Weten wij - die allemaal samen de Nederlandse en Vlaamse kinderliteratuur omarmen - wel hoe rijk we zijn met Thé Tjong-Khing? En met het feit dat er nog steeds meerdere boeken per jaar van hem verschijnen? In een nieuwe reeks voor de allerkleinsten van Joukje Akveld maakte hij het eerste deel: VAN WIE IS DIE HOED? Een eenvoudig, sterk vraag- en antwoordspel, met prachtige kostuums en hoofddeksels, rijk materiaal voor de allerkleinsten. En dan de aanhoudend prachtige reeks boeken over VOS EN HAAS. In de serie dunnere leesboekjes ('ik lees als uil', 'ik lees als vos' et cetera) verscheen een kleinood, DE WIND VALT AAN, waarin Sylvia Vanden Heede een mooi rond verhaal vertelt over een nachtelijke storm, en waarin illustraties om van te smullen staan, zoals een 'vervolgverhaal in tekeningen' van de omverwaaiende Uil.
Maar zijn meest recente kunststuk is KUNST MET TAART. In dit opnieuw woordenloze, grote zoek- en kijkboek droomt Mevrouw Hond, die schildert, na het lezen van allerlei kunstboeken, van een kunstroof. In de navolgende droomplaten zien we hoe een hele stoet aan dieren achter de nare rover aanrent. In de stoet vinden heel wat zij-interacties plaats, maar natuurlijk wordt het kwaad gestraft.
Het meest verbluffende is de veelheid van stijlen: op elke plaat zien we een andere bekende achtergrond. Er zijn hommages aan vele beroemde schilderijen van vele beroemde schilders, en zo geeft Thé Tjong-Khing ons en passent kunstles. Maar dan op de plezantste manier. Een brede spread aan het eind met schildersnamen maakt het helemaal af.
Een grote gooi, opnieuw, naar een Gouden Penseel, lijkt me. Schitterend, en dus vragen we ons af: hoe zou de Nederlandse en Vlaamse kinderliteratuur eruit zien als Thé Tjong-Khing er niet was? Die zou er uitzien alsof ze haar hart miste.