In dit deel is Mann een eind in de dertig en is de Tweede Oorlog net afgelopen. Klaus is in het Amerikaanse leger gegaan en nu rijdt hij, in 1945, van Italië naar Duitsland om voor het eerst weer de plek waar hij opgegroeid is te zien. Zijn vader, moeder, oom, zussen en broers verblijven allemaal vanaf het begin van de oorlog in Amerika, en tijdens de autorit door Europa vertelt Klaus Mann aan de jonge Amerikaanse soldaat die hem vergezelt hoe de Manns de oorlog zijn doorgekomen. Hoe zijn vader, de met de Nobelprijs voor de Literatuur bekroonde Thomas Mann, ook overzees verafgood wordt, hoe die vader zich eindelijk tegen de nazi's uitgesproken heeft, hoe vrij zus Erika nog steeds is, hoe Klaus nog altijd worstelt met de schaduw waar zijn vader hem in stelt, én hoe het contact met zijn jongere broer Golo, ook homoseksueel en ook schrijver, zich ontwikkelt. Dat laatste was een sterke behoefte na deel twee, dus wat fijn dat Kromhout ons nu ook meer over Golo vertelt. Met Golo eindigt het boek dan ook.
Dat er geen vierde deel zal komen is duidelijk: Klaus Manns leven is voltooid. Dat maakt dus droevig, maar tegelijkertijd verheugt de lezer zich, met het dichtslaan van dit laatste boek, dat er een uniek project in de Nederlandse literatuur volbracht is. Zó levendig en toegankelijk schrijven over een auteursfamilie in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw, hen zo fris dichtbij brengen: niets dan respect voor Rindert Kromhout. De enige vraag die nog rest is: en nu? Wat komt er ná deze trilogie?
252 pagina's, leeftijd: 15+. Koop dit boek bij je lokale boekhandel of bestel het hier.