woensdag 30 december 2020

BRIEFJES VOOR PELLE - Marlies Slegers (Luitingh Sijthoff)

Pelle zit in de brugklas en een jaar geleden overleed zijn vader. En, zoals Pelle zegt, zijn moeder ging ook een beetje dood, want het is een jaar van depressie geweest. Net als voor Pelle zelf: hij is een stille piekeraar geworden, die vindt dat hij niet mag huilen en zijn emoties bestrijdt met het reciteren van rijen feitjes. Gelukkig waren er basisschoolvriendin Eva, en vrolijk buurmeisje Bloem. Maar nu, een jaar nadien, gebeurt er iets bijzonders: Pelle krijgt een doos met briefjes die zijn vader voor hij stierf voor zijn zoon geschreven heeft. Pelle mag er elke week één openmaken. 

Die briefjes zijn een bijzondere motor voor dit rouwverwerkingsverhaal. Net als Pelle kun je nauwelijks wachten om te weten wat er op het volgende briefje staat. En als een van die ongelezen briefjes kwijtraakt ben je even net zo ontredderd als Pelle. Maar hij weet dóór de briefjes nieuwe eigenschappen in zichzelf te ontdekken. En dat niet alleen: er komen ook nieuwe mensen in zijn leven, en dat van zijn moeder.

Een van de charmes van dit boek is hoe dicht Marlies Slegers ons bij Pelle laat komen. Vanaf de eerste bladzijde leef je met hem mee. Dat komt niet in het minst door de prachtige kleine observaties. Zo staat er op pagina 142: 'Zo nu en dan kijkt hij me aan en dan glinsteren zijn ogen, alsof ze natgeregend zijn.' Hoe sterk is dat gevonden? Door dat ene woord, 'natregerend', zie je meteen voor je hoe er naar Pelle gekeken wordt in deze scène. Briefjes voor Pelle is een warm, menselijk boek, dat door de precisie en de helderheid uitstijgt boven andere rouwverwerkingsboeken.   

232 pagina's, leeftijd: 10+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.

maandag 28 december 2020

HET JUNGLEBOEK - naar THE JUNGLE BOOK van Rudyard Kipling - Daan Remmerts de Vries & Mark Janssen (Volt)

Zoals heel veel mensen las ik het oorspronkelijke The jungle book van Kipling niet. Ik zag ook de Disneyfilm pas heel laat, en vond die nogal onsamenhangend. Met dat gematigde enthousiasme begon ik aan de bewerking door Daan Remmerts de Vries en Mark Janssen, maar al snel sloeg die gematigdheid om in gretigheid. Hier geen bijeengeraapt en geromantiseerd verhaal, maar een spannend en opwindend relaas over een wolfjongen, een mensenkind dat opgroeit in het oerwoud.

Dat ligt natuurlijk aan de rijke bron waar Remmerts de Vries uit kon putten (hij koos voor deze uitgave alleen de Mowgli-verhalen, en bracht er een bepaalde lijn in aan), maar ook aan zijn vertelkunst. Hij zorgt dat elk hoofdstuk spannend is, met grappen op de juiste momenten, met zinnen die je naar de zinnen die erna komen slepen - en dan wordt er ook nog waarlijk nagedacht over het verschil tussen dieren- en mensenrijk. De personages zijn aandoenlijk en steeds heel eigen, met als hoogtepunt misschien wel het heel zinnelijke hoofdstuk over de lente, waarin alle dieren opeens lijken te moeten gehoorzamen aan de roep van de 'nieuwe stemmen' en Mowgli, het wolfmensenjong, dat in eerste instantie totaal niet herkent. Ook fijn trouwens: het rauwe van dit boek. In deze versie is Het jungleboek absoluut geen zoet sprookje voor kleuters.  

De tekeningen zijn, net als de bewerking, heel sterk. Goeie keuze van de uitgever om deze twee kunstenaars te vragen samen te werken. Mark Janssen toont de centrale vijand, Shere Khan, in volle glorie en van heel dichtbij, waarmee hij het ontzag en de angst van de oerwoudbewoners goed overbrengt. Maar ook het wilde slingeren van de bavianen, de imposante olifant Hathi en vooral de massaliteit van de 'rode honden' zijn heel krachtig in beeld gebracht. Vergeet dus eventuele nieuwe plannen om deze klassieker nog eens na te vertellen: deze uitgave lijkt me behoorlijk definitief.

136 pagina's, leeftijd: 9+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.       

donderdag 24 december 2020

DE DRAKENBERG - Paul van Loon, tekeningen van Hugo van Look (Leopold)

Dit najaar verscheen deel tweeëntwintig (!) in de Dolfje-Weerwolfje-serie. Daarmee is het zéker de langst lopende Nederlandse kinderboekenserie van de laatste decennia, maar ook een van de meest langlopende ooit. Henri Arnoldus kwam met Tup en Joep tot twintig, Dick Laan schreef negentwintig Pinkeltje-boeken, de serie Wipneus en Pim kende zevenendertig delen, maar werd door diverse auteurs geschreven, en ja: de oorspronkelijke Kameleon-serie van Hotze de Roos had zestig delen. Om De Roos in te halen moet Van Loon dus nog even door, maar wie zegt dat dat niet zal gebeuren? De nieuwe delen van Dolfje zijn nog altijd fris.

Dat geldt zeker voor De Drakenberg, en dat is omdat het verhaal zich dit keer in Japan afspeelt. Dolfje gaat met vader en moeder, plus Timmie en neef Leo (die zo geinig praat en ook weerwolf is) naar het verre land, maar krijgt van opa een opdracht mee. Dolfje moet in Japan een oude kunstenaar ontmoeten die Hokusai heet, en hij moet hem een pakje overhandigen. In dat pakje blijkt later een hoed te zitten, de zogenaamde Tweelinghoed. Met die hoed moet een ziek meisje, dat zich vertoont in de gedaante van een ziek wit vosje, gered worden. Maar natuurlijk zijn er tegenkrachten: rode vossen stelen de hoed.

Wat volgt is een bijzonder avontuur. Het lukt Paul van Loon om de fans van Dolfje op heel natuurlijke wijze met de kunst en cultuur van Japan in aanraking te laten komen. Zo komen zowel de beroemde golf van de klassieke kunstenaar Hokusai als de berg Fuji voorbij. Maar zelfs begrippen als yokai, kitsune en torii worden op soepele wijze in het spannende verhaal ingepast. Compliment ook voor de tekeningen van Hugo van Look, die alles nog kleurrijker én toegankelijker maken. Aan het eind van het boek vertelt Van Loon over zijn eigen reis naar Japan. Daaruit blijkt zijn liefde en bewondering voor het land, een liefde en bewondering die hij op tintelende wijze om heeft weten te zetten in een avontuur van zijn geliefde personages.    

184 bladzijden, leeftijd: 7+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.

woensdag 23 december 2020

DE NAAM VAN MIJN VADER - Rindert Kromhout (Leopold)

Wie De naam van mijn vader, het nieuwe boek van Rindert Kromhout, dichtslaat is een beetje droevig. Na drie bijzondere delen over het leven van schrijver Klaus Mann (1906-1949) is het echt voorbij. Op pagina 243 laat Kromhout Golo Mann, Klaus' jongere broer, zeggen: 'Mijn broer had er zijn leven lang een groot talent voor om zichzelf in de problemen te brengen.' En drie boeken lang (eerst verscheen Een Mann en daarna En ik was zijn held) heeft de lezer gezien hoe Kromhout van die problemen en van de man erachter meeslepende literatuur heeft gemaakt. 

In dit deel is Mann een eind in de dertig en is de Tweede Oorlog net afgelopen. Klaus is in het Amerikaanse leger gegaan en nu rijdt hij, in 1945, van Italië naar Duitsland om voor het eerst weer de plek waar hij opgegroeid is te zien. Zijn vader, moeder, oom, zussen en broers verblijven allemaal vanaf het begin van de oorlog in Amerika, en tijdens de autorit door Europa vertelt Klaus Mann aan de jonge Amerikaanse soldaat die hem vergezelt hoe de Manns de oorlog zijn doorgekomen. Hoe zijn vader, de met de Nobelprijs voor de Literatuur bekroonde Thomas Mann, ook overzees verafgood wordt, hoe die vader zich eindelijk tegen de nazi's uitgesproken heeft, hoe vrij zus Erika nog steeds is, hoe Klaus nog altijd worstelt met de schaduw waar zijn vader hem in stelt, én hoe het contact met zijn jongere broer Golo, ook homoseksueel en ook schrijver, zich ontwikkelt. Dat laatste was een sterke behoefte na deel twee, dus wat fijn dat Kromhout ons nu ook meer over Golo vertelt. Met Golo eindigt het boek dan ook. 

Dat er geen vierde deel zal komen is duidelijk: Klaus Manns leven is voltooid. Dat maakt dus droevig, maar tegelijkertijd verheugt de lezer zich, met het dichtslaan van dit laatste boek, dat er een uniek project in de Nederlandse literatuur volbracht is. Zó levendig en toegankelijk schrijven over een auteursfamilie in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw, hen zo fris dichtbij brengen: niets dan respect voor Rindert Kromhout. De enige vraag die nog rest is: en nu? Wat komt er ná deze trilogie?

252 pagina's, leeftijd: 15+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel of bestel het hier.          

maandag 21 december 2020

ALS JE NAAR DE AARDE KOMT - Sophie Blackall (Querido)

Er cirkelen audioschijfjes in de ruimte met daarop geluiden van de aarde. Van groeten in allerlei talen tot het zingen van een walvis. Die schijfjes zijn naar het universum gestuurd voor als heel misschien, héél misschien, buitenaards leven ze aantreft en een manier vindt om ze af te spelen - dan weten ze alvast iets van ons. Eenzelfde principe ligt ten grondslag aan het kleurrijke Als je naar de aarde komt van kunstenaar Sophie Blackall. Zij vroeg zich af: wat zouden aliens echt van onze planeet moeten weten? Ze stelde de vraag aan heel wat kinderen, uit allerlei landen op aarde, en hun antwoorden combineerde ze tot een tekst die de eventuele alien heel precies informeert - een tekst die ze vervolgens uitbundig illustreerde.

De illustraties in dit boek zijn dan ook wonderbaarlijk. Het begint al met een schutblad waarop we een rood opkomende zon zien, een huisje met een warm rood dak en met gele, oranje en roze lichten achter de ramen, met vanuit één raam een slingerend lint, dat weer leidt naar de titelpagina, waarop dat lint weer te zien is, nu met de eerste tekst erop. Onder huisje en zon zien we een deel van de aarde, en in plaats van groen en waterig kiest Blackall voor een prachtig gearceerd diepdonker ochtendblauw, wat meteen al zo'n treffend kleurenpalet is, dat het oog nu al betoverd wordt.

Die betovering duurt voort. Of Blackall nu in- of uitzoomt, altijd is er een heel mooie pagina-opbouw en altijd wil je, voordat je omslaat, even de tijd nemen om alles goed in je op te nemen. Als je naar de aarde komt brengt een basisidee en een uitwerking van dat basisidee die je doen denken dat dit boek er altijd al was. Misschien is dat het kenmerk van echt universele boeken: de tevredenstemmende vanzelfsprekendheid ervan.

Dit boek werd vertaald door Hans & Monique Hagen. 80 pagina's, leeftijd: 5+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.


zaterdag 19 december 2020

CONFETTIREGEN en ROZE BRIEVEN - Splinter Chabot (Spectrum)

In Confettiregen, de autobiografische roman die net voor de eerste coronalockdown uitkwam en een bestseller zou worden, de roman ook die technisch gezien niet als young adult roman is uitgekomen, maar, vind ik, door alle jongeren gelezen zou moeten worden - in Confettiregen dus, noteert Splinter Chabot nadat hij als student voor het eerst met een jongen mee naar huis is geweest: 'In mijn hoofd sneeuwde het, het sneeuwde verliefdheid, als in een sprookje.' Zo uitbundig als dit klinkt, zo uitbundig is ook dit boek geschreven. Het sneeuwt beelden zoals het bonte snippertjes regent in een confettiregen. Die vrolijke fladderpartij van een schrijfstijl is maar één van de charmante kanten van dit boek. Chabot is overduidelijk een jongen die oog heeft voor de aanrakingen van de zon (de zin die volgt op de zojuist geciteerde is niet voor niks: 'De zon speelde ondertussen de jarige, met een traktatie van stralen in overvloed.') 

Maar wat hij overtuigend duidelijk maakt in dit boek is dat een zon-omarmer vaak de tegenkant evenzeer kent. Het hart van Confettiregen vormt het verslag van de jaren dat de hoofdpersoon Wobie, het alter ego van de schrijver, zich terugtrekt uit alle warmte om hem heen, omdat hij ontdekt heeft dat hij op jongens valt. Chabot laat ons bewonderenswaardig dichtbij komen: van binnenuit maken we mee hoe iemand die niet automatisch mee kan hollen met de meerderheid simpelweg geen honderd procent zekerheid heeft dat na een coming-out zijn wereld niet kapot zal gaan. Al was het alleen maar omdat je in het nieuws al jarenlang ziet hoe sommige LHBTQIA+-ers in andere landen én in eigen land aangevallen worden. Dat Confettiregen door zoveel mensen als herkenbaar wordt ervaren heeft te maken met de goed gekozen episodes waarin Chabot ons meeneemt. Soms zijn het korte anekdotes, soms diepgaande overdenkingen, soms ronduit spannende verslagen - en ze maken dat je dit boek eigenlijk in één keer wilt verslinden.

In het tweede boek, Roze brieven, vertelt de schrijver hoe hij tijdens een verblijf in Zweden de stapel brieven doorneemt die mensen hem naar aanleiding van Confettiregen hebben gestuurd. Die brieven zijn lief, mooi, confronterend, en soms ook ronduit verdrietig. Bijzonder zijn daarbij de heel liefdevolle reacties die Chabots jongste broer en Chabots moeder schreven. Die twee brieven, en Chabots overdenkingen erbij, brengen ook uitbreiding en verdieping aan op het verhaal uit Confettiregen.

Samen met de overtuigende mediaoptredens van Splinter Chabot, waarin hij zijn woorden ogenschijnlijk makkelijk, maar altijd heel zorgvuldig kiest, zijn deze boeken een belangrijke roze bruisbal in onze huidige samenleving. Of zoals hij zelf schrijft in Roze brieven: 'Wij zijn een nieuwe generatie. Een generatie die niet meer vraagt om respect maar respect zal eisen - van iedereen. Die strijdbare middelvingermentaliteit hebben we hard nodig. Al die kleine en grote pogingen tot vernedering vormen druppels in een grote, onstuitbare roze rivier. En elke blokkade, elke hobbel, elke dam zal omver worden geblazen door de roze waterval. Om op die manier te laten zien wat verliefdheid is, wat vrijheid is.' Dat Splinter Chabot precies dat laatste met kleur, swing en ritme wil doen, is een zon in dit beschaduwde jaar.  

Confettiregen: 342 bladzijden, koop dit boek bij je lokale (online) boekhandel, of bestel het hier.
Roze brieven: 168 bladzijden, bestel hier.

donderdag 17 december 2020

SAMEN ZIJN WE THUIS - Stephanie Parsley Ledyard & Chris Sasaki (Gottmer)

Thuis is 'samen vegen als er scherven zijn' - zomaar een mooie zin uit Samen zijn we thuis, een prentenboek uit de Verenigde Staten dat onlangs in een fijne vertaling van Jaap Robben in het Nederlands verscheen. Het gaat over een van de grote poten onder ons bestaan: ons huis. Of beter: daar waar je je thuis voelt. Want hoe gaat dat als je gaat verhuizen? Hoe zit dat dan met dat thuisgevoel? Stephanie Parsley Ledyard schrijft dan heel mooi: 'Thuis is wat je achterliet terwijl het nieuwe op je wacht.' Totdat de verhuizing allang een feit is en je aan een nieuw huis/thuis went.

De woorden vangen zowel het nestgevoel als het ontwortelde gevoel mooi, in karige zinnen, maar het beeld doet het meeste. De platen van Chris Sasaki zijn prachtig. Doordat je de kwaststroken ziet, ervaar je een diepte, die driedubbel versterkt wordt door het schitterende kleurenpalet waar de tekenaar zit van bedient. Soms baadt een spread in allerlei lever/oranje-tinten, soms is het paars.mauve, maar meestal zijn het nog heel veel schakeringen daar tussenin. Het ontbreken van contourlijnen maakt alles nog een tikje zachter. Een boek dat voelt als de comfortabel warme bank waarin je het voorleest. 

Dit boek werd vertaald door Jaap Robben. 32 pagina's, leeftijd: 4+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier  

woensdag 16 december 2020

DE WONDERBARE REIS VAN NILS HOLGERSSON - Selma Lagerlöf, Bette Westera, Martijn van der Linden (Gottmer)

Ik weet ook niet hoe het mogelijk is, maar hoewel ik van alles wat uit Zweden komt houd, en zelfs meerdere boeken van Selma Lagerlöf (Nobelprijs voor de Literatuur 1909) las, ben ik nooit toegekomen aan haar beroemdste boek: dat over de jonge Nils Holgersson die krimpt tot kaboutergrootte en daarna op de rug van een gans over heel Zweden vliegt. Omdat uitgeverij Gottmer aan Bette Westera vroeg een nieuwe bewerking te maken en aan Martijn van der Linden om die uitgave van nieuwe tekeningen te voorzien heb ik het boek nu eindelijk gelezen - en met welk een plezier!

Omdat ik het origineel niet ken kan ik niet precies zien wat de ingrepen van Westera zijn geweest, maar zeker is dat het een flinke klus geweest moet zijn en dat ze erin geslaagd is om er een lekker leesboek van te maken. Dat ook nog eens overzichtelijk is, met al die Zweedse namen en met steeds een nieuwe plek van handeling. Want De wonderbare reis van Niks Holgersson was niet alleen een opdracht aan Westera: dat was het voor Lagerlöf ook! Aan haar werd gevraagd een aardrijkskundeboek te maken. Dat vertelt ze trouwens zelf aan de lezer, want in het een na laatste hoofdstuk voert ze zichzelf op als een van de personen die Nils tegenkomt. Geen simpele klus, om alle delen van Zweden aan de orde te laten komen, en toch een vloeiend verhaal te schrijven.

Bijzonder aan het verhaal is ook dat Nils in het begin helemaal niet zo'n leuk mannetje is. Zijn verandering, onder invloed van de wilde ganzen, en vooral van hun wijze leidster Akka van Kebnekaise, is een mooie groeilijn in het verhaal. Maar het boek roept ook weer de liefde voor het Scandinavische landschap, de Scandinavische winter en de Scandinavische zomer in de lezer op - dat wat we uit films kennen herkennen we ook hier weer in ruime mate.

Maar dat deze heruitgave echt boven andere bewerkingen uit springt komt toch vooral door het werk van Martijn van der Linden. Hij schilderde bij elk hoofdstuk een plaat die spat van de kleuren en van de bijzondere perspectieven. Deze illustraties vervoeren je echt. Of het nu de platen zijn waarop we Nils op de rug van zijn gans zien, of die waarop het Noorderlicht aan de hemel danst, of de landschappen, of de twee prenten die ik het allermooist vond (pagina 217, Nils spartelend in de bek van een beer, tegen een groene avondlucht en pagina 328, tien wolven plus hun schaduwen op het ijs) - ze toveren ons naar het Zweden van zo'n honderd jaar geleden én ze betoveren ons. Samen met de schitterende vormgeving van Suzanne Nuis maken ze van dit boek een stralende prestatie.

 370 pagina's, leeftijd: 9+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het anders hier


dinsdag 15 december 2020

EEN TOUW IN DE LUCHT - Mattias De Leeuw (Lannoo)

Opeens hangt er een rood lint in de lucht. En er rent een hondje achteraan. Dat hondje volgen we door dit hele tekstloze prentenboek (waarin het hondje zelf weer gevolgd wordt door een kat) en natuurlijk volgen we ook dat rode touw. Waar eerst een zwemster aan blijft hangen, dan een als superheld verkleed jongetje, dan een glazenwasser, een aap en een ontsnapte gevangene. Hoe komen die ooit weer beneden? 

Het zijn allerlei heerlijke verhaallijnen om te volgen, ook doordat elk van de door het lint meegenomen figuren achtervolgd wordt door redders. Het geheel mondt uit in een enorme reddingsoperatie, of eigenlijk meerdere reddingsoperaties tegelijkertijd. Daardoor is er zoveel te kijken in dit boek, en kan er heel vaak weer voorin het boek begonnen worden.

Mattias De Leeuw houdt alle verhaallijnen duidelijk door elk van de personages die aan het touw meezwieren een eigen kleur te geven (slim!). En hij zorgt ook nog eens voor een fijn einde aan dit heel originele kijkboek (tipje van de sluier: het hondje heeft er nog steeds mee te maken!). 

32 pagina's, leeftijd:  4+. Koop dit boek online bij je plaatselijke boekhandel, of anders hier

 

zaterdag 12 december 2020

DAG DROL - Floor Bal & Emanuel Wiemans (Gottmer)

Dag drol, dat als ondertitel heeft: de grote reis van eten: van je mond tot in de wc en verder, is een voorbeeld van een heel geslaagd non-fictie-prentenboek. Floor Bal vertelt in heldere, stevige zinnen wat er na het eten van bijvoorbeeld een appel precies gebeurt in je lichaam. Op oudste-kleuterniveau worden begrippen als maagzuur, darmen, vertering et cetera - zonder die termen te noemen - heel duidelijk gemaakt. Het is fijn om zulke zuivere, precieze taal te lezen in een informatieboek.

Daarnaast is dit boek ook een schoolvoorbeeld van samenwerking tussen schrijver en illustrator. Emanuel Wiemans kiest voor het laten zien van een drietal kinderen, waarbij het meisje min of meer de hoofdpersoon is, maar ook de twee jongetjes voortdurend meedoen in de uitleg. En hoe slim is de uitleg visueel gedaan! Als het in de tekst gaat over darmen zien we de kinderen bij een glijbaan met allerlei tunnels. Als het gaat over hoe de nieren als een vergiet werken, zien we de kinderen in de weer met een zandbakzeef. Echt heel knap bedacht.

Een derde troef is de blinkende vormgeving van Steef Liefting. Zo'n lange ondertitel overzichtelijk op een omslag plaatsen is geen sinecure, maar Liefting heeft een mooie oplossing gevonden. Dat geldt ook voor het binnenwerk, je hebt het gevoel dat alles precies daar staat waar het moet.

40 pagina's, leeftijd: 5+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel of bestel het hier 

zondag 6 december 2020

DE GRAND TOUR VAN HENRY MONTAGUE - Mackenzi Lee (Blossom Books)

De grand tour van Henry Montague is in de oorspronkelijke uitgave (The gentleman's guide to vice and virtue) al sinds 2017 een behoorlijk succes, en nu is er dan ook een Nederlandse vertaling. Het lekker dikke boek vertelt over een 'grand tour', het een-jaar-lang-Europa-rondtrekken dat rijke jongeren blijkbaar deden in de zeventiende eeuw. Een soort geschiedkundige tienertoer dus, die in dit boek gemaakt wordt door de achttienjarige vrienden Henry en Percy, en Henry's jongere zus Felicity.

Daarmee wordt het boek een soort roadtrip, maar ook een liefdesroman: vanaf het begin weet de lezer namelijk alles van de hartstochtelijke gevoelens van Henry voor Percy. Maar De grand tour van Henry Montague is een vol boek. Er komt piraterij in voor, er zijn berovingen, armoede, alchemie, en dan reizen we ook nog eens naar plekken als Parijs, Barcelona, Venetië en Santorini. Je verveelt je geen seconde, daar heeft Mackenzi Lee wel voor gezorgd. Het gaat over achterstelling van meisjes, over huidskleurdiscriminatie, over leven met epilepsie.

Natuurlijk gaat het ook over de problemen die je in die tijd kon hebben als je 'queer' was. Maar het heerlijke van dit boek is toch dat al die zaken in de schaduw staan van de grote, zinnelijke en emotionele liefde tussen de twee jongens. Het doet daarin een beetje aan de Groene Bloem-trilogie van Floortje Zwigtman denken, ook vanwege de laconieke, wat brutale toon die Henry, de verteller, aanslaat. Hij neemt geen blad voor zijn mond en dat geeft het boek veel flair (de ondertitel is niet voor niks Het onzedelijke reisverslag van een rebelse jonge gentleman). Deze YA-roman leest fijn door, en dan is het ook nog eens het eerste deel van een trilogie. Deel twee gaat over Felicity, en deel drie over het kleine babybroertje. En er is een novelle die aangeeft wat er verder met Percy en Henry gebeurd is. Ik ben benieuwd!

Dit boek werd vertaald door Merel Leene. 422 pagina's, leeftijd: 15+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel of bestel het hier.      

donderdag 3 december 2020

HET EILAND VAN OLIFANT - Leo Timmers (Querido)

Heel mooi vormgegeven (door Maarten Deckers en door Timmers zelf) en heel mooi uitgegeven (met stofomslag) door Querido - dat is het nieuwe prentenboek van Leo Timmers. Na vele hoogtepunten in de afgelopen jaren, zoals bijvoorbeeld het alom beprijsde Een huis voor Harry, is er dit keer Het eiland van Olifant, waarin een olifant schipbreukeling wordt op een mini-mini-eilandje. 

Zij (of hij) kan er nét rechtop staan en moet afwachten of er redding komt. Die blijft niet lang uit: het ene na het andere bootje komt langs. Helaas past Olifant in geen van die bootjes, en dus volgt een mooie tournure, waarin Olifant en de net aangekomen schippers de onderdelen van hun in elkaar gevallen boten gebruiken om van het eenzame eiland een prachtig thuis-eiland te maken. 

Zoals altijd blinkt Timmers weer uit in de opbouw van zijn platen en in de opbouw van zijn constructies. De wankele, maar oergezellige bouwwerken doen altijd zo uitnodigend aan dat je er meteen in zou willen gaan verblijven, en ook nu is dat niet anders. Het boek mondt uit in een ode aan het samenzijn, wat het verhaal (dat op rijm verteld wordt, maar ook zonder tekst begrepen kan worden) een mooie extra laag geeft. Daarnaast zijn er de steeds fijnzinniger wordende texturen (in de golven bijvoorbeeld en vooral in de huid van Olifant) en de prachtige breed geschilderde en breed gekleurde luchten. Een ogenfeest dus weer, deze nieuwe Timmers. 

32 pagina's, leeftijd: 4+. Koop dit boek bij je lokale boekwinkel, of bestel het hier.


vrijdag 27 november 2020

DIKKE VRIENDJES DURVEN ALLES - Ingrid & Dieter Schubert (Leopold)

Het begint al met schutbladen vol buitelend spelende marmotjes (de hoofdpersonen uit dit nieuwe prentenboek van de Schuberts). Ze voetballen en stoten zich daarbij aan een steen (huilen) of springen al balancerend over elkaar heen. Een lekker dynamisch begin.

Die dynamische jonge-kinderen-speel-energie straalt vervolgens uit het hele boek. De twee vriendjes trekken aan het begin met zelfgemaakte vlag en met een rugzakje vol wortels de wereld in, want, zeggen ze, ze durven alles. En dat blijkt. Ze beklimmen een berg, ze springen over een diepe kloof, ze gaan pootjebaden in een ruige zee. Alleen, en dat is natuurlijk de grap waar de kinderen die dit boek voorgelezen krijgen, steeds weer om zullen lachen, de twee vriendjes bedienen zich van een vrolijke grootspraak en zoeken een heuveltje uit in plaats van de berg en een plasje water in plaats van de oceaan. Daarmee is dit prentenboek een leuke illustratie van vooral één mooi woord dat spelende kinderen soms vertonen: bravoure. 

Zoals altijd is de verbeelding van de Schuberts tot in de puntjes verzorgd. Het is genieten van de uitdrukkingen en de lichaamshoudingen van de marmotjes, van de zwier en de beweging die in elke prent aan te treffen is, maar ook van de achtergronden en de warme kleurstelling. Beeld en tekst zorgen ervoor dat dit boek heel fijn woelt.

32 bladzijden, leeftijd: 4+. Koop dit boek bij je plaatselijke boekhandel, of bestel het anders hier.

dinsdag 24 november 2020

DE HEERLIJKSTE 5 DECEMBER IN VIJFHONDERDVIERENZEVENTIG JAAR - Annie M.G. Schmidt & Noëlle Smit (Querido) - PIPPI EN DE DANSENDE KERSTBOOM - Astrid Lindgren & Annet Schaap (Ploegsma)

Annie en Astrid & Sinterklaas en Kerst: twee keer twee grootheden. In zowel een heruitgave van Annie M.G. Schmidts Sinterklaasverhaal, met nieuwe tekeningen van Noële Smit, als een heruitgave van het Pippi-kerstverhaal van Astrid Lindgren, met tekeningen van Annet Schaap. Twee onslijtbaar fijne seizoensprentenboeken.

In De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar (prachtig omslagdesign door Roald Triebels) lijden Sint en Piet schipbreuk. Ze spoelen, zich vastklampend aan een plank, ergens in Frankrijk aan, waar Sint zegt: 'Nous sommes Saint Nicolas et Pierre.' Dat wordt niet begrepen, maar ze worden gelukkig met spoed naar Nederland vervoerd. Alleen: daar herkent niemand hen. Niemand? Nee, niet niemand...

Waar het verhaal die echte Schmidt-frisheid bevat, zijn de nieuwe tekeningen in dit ruim opgezette prentenboek van Noëlle Smit van evenveel frisheid. Maar ook zijn ze een geweldige baai van kleur, waar ieder kijkend kind in mag verdwijnen. Groenblauwe golven, pakjes in alle tinten, kinderen in alle tinten en vooral die schitterende landschappen... Het Franse berglandschap bijvoorbeeld, maar ook ouderwetse Amsterdamse stadsdecors. Met een respectvolle buiging naar Fiep Westendorp buit Noëlle Smit werkelijk alle mogelijkheden van dit verhaal uit. 

Pippi Langkous brengt in Pippi en de dansende kerstboom een complete kerstviering naar Pelle, Bosse en de kleine Inga, die diep verdrietig zijn omdat hun vader uit varen en hun moeder in het ziekenhuis is. Met een kerstboom op haar hoofd (letterlijk) beklimt ze, zittend op haar paard en vergezeld door meneer Nilsson, het aapje, de houten trappen naar het appartement van de onfortuinlijke kinderen. En daar begint het feest, dat zeer des Pippi's is omdat ze vindt dat je niet óm maar mét de kerstboom moet dansen. Vrolijkheid, sfeer en mededogen, dat brengt dit verhaal en kerstiger kan het bijna niet. Ook niet in het beeld: Annet Schaap leefde zich uit op de besneeuwde straten, maar ook op details bij de arme kinderen Larsson thuis. Zo hangen er overal tekeningen van papa en mama en ligt er op tafel een brief aan moeder klaar. 

In de beste mix van klassiek en van nu horen deze twee prentenboeken van deze twee grootmeesteressen met deze twee geweldige tekenomgevingen tot elke decemberbibliotheek.    

Beide boeken: 32 bladzijden, leeftijd: 5+. Koop ze bij je lokale boekhandel, of bestel ze hier (Schmidt) of hier (Lindgren).


dinsdag 17 november 2020

ER WAS EENS EEN KOE - Pim Lammers & Marije Tolman (Querido)

Het laatst verschenen deel in de Tijgerlezenserie is het tweede dit jaar van Pim Lammers. Eerder verscheen al het vrolijke Hoe beroof je een bank? en nu is er Er was eens een koe. Een koekalfje, Eefje, is dol op sprookjes - maar ze gaan nooit, werkelijk nooit over háár. Ezels, wolven en biggetjes, ze hebben allemaal hun eigen sprookjes, maar waar is er een Doorn-koetje, een Sneeuw-koetje, een Rood-koetje of een Hans en Koetje

Een terechte vraag, want inderdaad, ook sprookjes gaan soms van stereotypen uit en hele groepen kinderen zijn in onze westers georiënteerde sprookjes weinig gerepresenteerd. Pim Lammers benoemt dit nergens, maar Er was eens een koe is heel subtiel wel een geruststelling, want de onderliggende, als vanzelf door kinderen meegelezen hoofdboodschap is: uiteindelijk zijn er sprookjes voor iederéén. Dat klinkt overigens heel volwassen en serieus, maar het fijne van dit boek is nu juist de toegankelijkheid en de vrolijkheid. Zo gaat Eefje bij een bende kuikens langs, die eigenlijk alleen maar bezig zijn met volkomen hyperdruk zijn. Ze willen vooral Tokkertje spelen, en Verstokkertje. En dat is nog maar het begin van de zoektocht van Eefje naar een eigen sprookje.

Een waar genot zijn ook de tekeningen van Marije Tolman. Die zijn zo speels, zo kleurrijk, en ja, zo (sorry als dit een beetje te plat klinkt) lollig. Je kunt zien dat ze zich achter haar tekentafel zeer vermaakt heeft met alle oma's in boze wolven, alle gelaarsde kippen en alle keutelende ezels. Het is al zichtbaar op het omslag: de blik van dat verslagen draakje! En dan stoere kalf-Eefje die er met de vergiet op haar kop naast staat... Het kan niet anders dat het plezier van zowel de schrijver als de tekenaar ieder kind dat Er was eens een koe leest zal bevirussen. Een heerlijk Tijgerlezen-deel. 

68 bladzijden, leeftijd: 6+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier

 

woensdag 11 november 2020

DE BESTE SCHOOL VAN DE HELE WERELD - Manon Sikkel, met tekeningen van Marja Meijer (Zwijsen)

Onze eigen kinderboekenambassadeur, Manon Sikkel, schreef naar eigen zeggen in een maand tijd, en in een flinke vlaag van inspiratie, een boek op leesniveau, voor uitgeverij Zwijsen. Het moest gaan over een heel warme basisschool zoals veel kinderen die door de coronalockdown in het voorjaar een paar weken moesten missen. Manon Sikkel zegt zelf over dit boek in een interview dat het haar leukste boek is. Nu ken ik niet al haar werk Manon Sikkel, maar leuk is De beste school van de hele wereld zeker, en bevlogen ook. 

Het wervelende verhaal gaat over een school waar nog maar één leerling over is: Marie, de hoofdpersoon van het boek. Ook met één leerling mag een school nog een jaar doorgaan, dus als er een nieuwe juf komt, juf Rachida, begint een heerlijke tijd. Want juf Rachida (die duidelijk dezelfde PABO heeft gedaan als Mees Kees uit de gelijknamige boeken van Mirjam Oldenhave) is geweldig. De hoofdsteden van de provincies worden onthouden door er rare rijmpjes van te maken, als er breuken op het programma staan komen er échte pizza's, en misschien wel het grappigste voorbeeld: de tafels van vermenigvuldiging worden geleerd door de moeilijkste tafelsommen op echte tafelbladen te schrijven, die vervolgens, als Marie ze kent, opgestookt worden. Letterlijk. Met een kampvuur. Natuurlijk zijn er ontwikkelingen: er komt een leerling bij, én er is een strenge inspecteur, die met een oordeel klaar staat...

Je merkt aan alles wat een plezier Manon Sikkel gehad moet hebben tijdens het schrijven. Dat spat ook over op de vele tekeningen van Marja Meijer. Het boek werkelijk een 'graphic novel' noemen, zoals de uitgeverij doet, gaat misschien wat ver, maar toch zijn de vrolijke illustraties overvloedig en samen vertellen schrijfster en tekenares een heerlijk blijmoedig verhaal, dat tussen neus en lippen door pleit voor aandacht en inclusiviteit. Een heel toffe Zwijsenuitgave dus!

168 pagina's, leeftijd: 8+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.

vrijdag 6 november 2020

DE ZOMER DAT WE PARIJS BESTORMDEN - Clémentine Beauvais (Querido)

Laten we eerlijk zijn: veel Young-Adultromans volgen zo'n beetje hetzelfde stramien. Dat is ook helemaal geen probleem, soms wil je graag meer van hetzelfde. Maar het is verfrissend als een auteur het anders aanpakt. En dat doet Clémentine Beauvais in De zomer dat we Parijs bestormden. Ten eerste spaart ze details niet: de lezer krijgt heel wat plaatsnamen en vooral heel wat gerechten (waaronder nogal wat soorten kaas) voorgeschoteld. Dit doet de schrijfster overigens zonder dat het de vaart van het verhaal in de weg zit. Ten tweede is er het, laten we zeggen, ambitieuze plot: drie meisjes die op hun middelbare school eerste, tweede en derde zijn geworden bij de 'varkensverkiezing' van lelijkste meisjes van de school besluiten zich die kwalificatie toe te eigenen en als 'de varkens' vanuit hun woonplaats te gaan fietsen naar Parijs, om daar... de man van de presidente (constant aangeduid als 'Barack Obamientje') te gaan confronteren met het feit dat een van hen zijn wettelijke dochter is, én om de beroemde band Indochine te ontmoeten én om een bekende generaal van zijn oorlogsmedaille te beroven.  

Tja, om dat allemaal geloofwaardig te houden moet je aardig kunnen goochelen als schrijver, maar Beauvais komt ermee weg. En dat is vooral vanwege het derde verschil met veel andere jongerenboeken: de associatieve, metaforistische, fladderende manier van denken van Mireille, het 'Bronzen Varken' en de vertelster van deze roadtrip. Die gedachten vliegen soms alle kanten op, maar doordat Mireille óók brutaal en recht voor de raap is, wil je heel graag verder lezen. Een voorbeeld van die directheid: als de meisjes door een stadje rijden begint Mireille iets te vertellen over de toeristische trekpleisters, maar dan onderbreekt ze zichzelf en dan staat er: 'Ik hoop dat al die details je gestolen kunnen worden, want ik ben geen reisleidster. We zijn hier om te werken, punt.'

De zomer dat we Parijs bestormden is een wervelend boek, een feelgoodroman, en dan gáát het ook nog werkelijk ergens over: over de verschrikkelijk rigide schoonheidsnormen bijvoorbeeld, maar ook over pesten, over (stief-)vaderschap, over ptts bij soldaten, over feminisme. Alles wordt aangeraakt, maar niets wordt te zwaar. Een Young-Adultverademing dus.

Eén kwaliteit moet apart vermeld worden: de fantastische vertaling. Het geheel is zo ongelooflijk naturel, zo wendbaar en speels in het Nederlands gegoten, en dat voor een in-Frans boek dat vele hoeken van de taal opzoekt. Dat heeft Eva Wissenburg echt heel, heel goed gedaan.

302 pagina's, leeftijd: 15+. Koop dit boek in je lokale boekhandel, of bestel het hier.    

donderdag 29 oktober 2020

TIM DE KLEINE BOSWACHTER - Jan Paul Schutten & Tim Hogenbosch, met tekeningen van Emanuel Wiemans (Volt) - WONDERBOS - Medy Oberendorff & Jan Paul Schutten (Lannoo)

Onlangs verschenen twee bosboeken, min of meer tegelijkertijd, en ook al zijn ze bij twee verschillende uitgeverijen uitgekomen, met verschillende illustratoren, op een verschillend formaat, met een verschillende opzet en in een verschillend genre, toch zijn ze familie van elkaar, en dat komt door degene die voor beide boeken de tekst leverde: Jan Paul Schutten.

Tim de kleine boswachter is een heerlijk leesboek waarvoor de landelijk bekende Boswachter Tim (Hogenbosch) de verhalen en situaties leverde. Maar Jan Paul Schutten maakte er een warm en vrolijk fictieboekje van, met veertien hoofdstukken en evenveel avonturen, steeds fijn geïllustreerd door Emanuel Wiemans. Hoofdpersoon is kleine Tim, die samen met vriendinnetje Tippi dol is op het bos. Tims vader is boswachter, en dus mogen ze naar hartenlust in diepe plassen springen (zowel Tims vader als moeder doen mee), een gewond kauwtje in huis houden, een geheime hut bouwen en 's nachts het donkere bos in trekken. Het klein formaat boek is heel aantrekkelijk, en de liefde voor de natuur, maar ook de toegankelijke schrijfstijl en de grapjes bewijzen het leesplezier én het natuurplezier een heel goede dienst.

Dat Wonderbos familie is van dit boek blijkt uit alles wat vriendinnetje Tippi in het laatste hoofdstuk uit Tim de kleine boswachter tijdens haar officieuze boswachterexamen weet te vertellen. Ze móét haast wel Wonderbos gelezen hebben, want sommige weetjes vind je er bijna letterlijk in terug. Dat non-fictieboek heeft haar dan in eerste instantie vooral betoverd door de indrukwekkende, fascinerende grote zoekplaten in zwart-wit. Die luiden steeds een nieuw hoofdstuk in. Op alle platen vallen planten, struiken, bomen en dieren uit het bos te herkennen (een drietal dieren komt zelfs op alle platen voor). Wat volgt is een heldere opzet: eerst een inleidende tekst over de focus van het hoofdstuk, en dan een dubbele pagina met ongeveer zes kleinere stukjes, met illustraties in kleur.

Er valt veel te leren. Over parasieten die parasiteren op parasieten bijvoorbeeld, over de berichten die bomen elkaar ondergronds door weten te geven, over de superslaapjes ('torpors' genaamd) die muizen doen, over hoe bomen slapen (hun takken hangen 's nachts een paar centimeter lager!) en over nog zoveel meer. Aan het eind van het boek staat dan, voor de speurders, een overzicht van alle zoekplaten, waarbij je alle dieren en planten nog eens op kunt sporen. 

Twee geweldige bosboeken dus, die hoe verschillend ook, behalve hun schrijver nog één ding gemeen hebben: na het lezen ervan wil je er meteen op uit. 

Tim de kleine boswachter
128 pagina's, leeftijd: 7+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.
Wonderbos
76 pagina's, leeftijd: 9+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier

dinsdag 27 oktober 2020

MIJN VADER WOONT IN HET TUINHUIS - Jacques Vriens (Van Holkema & Warendorf)

We kennen Jacques Vriens van zijn historische romans, van zijn vrolijke boeken rond meester Jaap of de bende van de Korenwolf, maar óók van zijn realistische kinderboeken, waarin hij precisie combineert met toegankelijkheid, en serieuze zaken met warmte. Zo was er in 2017 het sterke Niet thuis en in 2018 het geweldige Code Kattenkruid (beide boeken kregen volgens mij te weinig aandacht van recensenten en prijsjury's). En nu is er dan Mijn vader woont in het tuinhuis

Hoofdpersonages zijn achtstegroepers en tweelingkinderen Lara en Joeri. De hoofdstukken worden beurtelings vanuit hen verteld, waarmee Vriens mooi kan laten zien hoe verschillend ze zijn: Lara streeft naar harmonie en Joeri lukt het maar niet om tot tien te tellen wanneer hij een 'woedeaanvalletje' heeft. Zowel die harmoniezucht als de woede zijn logische reacties op wat hen overkomt: hun ouders gaan scheiden. Het boek vertelt over alle aspecten van de eerste maanden na zo'n bericht (vader gaat ergens anders wonen, mediatie, de hoop op verzoening, toch weer de ontploffing, het verdriet bij beide ouders, het getouwtrek om de aandacht van de kinderen en ook om bepaalde spullen). Vriens verhult niets maar hij zou Vriens niet zijn als het boek toch vooral ook bemoedigend is voor de kinderen zélf. (En als er - bonus - weer heerlijk levendige vintage-Vriens inkijkjes in de dagelijkse gang van zaken op school langskomen).

Wat me daarnaast ook zo bevalt is de frisheid van Vriens' schrijven. In één enkele zin tovert hij een volledige situatie op zijn plek, kijk bijvoorbeeld eens naar de conclusie van de hieronder geciteerde alinea, waarin Lara en Joeri voor het eerst van hun ouders horen dat die uit elkaar willen:

'En ze riepen ook nog dingen als: co-ouderschap, medie-jeter of zoiets, ouderschapsplan en bezoekregelingen. Alsof ze een prullenbak met rare woorden omkeerden. Volgens mij hadden ze er nog niet zo goed over nagedacht en alleen maar tegen elkaar gezegd: "We houden ermee op."
Het was net een spreekbeurt die ze slecht hadden voorbereid.'

Zo'n zin is onverslaanbaar en maakt alles meteen helemaal duidelijk. Die concentratie houdt Vriens in het hele boek vol en daarmee is voor mij Mijn vader woont in het tuinhuis een boek waar hij nu eindelijk weer eens een keer een Zilveren Griffel voor zou moeten krijgen. 

144 pagina's, leeftijd: 10+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel of bestel het hier.

zondag 25 oktober 2020

WAAROM HET NOOIT BANANEN REGENT - Daniel Billiet, met tekeningen van Paul Verrept (De Eenhoorn)

De administratie: deze verzameling bevat drieënnegentig gedichten, samengesteld uit de zeventien eerdere dichtbundels van Daniel Billiet, aangevuld met veertien nieuwe gedichten. Paul Verrept maakte er nieuwe tekeningen bij, deed ook de prachtige vormgeving, en verder is het boek helder ingedeeld, met een inleidings- en een uitleidingsgedicht en daartussenin negen thematische afdelingen, met titels als 'Denkend aan de school' en 'Vriendjes en liefjes.' Samengevat: dit boek biedt een staalkaart van Billiets beste werk en is tevens een fantastische aanleiding om zijn poëzie al dan niet opnieuw te ontdekken.

De gedichten variëren enigszins in moeilijkheidsgraad, maar globaal kun je zeggen dat ze vanuit kinderen van een jaar of elf, twaalf geschreven zijn. Billiet grossiert in observaties van de bijzondere alledaagsheid. Dat valt al te zien aan de allereerste zinnen:

'In bed voor je jarig bent
wikkel je al met veel plezier
de dag van morgen uit papier.' 

Dat prachtige inleidingsgedicht, met de titel 'Jarig' benoemt precies hoe een kind zich voelt op de avond voor zijn of haar verjaardag, maar wikkelt dat gevoel in schitterpapier - want het gedicht eindigt zo:

'De slaap spant een strik
met sterren rond de doos van de nacht.
Je feest houdt voor jou de wacht.' 

Of het gevoel dat een ongedurig kind kan hebben als het steeds nog maar geen tijd is om naar huis te gaan (dit gedicht citeer ik hier in zijn geheel):

Het laatste uur

De juf plant vlinders
van krijt op het bord.
Die moeten wij verplanten
naar ons schrift.
 
Het is niet tof.
De zon is zoveel groter dan wij
en mag toch de hele dag buiten
spelen. Of hier binnen
vlinderen met lichtspotjes stof.
 
Het uur duurt uren.
Is de schoolbel de tel kwijt?
De vlinders uit mijn hand
groeien tot gieren.  

Prachtig. Dat subtiele rijmen (tof/lichtspotjes stof, schoolbel/tel), het spelen met het woord 'vlinders', de grimmige alliteratie in de laatste regel (groeien-gieren), een zin als 'het uur duurt uren', maar ook een helder zinnetje als 'Het is niet tof' tussendoor, dat als een helder punt ruimte geeft aan de metaforen om zich heen. Heel sterk! En zo is er veel meer glinsterends te vinden in deze verzamelbundel. Billiet is back.  

138 bladzijden. Koop dit boek in je lokale boekhandel, of bestel het hier (Vlaanderen) of hier (Nederland).

zaterdag 24 oktober 2020

GRAPMAN, HELD MET HUMOR - Tjibbe Veldkamp & Kees de Boer (Querido)

Als ik me sommige kinderen voor de geest haal uit de klassen die ik (lang geleden) lesgaf, of sommige kinderen voor me zie uit de klassen die ik bezoek (recenter dus), dan zou ik willen dat ze allemaal dikke boeken met veel nuance en beschrijving lezen, maar het lukt ze gewoon niet. De conclusie voor sommige kinderen is vaak: niet lezen of met tegenzin lezen. En daarom ben ik zo blij dat er boeken als Grapman gemaakt worden. Grapman is een boek met veel beeldwerk in kleur, met snelle grappen en rennende verhaallijnen, met hyperfantasie en gooi-en-smijt-absurdisme, in het spoor van De waanzinnige boomhut en Dogman

Maar dan dus gemaakt door Tjibbe Veldkamp en Kees de Boer. Samen zijn ze al befaamd door bijvoorbeeld hun Agent en Boef-reeks, en met Grapman stappen ze in een nieuwe serie (aan het eind van deel één wordt deel twee al aangekondigd, dus we weten dat het een reeks wordt). De Grapman uit de titel is Nik, en zijn 'trouwe helper die oneindig veel slimmer is dan de superheld zelf' is Noor. Die twee hebben flink te lijden van een slechterik van een leerkracht (meester Nietje) en ze belanden door hem zelfs in een heel andere tijd. Nik probeert zich uit alle situaties te redden door het vertellen van nogal slechte grappen ('het is groen en het gaat op en neer - een broccolift'), wat natuurlijk meestal misgaat. De lezer heeft lol, want die weet méér, en daarbij is er altijd vaart en kleur en een perfecte samenwerking tussen Veldkamp en De Boer (je kunt zien dat die twee precies weten wat ze aan elkaar hebben).

Aan het einde van het boek zijn er dan ook nog wat doe-activiteiten (strips waarbij de lezer de tekst mag invullen, bijvoorbeeld), en de grappen gaan tot op de achterflap door. Heel verzorgd dus allemaal, want het maken van zo'n onserieus doorleesboek vereist serieuze kennis en serieus aanvoelen - wat bij dit Grapmanduo, geholpen door vormgever Roald Triebels, helemaal goed zit.

176 pagina's, leeftijd: 7+, koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.

woensdag 21 oktober 2020

HELE VERHALEN VOOR EEN HALVE SOLDAAT - Benny Lindelauf, met tekeningen van Ludwig Volbeda (Querido)

Vijf jaar hebben we moeten wachten, maar nu is de opvolger van Hoe Tortot zijn vissenhart verloor er dan eindelijk: Hele verhalen voor een halve soldaat. Dit nieuwe boek vertelt wat er vóór de gebeurtenissen uit Tortot plaatsvond. In dat boek leerden we het twaalfjarig ('halve') soldaatje kennen dat het hart van een door oorlog verstokte veldkok open wist te wrikken. Dit nieuwe boek vertelt over de vijf oudere broers van dat jonge soldaatje, die een voor een opgeroepen worden om de oorlog in te gaan. Ze komen langs een grenspost, waar ze de eenzame wachter niets aan te bieden hebben, behalve dan elk een verhaal. We lezen de afzonderlijke verhalen van de broers, maar ook, uiteindelijk, dat van de wacht zelf.

Daarmee is Hele verhalen voor een halve soldaat een epos dat aanhaakt bij klassieke boeken als Verhalen uit 1001 nacht en Paul Biegels Het sleutelkruid, waarin verhalen iets moeten tegenhouden of juist bespoedigen. Ik moest ook denken aan Biegels Laatste verhalen van de eeuw, wat een meer reguliere verhalenbundel is, maar wel, net als Lindelaufs boek, het idee oproept dat deze auteurs (in dit geval: Biegel en Lindelauf) hele werelden in hun achterhoofd ter beschikking hebben en dat daaruit vertellingen opschieten die als wáár aandoen, als oud en waar. 

Deze nieuwe Lindelauf is in elk geval weer overrompelend en overtuigend. Wat er ook aangenaam aan is, althans, dat vind ik, is dat het een boek is dat een beetje opengekrabd moet worden. Ik bedoel: het is geen Disney. De beelden roepen een verre werkelijkheid op, die zich langzaam openvouwt voor het gezicht van de lezer. De beloning is groot, en het is lastig aan te wijzen welke verhalen favoriet zijn (al heb ik wel zeer genoten van het verhaal van het marionettenmeisje en dat van de jongen en de witte wolf).

De beelden van Ludwig Volbeda bekleden het boek met krachtige vergezichten. Door Volbeda waait er op elke bladzijde zand door de tekst, vermoed je overal bekrabbelde envelopjes aan te treffen en kun je zomaar van een wolvenmasker schrikken. De prachtige woestijnspreads roepen zelfs geluid op: je hoort het huuuuuu van een avondlijke storm. Op andere brede platen knijp je je ogen toe om in het diffuse Ludwiglicht een eenzame wandelaar te ontwaren. 

Dat alles, tekst en beeld, geplaatst in de sterke vormgeving van Herman Houbrechts, werkt mee aan opnieuw een zintuiglijke, authentieke leeservaring. En dat is wat we willen van een boek. 

280 bladzijden, leeftijd: 12+, koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier

   

zaterdag 10 oktober 2020

ROTKAT - Janneke Schotveld & Milja Praagman (Querido)

Er is een nieuw kinderboekfiguurtje aangekomen in Tijgerlezenland: Rotkat. Deze stoere kat met ooglapje (ooit verloor hij een oog bij een gevecht met meeuw Mohammed, die overigens sindsdien zijn beste vriend is) is verzonnen door Janneke Schotveld en we leren hem dus kennen in het nieuwste deel van de serie Tijgerlezen, boeken voor beginnende of tegenstribbelende lezers, zonder AVI-niveau, maar met lol of spanning. 

Met die lol zit het in Rotkat wel goed. Met zwier begeeft deze vrije kater zich door het leven. In dit boek beleven we één dag met hem mee, een dag waarin hij onverschrokken door het verkeer rent, een elegante meisjespoes ontmoet (Mimi) op wie hij meteen verliefd wordt, maar waarin Rotkat ook zijn ergste vijand ontmoet: de kattenvanger. Meeuw Mohammed is een toffe bijfiguur, en het laconieke commentaar van Rotkat bij alles wat hij doet neemt je in voor deze schelm.

Een grote troef van Rotkat zijn de tekeningen. Milja Praagman heeft zich overduidelijk geamuseerd bij het verbeelden van de scènes uit het leven van Rotkat. Allereerst is daar al de keuze voor zijn vacht: Rotkat is helgeel, met rode strepen. Daarmee springt zijn beeltenis van de pagina's af. Omdat Praagman er vaak voor kiest om de rest van de tekening in niet-ingekleurde lijnen te maken, stuurt ze de blik van de lezer heel effectief. Overigens is er nog wel meer kleur: de kattenvanger is van een koel blauw en het bazinnetje van huispoes Mimi (nou ja, de júrk van het bazinnetje) van een voluptueus roze. Zo zijn de taferelen die Milja Praagman samenstelt stuk voor stuk oogverwenning. Rotkat is aldus een heel fijne Tijgerlezen-entree van dit duo (dat natuurlijk al samenwerkte voor Avonturen van de dappere ridster), en hopelijk komt er meer!

 64 pagina's, leeftijd: 6+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier

woensdag 7 oktober 2020

IN VUUR EN VLAM - Pim Lammers, met tekeningen van Silvie Buenen (Zwijsen)

Soms heb je maar een heel, heel beperkt aantal woorden en letters nodig om toch een krachtig verhaal te vertellen. Pim Lammers, die denderend de kinderliteratuur binnenkwam met bijvoorbeeld Het lammetje dat een varken is, De boer en de dierenarts en Hoe beroof je een bank?, doet het in het kleine boekje in vuur en vlam (geen hoofdletters, want het leesniveau van dit 'eerste lezertje' is M3) enkel met eenlettergrepige woorden. Maar wat een goed verhaal!

De brandweermeisjes Pip, Loes en Tes worden de hele tijd gebeld door dezelfde persoon: Tim. Het begint bij een man die hij in een boom zag zitten. De man (Rik) durft er niet meer uit. Daarna is er brand vanwege een vlam in de pan. En tenslotte worden de meisjes gebeld omdat Tim een ring in het meer heeft laten vallen - de ring... die voor Rik bedoeld was. Want dat zagen we halverwege het boek in de tekeningen: Tim en Rik stonden inmiddels hand in hand. En dan is opeens de titel van het boekje in plaats van letterlijk óók figuurlijk op te vatten.

Daarmee is in vuur en vlam een voorbeeld van hoe zo'n eerste leesboekje kan (en moet) zijn: niet alleen maar min of meer samenhangende zinnetjes die een min of meer samenhangend verhaal vormen waarvan je hoogstens kunt zeggen: oké, de technische leeseisen zijn gevolgd, maar een verhaal dat grappig is, dat fris is, en dat meer is dan alleen de en-toen-dit-en-toen-dat-inhoud. Kortom: literatuur.

32 pagina's, leeftijd: 6+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.    

dinsdag 6 oktober 2020

ALTIJD DICHTBIJ - Mark Janssen (Lemniscaat)

Een jongetje stroomt over van gemis. Zijn oma is er plotseling niet meer en ze heeft hem voor ze stierf gezegd dat ze dichtbij hem zal blijven, en dat hij dat juist als hij haar het meest mist zal voelen. Maar na een diepe duik in het Meer van Pokhara weet het jongetje niet hoe hij dat wat zijn oma bedoelde ook werkelijk moet vóélen. Dat leren voelen van de nabijheid van een geliefde dode is het onderwerp van dit unieke prentenboek: de tekenen ervan leren zien en er troost uit leren putten. 

Uniek is het adjectief dat al een tijd past bij het werk 2.0 van Mark Janssen. Met Niets gebeurd (2016) nam hij als het ware zijn eigen duik in het Pokhara-meer. Zijn palet is exuberant kleurrijk geworden, zijn kleurvlakken vloeien vrijer, de contrasten zijn gedurfder, er is pret, er is diepte. Bovenal is Janssen zijn eigen verhalen gaan vertellen.

Maar Altijd dichtbij is binnen dat ontketende werk een nieuwe ontketening. Janssen deed het idee op tijdens zijn reis naar Nepal. Het knappe aan het verhaal is, vind ik, dat het thema zwaar is, maar dat het toch een boek voor kinderen is gebleven. Kinderboeken over de dood kunnen lijden aan hermetiek, aan het ontbreken van een toegang op kindermaat, maar daar is hier geen sprake van. 

Dat komt in hoge mate ook door de tekeningen. Die zijn breed en uitnodigend. In zwart-wit (geen moment mis je hier kleur) schetst, plaatst, arceert Janssen de decors waartegen het jongetje stap voor stap zijn levensontdekking doet. Jungle, tempel, meer, stadsdak, sterrenhemel: je raakt er niet op uitgekeken. De stijl lijkt zowel die van Thé Tjong-Khing ten tijde van Kleine Sofie en Lange Wapper te eren, als soms ook dat wat Philip Hopman deed in boeken met tekst van bijvoorbeeld Hans Hagen en Bibi Dumon Tak. Maar het zijn slechts historische knikjes naar hen toe: Janssen is volledig Mark Janssen en neemt met dit boek zelfs een verbluffende nieuwe afslag op zijn eigen route. Het is fascinerend dat we zijn vrijheidstraject jaar na jaar zo mogen blijven volgen. Met Altijd dichtbij heeft hij aan dat traject een prachtige voorlopig hoogste piek toegevoegd.

32 pagina's, leeftijd: 5+. Koop dit boek in je lokale boekhandel, of bestel het hier

zondag 4 oktober 2020

DICHTER. gedichten voor kinderen van 6 tot 106: de nieuwe canon - Diverse auteurs (Plint)

De onlangs uitgekomen editie van het tijdschrift voor nieuwe kinderpoëzie, DICHTER., is de zeventiende. Elke keer weer publiceert de redactie een wijde waaier aan nieuwe gedichten, altijd gegroepeerd rond een overkoepelend thema. Meestal is dat thema vrij abstract, maar dit keer kregen de dichters een strakke opdracht: schrijf een gedicht bij de vijftig belangrijkste gebeurtenissen uit de vaderlandse geschiedenis (zoals die vastgelegd zijn in de nieuwe canon). Van veenmeisje Trijntje tot en met 'het oranjegevoel', alles vond zijn plek, en alles vond zijn verdichting. Natuurlijk doet het ene gedicht de lezer meer dan het andere, maar wat knap is: hoewel de opdracht gelimiteerd was werd dit een van de beste DICHTER.-edities. Hulde dus aan de redactie en de makers. Ook het beeld is goed verzorgd: Mia Goes, hoofdredacteur, legt uit dat voor deze aflevering gezocht is naar archiefmateriaal uit musea en beeldbanken. Alles bij elkaar ziet het er sterk uit.

Maar de poëzie verrast het meest. En natuurlijk sprongen daar voor mij enkele gedichten bovenuit. Dat van Kees Spiering bij 'kolen en gas' bijvoorbeeld, over hoe een aardbeving voelt: 

[...] Je kijkt naar de akker
naast de tuin, misschien de nieuwste reuzenmachine
van boer Tonkens of Janssen en dan trilt de tafel niet
beweegt de soep niet in de borden, maar
voelen je voeten het kolken in de aarde en dan 
de knal, alsof iets honderden kilo's zwaars
van wolkhoog op een houten vloer valt. Honden
zo ver je kunt horen. [...]  
 
Een fantastische inzending is er van Bette Westera, die over Annie M.G. Schmidt schrijft en het schaap Veronica, de dominee, de dames Groen samen met nog andere personages uit haar werk op bezoek bij Annie's graf laat gaan. Een heerlijk vers is het gevolg, volledig in Het schaap Veronica-stijl.  

Ook sterk: het gedicht dat Saskia van der Wiel bij het Kinderwetje van Van Houten (kinderarbeid) schreef. In een voortjakkerend gedicht, zonder leestekens of hoofdletters, voel je de fabrieksmachines doordenderen. Het eindigt hoopvol met een omschrijving van hoe het is om naar school te mogen:

[...] 
we leren hoe groot de wereld is vol mensen die dingen
ontdekken vreemde beesten landen bergen steden treinen
woestijnen sterren de zee dat past allemaal in je hoofd
[...]
 
Redactielid Hans Kuyper moet apart genoemd worden: hij nam maar liefst vijf onderwerpen voor zijn rekening, en elk van zijn gedichten is goed. Vooral zijn verhalende, middeleeuwse-ballade-achtige vers over Maria van Bourgondië is een kleine triomf. Wanneer komt er een dikke verzameling van zijn gedichten uit? En dan is er ook nog een fijn kort vers van Remco Ekkers over Karel de Grote, en het geweldige gedicht van Joke van Leeuwen over Sara Burgerhart - waarlijk, koop deze editie van DICHTER. Je hebt er een sterke dichtbundel aan.
 
130 pagina's, koop dit boek bij je lokale boekhandel of bestel het hier.
 

woensdag 30 september 2020

WIE BEN IK? - Peter-Paul Rauwerda (Volt)

Het aloude tv-spelletje Wie van de drie is precies het spelletje dat Peter-Paul Rauwerda ook speelt in zijn volledig bij het thema van de kinderboek passende Wie ben ik? We lezen een omschrijving van een historische figuur in zijn of haar kindertijd ('Ik droom ervan om te vliegen als een vogel. Wie ben ik?') en we zien Leonardo da Vinci staan, maar ook Charlie Chaplin en Wolfgang Amadeus Mozart. Dan slaan we de bladzijde om en zien Leonardo als kind met aangeplakte vleugels op een kasteeltrans én hemzelf als volwassene onder zijn uitgevonden vleugels. Zo zijn er nog 5 raadspelletjes, en achterin het boek zien we alle historische figuren terug, met een korte omschrijving. 

Het boek is klein van opzet, omvang en prijs, dus het zou een opstapje kunnen zijn naar het zoeken naar meer informatie over de genoemde figuren. Maar dat doet het tekenwerk van Rauwerda wat tekort: in warme kleuren tovert hij ons mooie landschappen voor en de personages zijn levendig en realistisch. Bovendien is de enscenering soms origineel: zo zien we de piramide van Cheops, maar wel met op de voorgrond een verbaasd achterom kijkend grappig knaagdier.

32 pagina's, leeftijd: 5+. Koop dit boek in je lokale boekwinkel, of bestel het hier

 

dinsdag 29 september 2020

KONINGSKIND - Selma Noort (Leopold)

Velen van ons hebben vroeger het bekende verhaal met koning Salomo in de hoofdrol gehoord - het verhaal waar we het woord 'salomonsoordeel' aan over hebben gehouden. Velen van ons hebben het een intrigerend verhaal gevonden, en dat gold ook voor Selma Noort. Zij reisde af naar Israël om de sfeer en de smaken van het drieduizend oude rijk op te doen, het rijk waarvan koning Salomo de ruwe heerser was.

Ze kwam terug met het onbekende verhaal van het zusje van de baby die de hoofdrol speelde in het Bijbelverhaal. Ze brengt in Koningskind de samenleving uit die tijd tot leven, en dan vooral het dagelijkse leven van een tweetal vrouwen, moeder en dochter. Het levert een geslaagd boek op dat zeer goed past bij het thema van de kinderboekenweek 2020. 

Selma Noort dompelt ons vanaf de eerste bladzijde onder in een zintuiglijk geheel. We volgen Lydia, een vijftienjarig meisje dat door de koning is bezwangerd en vervolgens afgedankt, en al op de eerste bladzijde baart zij (staand in het water) haar dochtertje Zissel. Wat een openingsscène! En dan volgen de moeilijkheden voor dit jonge meisje met kind - hoe moet ze beschutting vinden, hoe verzekert ze zich van een plek in een buurt en een dorpje, waar dan ook? En hoe groeit het enigszins gehandicapte dochtertje op? 

We volgen Lydia, maar vooral Zissel (en haar gevonden broertje Jabin) in een avontuur dat hen uiteindelijk zelfs tot bij Salomo brengt. Koningskind is een aangename historische kinderroman met een omslag van Martijn van der Linden, maar wat binnentekeningen van Selma Noort zelf, en het roept de vraag op: waarom heeft de CPNB Noort nog niet gevraagd voor het kinderboekenweekgeschenk?   

254 bladzijden, leeftijd: 10+, koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.

donderdag 24 september 2020

TOEN IK DE STERKSTE WAS - Jason Reynolds (Blossom Books)

Toen ik de sterkste was is het derde boek van Jason Reynolds in Nederlandse vertaling, na 67 seconden en Echte Amerikaanse jongens. Het boek verscheen in 2013 in de Verenigde Staten en is daarmee dus een boek dat eerder uitkwam dan de bovenstaande titels - maar het is een 'echte Reynolds', in de zin dat het gaat over de struggles van opgroeiende zwarte jongens.

Dit keer is Ali de hoofdpersoon. Een rustige, goedwillende jongen die liefdevol wordt opgevoed door zijn moeder, die overigens twee banen heeft om het gezin draaiende te houden. Ali is dol op haar en op zijn jongere zusje Jazz. Zijn beste vriend, met de bijnaam Noodles, woont naast hem, en dan is er nog Needles - de oudere broer van Noodles. 

Noodles, Needles, Ali, het zijn allemaal bijnamen, maar waar het om gaat is dat het drietal jongens probeert zich staande te houden in een buurt die vol van mogelijke problemen is. Soms is dat een hele opgave, aangezien Needles het syndroom van Gilles de la Tourette heeft. Gelukkig wordt hij door vrijwel iedereen gerespecteerd. Totdat het natuurlijk tóch een keer fout gaat. En dan moeten zowel Noodles als Ali laten zien wat ze waard zijn.

Dit boek gaat de rauwe werkelijkheid niet uit de weg, maar straalt intussen van oprechtheid. Het is geen dik boek, maar wel een heel fijn boek. En een boek dat zowel rechttoe rechtaan wordt verteld, maar toch geen nuance overslaat. Tenslotte maakt het benieuwd naar een volgende Reynolds-vertaling. Dat die maar snel mag volgen.

Dit boek werd uitstekend vertaald door Maria Postema.

215 pagina's, leeftijd: 14+, koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.  

vrijdag 18 september 2020

MIJN MOEDER IS EEN GORILLA (EN WAT DAN NOG) - Frida Nilsson, met tekeningen van Martijn van der Linden (Querido)

Goeie titel, geweldig omslag: dat is het eerste wat je denkt als je Mijn moeder is een gorilla ziet. Het is het tweede in het Nederlandse vertaalde boek van de Zweedse Frida Nilsson en kreeg heel mooie tekeningen van Martijn van der Linden mee. Vooral dus die op het omslag. 

Dat heeft natuurlijk ook te maken met het geinige uitgangspunt van deze niet al te dikke kinderroman. Hoofdpersoon Jonna woont in een verschrikkelijk kindertehuis maar wordt eindelijk, op haar negende, geadopteerd door een gorilla. Jonna vindt dat eerst een verschrikking, bovendien komt ze in plaats van in een net huis met een nette kinderkamer in een oud-ijzerhandel terecht, maar al snel blijkt het toch wel heel fijn bij deze pleegmoeder. Natuurlijk is er een bedreiging van buitenaf met nare commissies en nare inspecteurs, maar de nieuwe warmte tussen Jonna en Gorilla zorgt dat de liefde overwint.

Een vrolijk verhaal, niet al te serieus, maar toch met wat ernstige ondertonen. Het boek werd fijn vertaald door Femke Muller. 

136 pagina's, leeftijd: 9+. Koop dit verhaal bij je lokale boekhandel, of anders hier

dinsdag 15 september 2020

KONING VALENTIJN - Tim Gladdines (Marmer)

Een verrassing: de nieuwe jeugdroman van Tim Gladdines. Die is spannend en ontroerend, en ook origineel. Koning Valentijn gaat over Benjamin van dertien, die altijd en eeuwig in de schaduw staat van zijn flamboyante oudere broer Valentijn - een broer die hij tegelijkertijd hogelijk bewondert. Hoe is het om altijd te willen wat je broer wil, en daarom door hem als een vervelend en lastig verschijnsel gezien te worden? En hoe is het als je opeens geheimen van die broer te weten komt die alles in een ander licht zetten? En hoe is het als de omstandigheden er voor zorgen dat jij ineens gezien wordt - en niet je broer?

Koning Valentijn laat heel geloofwaardig zien hoe het er aan toegaat in een gezin met drie pubers (er is ook nog een oudere zus) die alle drie in hun eigen storm verkeren. Vanaf de eerste bladzijde spatten de personages van de pagina. Het plot is werkelijk spannend, alles wervelt naar een dramatisch hoogtepunt toe (of eigenlijk verschillende dramatische hoogtepunten), en ook het muzikale decor helpt mee. Zo versterkt tegen het einde van het boek het beluisteren van de song Gethsemane uit de musical Jesus Christ Superstar zéér de leeservaring. Ik las het boek werkelijk in één lange haal uit, en dat gun je veel lezers: dus haal dat boek in huis.

224 pagina's, leeftijd: 13+
Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.

maandag 7 september 2020

HET LICHT IN JE OGEN - An Rutgers van der Loeff (Ploegsma)

In 1956 publiceerde An Rutgers van der Loeff (van wie ik het hele oeuvre aan het lezen ben) de kinderroman Het licht in je ogen. Hiervoor deed ze onderzoek bij een blindeninstituut en het boek is ook gebaseerd op de wederwaardigheden van een jongen die ze kende, Cornelis Noot - in het boek kortweg Kees genoemd.

Kees raakt slechtziend (en daarna langzaam blind) nadat hij in een kalkput op een bouwplaats is gevallen. Dit gebeurt al vroeg in het verhaal en de meeste bladzijden van het boek zijn gewijd aan Kees' langzame leren omgaan met het blind zijn en aan de dagelijkse gang van zaken op het instituut. Een mooie rol is weggelegd voor de vriendschappen, die met de ziende Geurt (zijn beste vriend vóór het ongeluk) en met de blinde Wiebe. 

Het licht in je ogen lijkt, mede door de titel, een boek met een groot gehalte aan ziekte-drama, maar wat nu juist treft bij het lezen is de levendige, beweeglijke toon. Die past dan ook volledig bij de drukke Kees, die aanpakken wil, die de wereld in wil, die druk en opvliegend is, die toppen van blijheid afscheert en dan weer snikkend in zijn hoofdkussen op zijn bed ligt. Daarmee schiep Rutgers van der Loeff een heerlijke hoofdpersoon waarin het als lezer moeiteloos instappen is.

Het fijnst is natuurlijk, opnieuw, Rutgers van der Loeffs kwieke taalgebruik, met haar zilversnelle dialogen en haar in een handomdraai verwoorden van soms heel complexe gevoelens. Voorbeeld? 'Kees dacht weer aan deze middag waarop de wereld van het licht voor hem was opengegaan, maar daarvan kon je niets aan je vader vertellen, ook al was hij schilder.'

Of, als Kees voor het eerst een trompet probeert te bespelen: 'Maar er kwam geen geluid. Hij had de eenden willen antwoorden. Hij had de ganzen iets willen toeroepen, hij wou recht naar de blauwe hemel blazen. Maar er gebeurde niets. Hij zat daar alleen met een rode kop en moest zichzelf uitlachen.'

Natuurlijk is het taalgebruik dat van de jaren vijftig (wat trouwens ook extra charme geeft), maar dat stoort nergens en ik denk dat dat komt omdat er zoveel vaart is. Hier zien we dat met name in de lol tussen de kinderen op het blindeninstituut - want die sparen elkaar niet: 'Moet je horen,' lachte Cootje. 'Ik liep in 't speelkwartier achter meneer Van der Veer en die vreemde dame die hier is komen kijken. En weet je wat ze zei? Zij had Miesje Krol gezien, hè? Nou, zei ze, die kleine Miesje, wat vind ik dat toch een dot van een kind!' Cootje sprak opeens heel geaffecteerd en met een dik opgelegde nadruk. 'En wat een ogen! Wat een scháttige ogen heeft dat stakkerdje! - Nou, ze moest es weten dat Miesje die schattige ogen 's avonds uitdoet!' 

Ja, ook dit boek is weer fris van toon, het is geweldig geschreven en het eindigt heel ontroerend. Daarmee moet ik het, ik kan niet anders, opnieuw bestempelen als een van de fijnere RvdLoeffen.

Lees mijn vorige Rutgers-van-der-Loeff-leesverslagen hier, hier, hier, hier, hier en hier.