER BORIS EN DE MAAIER laat tekenaar Philip Hopman weer zien hoeveel plezier hij in dit project heeft. Naar aanleiding van het geinige verhaal van de maaimachine die steeds maar geleend en defect teruggebracht wordt (en die Boris dan moet repareren) waaieren zijn taferelen uitbundig over de spreads. Het is een wervelend feest van varkens, kippen, schapen, koeien, kinderen, vogeltjes, een kat, een hond en een muisje. De laatste plaat, van een avondfeest ín de megamaaier - met een vrijend varkenspaartje op de bumper, is van posterkwaliteit. En wat die posters betreft: bij dit boeken krijgen we een verjaardagskalender cadeau. Op naar deel zeven.

DE ZEE KWAM DOOR DE BRIEVENBUS - Selma Noort (Leopold)

De eerste bladzijde van dit boek, te lezen als een soort proloog, eindigt met de zin: 'Toen gooide hij me van het dak af.' Dat zet de toon. In heldere, sterke zinnen schrijft Selma Noort naar de diepste nood toe - de diepste nood van een gewoon, liefdevol gezin tijdens de watersnoodramp van 1953. Geholpen door de kinderherinneringen van haar vriendin Lia Soeting zorgde Selma Noort voor een pregnant boek, dat nergens larmoyant of overdramatisch wordt. Dat is een behoorlijke prestatie. Niet alleen kinderen, maar iedereen die iets over het werkelijke beleven van de ramp wil weten zou dit boek moeten lezen. Het is een van de beste van het jaar, en een van de beste die Selma Noort geschreven heeft. Het boek is mooi geïllustreerd door Martijn van der Linden en kreeg een goed afrondend nawoord mee.

WATERKOORTS - Mary Heylema (Querido)

Dit boek, met tekeningen van Gitte Spee, is het debuut van Mary Heylema bij uitgeverij Querido, en het is een fijne binnenkomer. Het gaat over Tijn, die graag held wil worden. Dat heeft hij samen met zijn durfal-vriendje Elton bedacht, en ze zullen ervoor op zwemles gaan. Maar bij die lessen blijkt Tijn in eerste instantie minder dapper dan hij zelf had gedacht. Wat volgt is een fijn plot op kindermaat, waarbij Tijn tijdelijk verwijderd raakt van Elton, maar wel de vrolijke Kiki ontmoet - en uiteindelijk een prachtige levensles leert. Niet alleen de plot is sterk in WATERKOORTS, wat vooral ook opvalt is het oog voor het juiste detail dat de schrijfster toont. Regelmatig laat ze Tijn en de andere kinderen iets doen of zeggen waarvan je denkt: o ja, zó doen echte kinderen dat. WATERKOORTS doet uitzien naar meer van Heylema. 

vrijdag 2 oktober 2015

WE GINGEN OP KROKODILLENJACHT - Bibi Dumon Tak (Querido)

Al sinds een aantal jaren is Bibi Dumon Tak vrijwilligster bij de Amsterdamse dierenambulance. In WE GINGEN ACHTER HAMSTERS AAN (2014) schreef ze er een eerste wervelend boek over, en nu is er het tweede en laatste deel. Het is een geweldig tweeluik geworden. Reportages als deze worden binnen de kinderliteratuur zelden geschreven, je kunt het ook participatiejournalistiek noemen - Bibi springt met Goof, Tessa, Evy of een van haar andere medevrijwilligers in de Eén, de Drie of de Vijf en spoedt zich naar de plaats waar pulletjes gered moeten worden, waar een zwaan met botulisme lijdzaam op het water drijft, waar een kat in een buis is gevallen, of zelfs waar een krokodil is aangetroffen.
De verhalen zijn spannend geschreven, er is humor, er is inzicht, en ook de zeer trieste kant van dit werk wordt niet uit de weg gegaan. Daarmee heeft dit boek alles wat je van een goed boek verlangt: je wilt doorlezen en doorlezen, je wordt werkelijk wijzer, je hebt gelachen en gehuild. Dit is de allerpuikste non-fictie die je kunt vinden.

De mooie vormgeving van dit boek is van Steef Liefting.