Twee fijne nieuwe Gottmer-prentenboeken: in MIJN ZUSJE HEEFT HET KLEINE HUIS onderzoekt Marjet Huiberts in de fijn rijmende tekst allerlei woonvormen binnen een familie. Flat, bejaardenhuis, villa, rijtjeshuis - maar ook twee tantes samen, een deftige oom en tante, en alleenstaanden. Merel Eyckerman maakte er prachtige prenten bij, waarin de heldere behuizingen (in dunne lijnen) mooi combineren met de figuren van de mensen die ze bewonen. Het kleurgebruik is dat van een frisse nieuwe lentedag: bont maar zacht. Het boek eindigt in een mooie, zichzelf in de compositie omarmende, tekstloze spread waarin alle familieleden bijeenkomen rond de nieuwste aanwinst, het zusje dat even tevoren nog het fijnste, kleinste huisje bewoonde.
In PLASMAN is de stad in gevaar: de Verschrikkelijke Sneeuwman komt eraan. Maar alle superhelden hebben redenen om niet in actie te kunnen komen - en dus moet Plasman het doen. Het boek is een kijkfestijn geworden. De timing die Jaap Robben in zijn tekst legt zie je in beeld gespiegeld, met vele extra effecten. De superheldenmoeders die zich over het (dan nog) nietsnutje Plasman heen buigen, de vliegende Plasman die een strakke rechte lijn naar een urinoir plast, de overzichtsplaten van het stadje, met een piesgeel standbeeld, op elke spread is er grinnikend iets aan te wijzen. Het plezier dat Benjamin Leroy overduidelijk heeft gehad bij het tekenen spettert evenzo vrolijk het boek uit.