Laila - die lijdt een aan agressieve ziekte die haar lichaamsfuncties snel zal afbreken - wordt opgenomen in een ziekenhuis en raakt daar bevriend (of misschien wel meer dan bevriend) met een kwikzilvervlugge jongen die zich El Rato ('Het moment') noemt. Via een oud dagboek komen ze achter het bestaan van een zeldzame bloem, die misschien wel Laila's ziekte kan genezen. Ze besluiten achter die bloem aan te gaan. Probleem: die schijn je alleen maar diep in het oerwoud te kunnen vinden, en de man die hem destijds vond is al veertig jaar niet meer gezien...
Zoals ook in de vorige twee boeken het geval was, verheug je je tijdens het lezen voortdurend in de exuberantie van het schrijfplezier van Morisonotto. Hij laat de aandacht nooit verslappen, hij brengt precies genoeg lichtheid én precies genoeg serieuziteit aan om je zowel te vermaken als te ontroeren. Gevolg: wegraken, wegzinken, wegkruipen. Deze boeken bieden honderden pagina's aan verplaatsing: je bent in Lima, in Cuzco, in Aguas de Calientes, in een vliegtuig, in een toeristentrein, in een tokkelend bootje op de Amazone, in de gedachten van Laila en El Rato, en in die van de kleurrijke bijpersonages.
Het mooiste is dat Morisonotto alles altijd begeleidt met het vuur van kindervriendschappen. In deze boeken klopt een fantastisch hart. En daarom is de grootste vraag na het lezen van ook weer dit deel: wat gaat deze schrijver hierná doen?
Dit boek werd weer uitstekend vertaald door Pieter van der Drift en Manon Smits.
544 pagina's, leeftijd: 10+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.