Een terechte vraag, want inderdaad, ook sprookjes gaan soms van stereotypen uit en hele groepen kinderen zijn in onze westers georiënteerde sprookjes weinig gerepresenteerd. Pim Lammers benoemt dit nergens, maar Er was eens een koe is heel subtiel wel een geruststelling, want de onderliggende, als vanzelf door kinderen meegelezen hoofdboodschap is: uiteindelijk zijn er sprookjes voor iederéén. Dat klinkt overigens heel volwassen en serieus, maar het fijne van dit boek is nu juist de toegankelijkheid en de vrolijkheid. Zo gaat Eefje bij een bende kuikens langs, die eigenlijk alleen maar bezig zijn met volkomen hyperdruk zijn. Ze willen vooral Tokkertje spelen, en Verstokkertje. En dat is nog maar het begin van de zoektocht van Eefje naar een eigen sprookje.
Een waar genot zijn ook de tekeningen van Marije Tolman. Die zijn zo speels, zo kleurrijk, en ja, zo (sorry als dit een beetje te plat klinkt) lollig. Je kunt zien dat ze zich achter haar tekentafel zeer vermaakt heeft met alle oma's in boze wolven, alle gelaarsde kippen en alle keutelende ezels. Het is al zichtbaar op het omslag: de blik van dat verslagen draakje! En dan stoere kalf-Eefje die er met de vergiet op haar kop naast staat... Het kan niet anders dat het plezier van zowel de schrijver als de tekenaar ieder kind dat Er was eens een koe leest zal bevirussen. Een heerlijk Tijgerlezen-deel.
68 bladzijden, leeftijd: 6+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.