Het nieuwe boek van Jacques Vriens is een van zijn bijzonderste. Code kattenkruid vertelt het verhaal van een opa die te horen heeft gekregen dat hij ongeneeslijk ziek is en besluit het allernaarste einde niet af te wachten, maar ondraaglijk lijden te voorkomen en, zoals in de ondertitel wordt gezegd, 'vrolijk dood te gaan'. Euthanasie dus (al wordt dat begrip pas in het nawoord genoemd). Maar het is ook het boek van de brugklasser Stijn die onnoemelijk veel van zijn dwarse opa houdt. Samen besluiten ze, nu het nog kan, een fietstocht te ondernemen. Daar zijn nogal wat familieleden tegen, maar gelukkig kan de tocht doorgang vinden, een tocht waar Stijn later, op opa's begrafenis, van zal getuigen, omdat opa hem dat heeft gevraagd.
Het knappe aan dit boek is dat het monter en helder is - twee adjectieven waar ik erg van houd. Vriens' bondigheid zorgt ervoor dat dit boek nooit te zwaar wordt, maar ook dat de kern ervan - de band tussen Stijn en zijn opa - prachtig duidelijk wordt. Het verhaal is een viering van de liefde en gaat daarmee over het leven zelf - en niet zozeer over de dood. Dat zo toegankelijk en toch genuanceerd opschrijven kunnen dus niet zoveel schrijvers. Maar Vriens wel.