Als je het heel globaal bekijkt kan een prentenboektekst óf op plot gericht zijn, op het 'verhaal', óf op 'poëzie', op mooie verwoordingen. Het interessante van dit prentenboek is dat de tekst van Mireille Geus het allebei doet. Het is het verhaal van een beertje dat niet kan slapen door de razende wind en zich vervolgens, al dan niet in zijn dromen, mee laat voeren door de storm en allerlei andere meewaaiende dieren ontmoet. De zinnen zijn voor voorlezer en voorgelezene niet moeilijk, maar het verhaal heeft beslist iets aantrekkelijk dichterlijks, met zinnen als 'Hij was in het buitenland, juichte Beertje'. En deze: '"Ooievaar!" riep Beertje naar de twee giraffes - dat was het enige buitenlandse woord dat hij kende.'
De beeldwereld van Thé Tjong-Khing is natuurlijk weer niet te versmaden. Hij heeft ten eerste een heerlijk aandoenlijk beerfiguurtje geschapen, maar die andere hoofdpersoon, de wind, wordt ook razend knap sferisch in beeld gebracht. Je voelt het 'whoei-hoei' uit de tekst op elke bladzijde. Er springt een veilig avontuur op uit dit boek, maar het is tegelijkertijd niet alleen maar lievig of beperkt. De landschappen en de luchten geven de weidsheid van de wereld aan én de ongebreideldheid van dromen. Dit is voor mij absoluut een van de beste prentenboeken van het jaar - nu al.
32 bladzijden, leeftijd: 5+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.