De pluimpjes op de feestmuts van Aadje Piraatje krommen zich even hakerig als de brillantine-kuiven van meneer en mevrouw Lazuriet op het omslag van DE FAMILIE LAZURIET. De twee prentenboeken zijn de laatste die Sieb Posthuma ons heeft nagelaten.
In het kinderboekenmuseum in Den Haag loopt nog nét de prachtige overzichtstentoonstelling van zijn werk, en hoe droevig het besef ook dat Sieb er niet meer is: toch stráált die expositie. Het is licht en kleurig en je kunt er niet niet-opgetogen van worden. Toen ik er was verzuchtte een aandachtig acht- of negenjarig jongetje naast me, terwijl hij naar een aantal ingelijste tekeningen stond te kijken: 'Mama, ik wil ook kunst maken.'
Ook Siebs werk in deze twee boeken straalt. Er zijn opnieuw kleurige uitdossingen met bloemenprint en plateauzolen (LAZURIET), er is opnieuw spel met letters, vogels en komische gezichtsuitdrukkingen (AADJE). In elk van Siebs boeken werken de spreads zo aanstekelijk dat je - als je al niet zelf aan de slag wilt - op z'n minst aan wilt wijzen welke tekeningen je favoriete zijn. In AADJE PIRAATJE VIERT FEEST wedijveren de platen waarop het sneeuwt met die waarop de piraten in de touwen hangen (wat een heerlijke compositie!). Bij DE FAMILIE LAZURIET zijn het vooral de surrealistische nachttaferelen: die waarin allerlei kopkleppers voorgesteld worden misschien, of de geweldige eindplaat, met de kinderen Lazuriet tussen de bomen.
Deze twee prachtige laatste boeken brengen natuurlijk spijt met zich mee - spijt, dat het voorbij is, dat er geen nieuw boek meer zal kunnen komen. Maar ze doen toch vooral wat ál Siebs werk doet: ze liften het licht naar je ogen, ze feesten met kleur en ze vieren de durf en de verbeelding.