Annet Huizing is met haar derde boek, Het Pungelhuis, flink op weg om de auteur bij uitstek te worden die fictie en non-fictie in mooi evenwicht weet te houden. In haar eerste boek, Hoe ik per ongeluk een boek schreef zagen we al schrijftips én een dringend verhaal, in De zweetvoetenman, officieel non-fictie, zagen we de kracht van voorbeeldverhalen bij informatiestukken, en in Het Pungelhuis, haar heel fijne derde wapenfeit, is het verzonnen verhaal zéér precies gebaseerd op navorsingen - die achterin het boek uitgebreid onthuld worden.
Het gaat dit keer om het boter smokkelen dat in de Brabantse grensplaatsjes zo'n zestig à vijftig jaar geleden plaatsvond. Ole is de zoon van een vader die geleden heeft onder de smokkelpraktijken van zijn vader - die Ole's opa is, en waar Ole lang niets van weet. Tot het verleden tevoorschijn schuift.
Meer nog dan dat het verhaal op ware gebeurtenissen gebaseerd is, is Het Pungelhuis een heel fijn leesboek geworden, waarbij de personages vanaf de eerste bladzijde levend en wel het hoofd van de lezer in stappen. Het is vooral de schrijfstijl van Huizing die zo overtuigt. Het is grappig, snel, maar ook ontroerend soms, en altijd precies. De stoet aan montere, soms geestige zijpersonages doet sterk aan - je ziet ze allemaal voor je en je hoort ze allemaal praten. Dat, samen met de plot-met-verrassingen die Huizing uitvouwt, zorgt voor opnieuw een sterke kinderroman.
192 pagina's, leeftijd: 10+
Koop dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier.