Een jong poesje probeert een tijger, een leeuw, een panter, een jachtluipaard en een poema ervan te overtuigen dat zij zelf toch ook echt een kat is - net als zij. Maar daar moeten de grote katachtigen hard om lachen. Ze zullen haar wel eens even bewijzen dat ze écht geen kat is.
Dit prentenboek staat stevig op zijn poten. Het straalt van de heldere dierenlijven en is daarin zo heerlijk duidelijk, dat je bij elke spread denkt: ja, zo moet dit op de pagina staan. De tekenares beheerst het in- en uitzoomen perfect, maar ze kan al die kattenbeesten ook in maar een paar trefzekere contourlijnen tot leven wekken. Het verhaal is fijn geschreven, maar het zijn de dierfiguren die je doen denken: wow, zó te kunnen tekenen...
Dit boek werd vertaald door Studio Bos.