In een serie die aansluit bij leesmethode Estafette verscheen al een tijdje geleden een heel aardig versjesboek. Het werd geschreven door een van onze bekendste dichters: Bette Westera, In het vrolijke Ome Jaap heeft zeven zussen staan vijftien verzen over familieleden. In strofes met heldere en strak gehanteerde rijmschema's, en met een lekker voorleesbaar metrum, vertelt Westera over verre neven, lelijke ooms en rare tantes.
De tekeningen van Jeska Verstegen zijn met zichtbaar plezier gemaakt, en beslaan steeds een hele bladzijde naast ieder gedicht.
Mijn drie favoriete verzen zijn 'Als' (waarin een jongetje zich afvraagt wat er van hem geworden zou zijn als zijn moeder zijn tante was), 'Ome Jaap' (waarin virtuoos rijmend verteld wordt dat er allerlei apen, schapen, zussen en poezen in het bed van deze oom liggen) en vooral 'Oer-opa', dat gaat over 'de opa van de opa van de opa van de opa van de opa van mijn opa', en zijn dagelijkse bezigheden. Met een heel geinige dubbele laatste strofe (excuus voor de spoiler) -
'Hij was een echte jager.
Hij ging nooit naar de slager,
maar holde door de bossen
en daar schoot hij dan een beest.
Hij zocht met oma samen
naar bessen en naar bramen.
Als hij dat nooit gedaan had,
dan was ik er niet geweest.'