In 2018 verscheen van Imme Dros en Harrie Geelen een hoog en groot prentenboek, Van twee ridders, en een jaar later was er al een vervolg: Van twee Vikingen. Opnieuw zijn de tweelingbroers Luuk en Lars de hoofdpersonen. Hun fantasie is een beetje verschoven: in plaats van ridders spelen ze nu vaak dat ze Vikingen zijn. Dat komt door de verhalen van hun vader. Die vertelt hen, als ze samen in de sloep zitten, de roeiboot die achter hun huis in de sloot ligt, over de godenwereld uit de Vikingtijd.
Dit tweede boek is dikker dan het eerste, omdat Dros en Geelen ons niet alleen het speelverhaal van de tweeling bieden (op een dag gaan ze, hoewel dat verboden is, zelf varen met de sloep, raken op drift, worden bang en worden gered door hun vader), maar ook drie lange verzen waarin ze evenzoveel mythen uit de noordse godenwereld vertellen. We lezen in heerlijk ritmische, door rijm bijeengehouden regels over Wodan, over Donar, over Loki en over Freya.
Geelen levert uiteraard weer exuberant beeldend werk - niet alleen kleurrijke taferelen in aquarel (voor de tweelingverhalen), maar ook grote platen die op foto's van houtsnedes lijken (al zijn ze dat niet) in bruine en andere donkere tinten, wanneer het over de goden gaat. Van twee Vikingen is daarmee een zoveelste proeve van het rijke oeuvre van dit echtpaar, een oeuvre dat áltijd (vanaf het eerste boek van Imme Dros, 1971, het ontroerend mooie Het paard Rudolf) over de verbeelding gaat, over verhalen, over de levenskracht die de fantasie ons steeds weer gratis aanreikt.
88 pagina's, leeftijd: 6+
Bestel dit boek bij je lokale boekhandel, of anders hier.