zaterdag 27 maart 2021

IK BEN FEDDE - An Rutgers van der Loeff (Ploegsma)

Vorig jaar ontdekte ik het werk van de schrijfster An Rutgers van der Loeff - en wát een ontdekking was dat! Ik deed er regelmatig verslag van, maar door omstandigheden trad er even een pauze in het lezen van haar verdere oeuvre op. Dat heb ik nu weer opgepakt, en wel met de jeudgroman Ik ben Fedde, die in 1972 verscheen en geschreven werd naar aanleiding van '50 jaar ondertoezichtstelling - 50 jaar kinderrechter'. 

Dat kon Rutgers van der Loeff als geen ander: een onderwerp aangereikt krijgen en er dan een volkomen eigen boek van maken. Ook Ik ben Fedde is weer behoorlijk verbluffend. Want: het is vooral een rauw boek. Van der Loeff schreef het toen ze zelf al aardig op leeftijd was, maar dat is nergens te merken. Over de research voor dit boek zei ze: 'Ik ben overdonderd door al wat op me af is gekomen tijdens de gesprekken met de kinderen, de ouders, de maatschappelijk werkers, de kinderrechters. Ik was er kapot van.' Die betrokkenheid toont ze in dit brutale en overrompelende portret van de achttienjarige Fedde, die, zoals een personage zegt: 'geen harde jongen is, maar er wel zijn best voor doet.' Hij is uit huis geplaatst, heeft van tehuis naar tehuis gezworven en moddert nu van baantje naar baantje, van meisje naar meisje, van wiet naar handelen in wiet en van slaapplek naar slaapplek. 

De aanpak van Rutgers van der Loeff is zo interessant: ze benadert Fedde van alle kanten. Soms zien we hem door de blik van een kinderrechter, soms vanuit hemzelf, soms door een meisje dat hij op de kermis treft. Soms ook door het lezen van de tekst van een rapport van wéér een instantie. Ook bijzonder: samen met het portret van Fedde krijgen we stukken vanuit andere onder toezicht gestelde jongeren. Ze hebben ergens een ontmoeting met Fedde, maar zijn soms ook niet meer dan een naam die hij zich herinnert. Door deze mozaïekaanpak komen we op een wervelende manier heel veel te weten van deze jongeren. Maar uitleggerig wordt het nergens, eerder is het een kwestie van goed opletten, omdat Rutgers van der Loeff niet geïnteresseerd is in lesjes, maar in beweging, gebeurtenissen, observaties van binnenuit. O, en denk maar niet dat ze zin heeft in het vermijden van dat wat voor een achttienjarige jongen van belang is (zo schrijft ze ergens, in de stream of consciousness die dit boek ook is, dat de jongen besluit even rustig aan te doen met seks: 'Dan maar een beetje selfhelp - daar kwam je dan ook wel mee klaar, voorlopig.') En denk ook maar niet dat de schrijfster voorziet in een fijne, liefdeszoete afloop voor iedereen...

Tenslotte: die schrijfstijl. Natuurlijk lezen we er nu vooral de taal van de tijd in, maar dat is alleen maar de verpakking. Lees bijvoorbeeld deze passage, zomaar ergens uit de tekst geplukt:

Omdat het te koud werd, liep hij naar beneden en de straat op. Buiten begon het al licht te worden. De hemel was een warreling van zachte tinten, van grijs tot lila, lichtblauw en roze. De zon ging natuurlijk op, maar dat zag je niet van hier. In de polder zou je het kunnen zien, vanaf het allereerste ogenblik, het allereerste ronde kapje dat boven kwam en dat behoorde oranje te zijn. Een oranje segmentje.

Dat oranje kapje! En dit is dan maar een zijdelingse observatie, die niet gaat over de harde strijd om het doorkomen van de dag. Nu ja, ik wil maar zeggen: Ik ben Fedde, een boek dat in Nederland niet eens geldt als een van Rutgers van der Loeffs bekendste boeken, maar waar ze wel de Deutscher Jugendliteraturpreis voor kreeg, was weer een kleine openbaring voor mij. Wat een schrijfdurf had deze vrouw.

158 pagina's, leeftijd: 15+. Dit boek is niet meer leverbaar, zoek het in een bibliotheek of tweedehands.