De decemberduisternis is allang opgetrokken, en de geur van pepernootdeeg is de supermarkten uit. Wat te doen met een Sinterklaasboek dat werkelijk een leestip waard is en dat ik door omstandigheden pas deze week las? Toch over schrijven.
Want SuperSint van Maranke Rinck en Martijn van der Linden is een bespreking in elk seizoen waard. Wat een leuk verhaal, wat een slimme vorm, wat een heerlijke tekeningen. Om met dat laatste te beginnen: Martijn van der Linden laat opnieuw zien wat een gevoel voor kleur hij heeft. Er zit een grote warmte in zijn aanpak, maar - hoewel dus behoorlijk kleurig - nergens wordt het te zoet of te suikerig. Samen met zijn vormtaal en zijn mis-en-page zorgt zijn palet voor een bepaald soort opgewektheid, die heel aantrekkelijk is. Een groot element is ook Martijns humor, die we terugzien in oogopslagen, in details in de platen (de dansscène bijvoorbeeld, met taartjatter en paarddanser) maar ook in de heel geinige overzichtspagina met verzonnen superhelden.
De tekst van Maranke is doorregen met dezelfde humor. Ze doet iets risicovols: een tekst op rijm, Maar ze houdt dat knap vol en nergens doen de zinnen gekunsteld aan. De vorm die ze voor het verhaal gekozen heeft voor SuperSint is SuperSlim: drie legendes die verteld worden in het verhaal, waarna Sint-de-superheld ook live in actie komt. En dan krijgen we op het eindschutblad ook nog wat vrolijke feiten over de oorsprong van het Sinterklaasfeest.
Daarmee is dit boek een van de leukste boeken van het afgelopen jaar én een van de leukste 5-decemberboeken die er bestaan.