woensdag 22 juli 2020

DE KINDERKARAVAAN (met tekeningen van Kees de Kiefte) en AMERIKAANS AVONTUUR - An Rutgers van der Loeff (Ploegsma)

Ik lees An Rutgers van der Loeff. Dat deed ik nooit, tot dit jaar, maar ik ben inmiddels zo verslingerd geraakt aan haar werk dat ik het ene na het andere boek zocht, kocht en verslond. Ik deed er hier, hier en hier al verslag van. Toch stelde ik het lezen van een van haar twee beroemdste boeken, De kinderkaravaan (het andere is Lawines razen) steeds nog even uit. Nu nam ik het wel ter hand en kon dus nagaan of het voor mij ook een van haar beste werken was.

De kinderkaravaan is gebaseerd op een krantenknipsel dat de schrijfster van haar uitgever kreeg, met de vraag: 'Is dit niet iets voor jou?' In het artikel stond de reis beschreven die de kinderen uit het Amerikaanse gezin Sager in 1843 maakten. Ze trokken dwars door de Verenigde Staten, van Oost naar West, van Tennessee naar Oregon, om de droom van hun vader (zich als pionier vestigen in het door de witte Amerikaan nog niet ontdekte 'Vrije Westen') waar te maken. De ouders stierven beiden al vroeg tijdens de reis, en de zeven kinderen voltooiden onder leiding van de dertienjarige John, samen met een hond en een koe, een bijna niet te overleven reis. Ze overleefden wél, en het verloop is zo bijzonder dat het niet moeilijk te begrijpen is dat An Rutgers er een spannend, uitzonderlijk verhaal in zag. Ze deed veel onderzoek en De kinderkaravaan werd in 1949 gepubliceerd als een van haar eerste boeken - en meteen was haar naam gevestigd. Het boek werd in vijftien landen vertaald en beleefde in Nederland vele, vele heruitgaven, met steeds weer nieuwe tekeningen. Ik las de twintigste druk, uit 1990, met tekeningen van Kees de Kiefte, nadat eerder Carl Hollander, Rein van Looy en Laura Kuiper het boek al illustreerden.

Ik las overigens ook het erop volgende boek van Rutgers van der Loeff, Amerikaans avontuur (1951, eveneens verschenen als Amerika, pioniers en hun kleinzoons), een boek dat vergelijkbaar is, dat wil zeggen: ook hier gaat het over de vele pioniers die het Westen van Amerika probeerden te 'veroveren'. Het boek lijkt tegelijkertijd weer helemaal níét op De kinderkaravaan - vanwege de opzet. Het randverhaal is dat van een groep jongeren die samen met hun begeleiders in een in de bergen gestrand vliegtuig moeten wachten op hulp, en die wakker en optimistisch gehouden worden door een paar volwassenen die hen om de beurt het verhaal van de pioniers vertellen. Dat gedeelte, dat het grootste aantal bladzijden in beslag neemt, is feitelijk als non-fictie geschreven. Daarmee is Amerikaans avontuur overigens ook wat lastiger te lezen en valt te begrijpen dat dit boek géén klassieker werd.

Bij beide boeken valt de bewondering van de schrijfster voor de pionierende 'helden' op. Samen met de ruige natuur zijn de Indianen, met name in De kinderkaravaan, de 'vijand'. Dat feitelijk hun land ingenomen werd wordt in dat boek nergens vermeld. Sterker nog: er wordt zelfs gezegd dat het babyzusje van de familie, dat vrijwel uitgedroogd is, niet gezoogd mag worden door een vrouw van een van de inheemse volkeren - 'alleen door een blanke vrouw'. Dat is uiteraard kwalijk, en daarmee zijn deze boeken wel verouderd te noemen. Ik weet niet of die kritiek destijds ook al geklonken heeft, maar in het tweede boek wordt door Rutgers van der Loeff wél betoogd dat hen onrecht is aangedaan, en met name via de toespraak van een van de begeleiders aan het eind van het boek pleit ze fel tegen discriminatie. Toch is ook het verhaal in dit boek geheel door witte ogen bekeken (vooral wat over zwarte Amerikanen, die - gebruikelijk in die tijd - met het n-woord worden aangeduid, verteld wordt - wellicht was het standpunt van de schrijfster voor die tijd vooruitstrevend, maar nu zien we vooral dat het vanuit een hoger ingeschat wit standpunt bekeken wordt). Bovendien worden de mannen (bijna altijd alleen maar mannen) die het avontuur aangingen vrijwel zonder uitzondering als dappere geweldenaars beschreven. Dat maakt van beide titels boeken die alleen nog als historische kinderboeken gezien kunnen worden.

Dat gezegd hebbende (en op die manier lezende) is De kinderkaravaan een verhaal dat de lezer nog altijd flink aan kan grijpen. Rutgers van der Loeff heeft haar vooronderzoek ongemeen diepgaand aangepakt, het is fantastisch hoe zintuiglijk dit avontuur vaak is. Van het los moeten trekken van een van de zusjes uit het drijfzand, tot de hagelbui die tijdenlang over de kinderen heen raast (ze staan tegen een rots geleund en kunnen nergens schuilen), tot de beschrijving van Oscar de hond en Anna de koe, tot de dialogen tussen de kinderen, tot de determinatie, maar vooral ook de vertwijfeling van de oudste jongen - het is allemaal geweldig gedaan. En het einde... het einde is van een heel grote schoonheid. Als de kinderen eindelijk ter plekke zijn, eindelijk gered, en de dertienjarige John eindelijk mag instorten. Amerikaans avontuur zou ik dus niet meer aanbevelen, maar alleen die eindscène al maakt De kinderkaravaan inderdaad tot een ware klassieker - die van enige nuance voorzien en in zijn tijd geplaatst moet worden.

P.S.: An Rutgers van der Loeff kon het destijds niet weten, maar het échte verhaal van de kinderen Sager blijkt toch enigszins anders te zijn - zie dit artikel.


 

dinsdag 21 juli 2020

LIEFDE IS VOOR LOSERS - Wibke Brueggemann (Gottmer)

'Ik keek haar aan en ze lachte, en het enige wat ik kon denken was: jij bent het.' Dat is een van de kernzinnen uit Liefde is voor losers, de debuutroman van de Duits-Amerikaans-Engelse Wibke Brueggemann. De schrijfster plonst ons in het hoofd van Phoebe van vijftien, die haar beste vriendin 'aan de liefde' verliest - Polly kan opeens alleen maar over Tristan praten, en Phoebe voelt zich verraden. Verder vertrekt Phoebes moeder voor de zoveelste keer naar Syrië om daar dokterswerk te doen, en dan is er ook nog de kringloopwinkel waar Phoebe werkt, waar ze een kleurrijke groep mensen leert kennen - maar vooral Emma. Intrigerende Emma, die prachtig is, maar ook geheimzinnig verdrietig lijkt te zijn.

Na veel dagboek-entries die vlot lezen, en het weerbarstige school- en vriendschapsleven van een in het leven verdwaalde puber weergeven, draait het boek steeds mooier naar een warm einde toe. Phoebe leert niet alleen iets meer van de liefde begrijpen, maar komt ook wat nader tot haar moeder én maakt, bijna ondanks zichzelf, vrienden. Die vrienden zijn met heel wat stevigere problemen bezig dan Phoebe - en aan de hand van die problemen, die over leven en dood gaan, laat Brueggemann mooi zien dat de hoofdpersoon meer op haar moeder lijkt dan ze denkt. Zo zegt iemand tegen haar: 'Ik weet dat je een beetje vreemd bent, Phoebe, maar je bent geen lafaard.' En dat klopt.

De spattende liefde tussen Emma en Phoebe wordt prachtig naturel en vanzelfsprekend geschetst, en dat geldt ook voor bijvoorbeeld de vriendschap met Alex, een jongen met down die een soort voortdurende ster op de achtergrond is, en voor de openheid over seksualiteit. Een boek van nu, met natuurlijk enkele al wel eens eerder beschreven school- en vriendinnenproblemen, maar vooral een fijn eigen hart.

Dit boek werd zoals gewoonlijk heerlijk vertaald door Aimée Warmerdam.
336 pagina's, leeftijd: 14+
Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.  

zondag 5 juli 2020

KNOEIPOEZEN - Fleur van der Weel (Querido)

Op het omslag van dit boek voor al héél jonge kinderen zien we ze al, de twee kittens Pimpel en Fik. En in het lekker dikke kijkboek (met een beetje tekst) volgen we losjes hun dagelijkse beslommeringen. Het gaat dus over spelen, over eten, over slapen, over vriendjes. Alleen een baasje ontbreekt, maar dat is juist slim: daarmee maakt Fleur van der Weel de lézer het baasje van deze twee fantastisch aaibare kleine twee.

Knoeipoezen is wat mij betreft Fleur van der Weels beste boek. Dat zit 'm in die rake beeldtaal. Elke pagina is in balans, nu eens zien we een overzichtsplaat met takken en lieveheersbeestjes, en als je wat beter kijkt: Pimpel die zich verschuilt. Dan weer zien we enkel een pak etensbrokjes in beeld, met (heel mooi) een net wat ander groen op de voorkant dan op de zijkant, met een sterk logo, met als contrast de twee lage ronde poezenetenskommetjes die ervoor staan, beide anders versierd. En op een andere spread zien we dan weer links Pimpel die aandoenlijk gaapt en rechts Fik die aandoenlijk gaapt, met verder niets eromheen. 

De pagina's zijn mat, en het omslag is dat ook, waardoor we nog meer in het boek lijken te worden toegelaten, en waardoor het boek zelf ook iets aaibaars krijgt. De kleuren zijn in aangenaam pastel. Het 'verhaal' (dat dus eerder een paar impressies behelst) gaat van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Daarmee beleeft een voorgelezen kind de fijne, warme poesjesdag in al zijn zintuiglijke details van behoorlijk dichtbij mee. Ja, Knoeipoezen is een boek dat makkelijk een lievelingsboek zal kunnen zijn. 

96 pagina's, leeftijd: 1+
Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.