Alleen al vanwege het decor is dit boek een bijzonder boek: IJsland, en dan ook nog het hoge Noorden van IJsland. Een van de charmes van DE REGELS VAN DRIE is dus dat decor, met die goed gedoseerde omgevings- en gewoonte-informatie. De Nederlandse tweeling Twan en Linde maakt er kennis mee, omdat ze door hun moeder en hun oma meegenomen zijn naar hun overgrootvader, naar Opi Kas, die te oud is geworden om alleen te blijven wonen. Twan deelt de 'jongenskamer', de slaapkamer van Opi Kas en via Twan leren we de huiver voor de plotselinge nabijheid van iemand die 'bijna op' is goed kennen. Heel precies ontleedt Marjolijn Hof de gevoelens van de tweeling (vooral dus van Twan), en dat is de grote verdienste van dit boek. Daarbij gaat het om een heel grote levensvraag én lezen we prachtig Nederlands. DE REGELS VAN DRIE is een Mooie Hof, in de lijn van EEN KLEINE KANS, OVERSTEKEN en MOEDER NUMMER NUL.