Wat een entree maakte Pieter van den Heuvel vorig jaar in de kinderliteratuur, met
De verhuisdieren, en wat jammer dat dat niet door de kinderboekenprijsjury's is gezien. Maar geen gesnif, want er kwam dit voorjaar een heel erg leuk tweede boek uit:
Een toren van koe. Opnieuw een absurd prentenboek op rijm over dieren, dit keer over koeien die besluiten op elkaars rug te kllimmen en zo een heel, heel, heel hoge toren te maken. Het prentenboek in staand formaat is een uitzoomfestijn. De toren groeit en groeit en wij zien steeds meer van het weiland, de landerijen, het landschap, de ronding van de planeet en we eindigen in de ruimte. Op het eind wordt, nadat de boer dat gestapel welletjes vindt, weer teruggezoomd, en dus bevinden de koeien zich - op één na - weer in hun uitgangspositie.
Net als in De verhuisdieren valt het soepele rijm op. Er is niks aan te merken op ritme en klank, waardoor het boek weer heerlijk voorleest. Ook het plezier van Van den Heuvel toont zich opnieuw; niet alleen in het bizarre, consequent doorgevoerde uitgangspunt, maar ook door de talloze details. Let maar eens op de drie jonge ooievaartjes, of de vlinder en de spin, of de twee blauwe vogeltjes, of - alom aanwezig - de wormen. Van den Heuvel lijkt op weg om een eigen blijmoedig universumpje op te gaan bouwen, en dat valt alleen maar toe te juichen. Op naar boek drie.
48 pagina's, leeftijd: 5+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.