Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werden kinderen uit het Westen van het land naar de Noordelijke provincies gebracht, omdat daar meer eten was. Ze kwamen bij gastgezinnen terecht, die soms wel en soms niet wisten wat ze aanmoesten met die nieuwe bewoners. Dit mooie nieuwe verhaal van Koos Meinderts (wat een sterke boeken maakt toch, het is elk jaar weer uitkijken naar zijn nieuwste) wordt verteld vanuit Jaap. Samen met zijn broertje Kees en zijn oudere zus Nel brengt ook hij een winter in Friesland door. De nabijheid (van de lezer bij Jaap) is wat dit boek zo sterk maakt, Meinderts slaagt er in om ons Jaap te laten zijn. In het missen, in het plezier, in de vervreemding, ver van huis, en in het vinden van zijn weg tussen heel christelijke gastouders en een niet altijd verwelkomende klasgenoot. Met sterke, mooi in blauw afgedrukte, tekeningen van - uiteraard - Annette Fienieg.