dinsdag 31 december 2019

DRAMA QUEEN - Derk Visser (Gottmer)

Derk Visser is altijd de chroniqueur geweest van jongeren die, laten we zeggen, niet in Aerdenhout wonen. Vanwege die keuze alleen al is hij een schrijver die we moeten koesteren. Maar nu is er Drama Queen, en van zijn boeken die ik bewonder is dit de nummer één.

Centraal staat de liefde tussen Angel en Kayleigh. Vanaf het begin voel je dat deze meisjes voor elkaar bestemd zijn, en hoe fijn is het als Visser hen en ons daar gelukkig in beloont. Maar de meisjes hebben een flinke weg af te leggen. In drie delen, waarin Angel, vanuit wie het verhaal wordt verteld, elf, dertien en vijftien is, volgen we hun worsteling uit de woelende omstandigheden van hun leven. Angels relatie met haar moeder en haar dementerende opa en Kayleighs weinig zorgende vader en gestorven moeder. Maar ook de school (Angel is er al van twee getrapt) en zelfs de buurt - en heel mooi is dat de drie episodes steeds aan het eind van het jaar spelen, met vuurwerk, regen en sneeuw.

In laconieke, heldere taal wervelt het verhaal voort. Als lezer hou je meteen vanAngel, met haar drukke gedachten en wilde manier van in het leven staan, en dat wordt alleen maar hartelijker als ze, in het laatste deel, heel voorzichtig een weg weet te vinden. Een weg voor zichzelf, Kayleigh én voor haar moeder, die trouwens de Oscar verdient voor beste bijpersonage (alleen al vanwege de prachtige dingen die ze zegt als Angel haar liefde voor Kayleigh opbiecht!). Sowieso mag dit boek van mij in de prijzen vallen. Lees Drama Queen.

maandag 9 december 2019

HET GEHEIME BOEK VAN SINTERKLAAS - Floortje Zwigtman & Sassafras De Bruyn (Van Halewyck/Rubinstein)

Natuurlijk is vijf december alweer voorbij, en zes december ook, maar wat maakt het uit: Floortje Zwigtman en Sassafras De Bruyn hebben met Het geheime boek van Sinterklaas een tijdloos boek gemaakt. Wat een geweldige non-fictie!

Zwigtman legt alle historie omtrent de goedheiligman uit, ze zoekt naar de oorsprong, ontdekt dat er wel veertien Sint Nicolazen waren, legt uit wat kinderen door de eeuwen heen verwachtten als er op de deur werd geklopt, belicht Sintverwanten uit andere landen en culturen. Maar ze gaat ook in op de achtergrond van Sints helpers, waarmee ze de Zwarte-Piet-discussie niet uit de weg gaat, maar juist in prachtig perspectief zet. Ook heel goed: de laatste bladzijden van het laatste hoofdstuk. Daar buigt Zwigtman zich over de vraag: waarom geloven we in Sinterklaas? De antwoorden leiden tot een conclusie die vervolgens het hele boek omvat.
Een boek dat trouwens voorbeeldig is uitgegeven. Groot formaat, leeslint, mooie designwerk van - ja, van wie? Dat mag in de tweede druk wel vermeld worden.

O, en het tekenwerk van Sassafras De Bruyn! Er is geen spread waarop de lezer en kijker niet denkt: wauw. Met zacht palet tovert ze een bonte wereld van hulp- en ware heiligen tevoorschijn, ze kiest steeds weer verrassende invalshoeken. De fijnzinnige humor die in de tekst schuilt vergroot ze feilloos uit, waardoor dit boek ook gewoon heel grappig is. Ja, Sassafras De Bruyn heeft met Het geheime boek van Sinterklaas haar mooiste werk afgeleverd en verdient Penselen en Pauwen.

  

zondag 8 december 2019

FLIN, OF DE VERLOREN LIEFDE VAN EEN EENHOORN - Henry Lloyd (Querido)

Flin is een boek van een bekende, eigenzinnige (en eerlijk gezegd makkelijk te herkennen) Nederlandse auteur, die zichzelf maar liefst twee pseudoniemen heeft aangemeten, een voor de tekst (Henry Lloyd) en een voor de tekeningen (Laurens Rawie). Wie hij is laat ik maar even in het midden, want de schrijver koos niet voor niks een schuilnaam.

Het doet er ook niet toe wie dit avonturenverhaal schreef, want het is aangenaam vertoeven in het universum van de kleine Flin, die opgroeit in een nest, met twee arenden als ouders. Al snel komt hij in het boek een eenhoorn tegen, die zijn beste vriend zal worden, en Mono: een tweekoppige dwerg. Zowel met de dwerg als met de eenhoorn wordt in dit boek heel wat afge-bekvecht, en dat zorgt voor de comic relief.
Verder is Flin een verhaal uit een sprookjeswereld, niet in het minst door het verschijnen van een lieflijk (maar toch ook weer stoer) meisje en een waarlijk angstaanjagende draak. Henry Lloyd zorgt voor genoeg stuwing om door te willen lezen, maar er is ook reflectie. Over identiteit bijvoorbeeld, over het verschil tussen mensen en dieren, en vooral ook over de natuur (we leren heel wat dieren en planten kennen). Het taalgebruik is afgestemd op dit soort vertellingen taalgebruik, met woorden als 'zowaar' en 'spoorslags'.
Kortom: de schrijver van Flin leverde een fijn-ouderwets leesboek af.   

vrijdag 8 november 2019

WAAR IS DE DRAAK? - Leo Timmers (Querido), EBBIE IN DE WASBAK - Milja Praagman & Marjet Huiberts (Gottmer), IK WIL EEN PAARD - Milja Praagman & Gideon Samson (Gottmer), DE MAN MET DE ZEEGROENE OGEN - Sanne te Loo & Koos Meinderts (Hoogland & Van Klaveren), COCO KAN HET! - Loes Riphagen (Gottmer)

Coco is een mooi groot prentenboek van Loes Riphagen - over de eerste ervaringen, het eerste durven van een kind. Coco moet leren vliegen, en haar moeder is er zo een die zowel aanmoedigt als het echte laatste zetje geeft, zeg maar gerust: de grote laatste zet. Is het boek tot op dat moment vooral in donkergroen verbeeld, vanaf de eerste blije vlucht zien we roze en rood, paars, blauw, alle kleuren eigenlijk. Een fraaie extra boodschap van Riphagen, en dan hebben we het nog niet eens gehad over al die andere dieren die je, al speurend in dit boek, kunt ontdekken!

De man met de zeegroene ogen is een sprookje op de grens van land en zee (typerend voor Koos Meinderts). Een man vindt flessenpost met daarin een boodschap: 'Zoek de schat'. Hij bouwt een boot en vindt een eiland en een vrouw. Op die plek, en bij haar, zal hij de aard van de schat ontdekken. Een fijn, klassiek verteld verhaal, met platen waaraan je je kunt vergapen. Heel mooi vind ik vooral de door Sanne te Loo gekozen standpunten. In het algemeen kijken we vanuit de vrouw mee, met prachtig uitgezoomde taferelen (van de peinzende man bijvoorbeeld, in het lichtblauw van de nacht op een rots), of fijne beweeglijke scènes, en dan eindigt het boek heel mooi vanuit een ander standpunt: de vrouw is deelnemer geworden. 

In Ik wil een paard doet Milja Praagman iets heel moois: ze laat witte contourlijnen om de personages staan. Dat geeft iets grafisch aan de tekeningen, wat afstandelijk over zou kunnen komen, maar dat is juist niet zo: door de warme kleuren en de expliciete expressies in de gezichten van de personages wordt het grafische in balans gehouden. De figuurtjes léven dan ook waarlijk. Het levert prachtige scènes op, met veel beweging: het verhaal, met woorden van de geweldige Gideon Samson, buitelt lekker mee, en we zien voertuigen, dieren, we zien vliegen, rennen, rijden - dit boek is een heel even stilgezette wervelwind.

Nog een boek van Milja Praagman, Ebbie in de wasbak, het eerste van een nieuwe reeks peuterboekjes, in dit geval over het aapje Ebbie. Marjet Huiberts schreef de tekst (dit keer niet op rijm), en het is fijn laconiek. Origineel ook, wat heel moeilijk is voor peuters: het in bad gaan vindt dit keer in de wasbak plaats, dan pas is Ebbie gelukkig. Heel herkenbare pagina's, met dit keer een veel meer gestileerde verbeeldingswijze, met heldere vormen en sterke kleuren. Een leuke nieuwe serie!

Tenslotte: de prettige nieuwe Leo Timmers, Waar is de draak? Tegen een donkere nachtachtergrond gaan drie zichzelf overschattende ridders op pad. Hun doel is: de draak verslaan. In de beste Timmers-traditie maken ze een flinke reis, alleen weet de lezer méér dan de ridders zelf. Dat geeft meteen ook de lol aan: opnieuw een bewegend boek, met verbluffende figuren en gein onder, boven en in de pagina's.






donderdag 7 november 2019

MEES KEES: HOPPA! - Mirjam Oldenhave, met tekeningen van Rick de Haas (Ploegsma)

Er waren al tien Mees-Kees-delen, er is een tv-serie en binnenkort gaat zelfs de vijfde bioscoopfilm in première - maar de boek-Mees-Kees was een tijdje stil. Gelukkig is er nu, na wat jaren van stilte, weer een fijn nieuw deel.

Opnieuw de mix van grappen, warmte, fijne tekeningen en een ontroerende hoofdpersoon - ja, Mees Kees: Hoppa! is een toffe toevoeging.
Dat begint al meteen in het eerste hoofdstuk. Er is tijdens de herfstvakantie iets veranderd aan Mees Kees, maar de kinderen van groep 6B zien het niet meteen. 'Is hij misschien dikker geworden?' vraagt Hasna, en anderen opperen: lenzen, nieuwe kleren? Maar dan zien ze het: hij heeft een snorretje. Alleen staat dat zo verwoord:
'Er groeide een soort wenkbrauw onder zijn neus.'

Even later volgt de eerste werkopdracht: een opstel over de vakantie. Maar Tobias heeft niks gedaan en weet dus niet wat hij moet schrijven. Mees Kees voelt het aan en zegt net op tijd dat het ook over een verzónnen vakantie mag gaan. Oldenhave schrijft dan:
Met een klap legde Fred zijn pen neer. 'Ja dag!' 
Fred vindt fantasie dom.' 

En passant wordt de opdracht ook nog even 'SERIEUS OF MAAR NIET HEUS' genoemd, en dan volgt de geinigste grap: het hoofdstuk eindigt met de eerste zin die Tobias over zijn verzonnen vakantie schrijft:  Ik ben Tobias. En ik heb een gezellige vakantie gehad met heel veel leuke activiteiten.  

Het zit 'm in dat woord 'activiteiten', het zit 'm in de strakke helderheid van zinnen als 'Fred vindt fantasie dom', het zit 'm in de fijngevoeligheid van Mees Kees en het zit 'm in de opgeruimdheid van het hele boek. Ook Rick de Haas heeft de kinderen en hun stagiair weer swingend in de vingers, en dus is het goed om te kunnen zeggen: Mees Kees is heerlijk terug.

woensdag 6 november 2019

HAAIENTANDEN - Anna Woltz (CPNB/Querido)

Er is al veel positiefs gezegd over het kinderboekenweekgeschenk van 2019, Haaientanden door Anna Woltz. En ik kan al die berichten alleen maar beamen: Haaientanden is opnieuw een verhaal dat de menselijke maat toont.

Hoofdpersonen zijn, zoals wel vaker in Woltz' werk, een jongen en een meisje die elkaar in eerste instantie niet direct leuk vinden, maar toch, door het verhaal en hun eigen avontuur heen, diep met elkaar verbonden zullen raken. Atlanta heeft besloten een daad te stellen: ze fietst om het IJsselmeer heen. En Finlay fietst vooral weg - weg van zijn moeder die zegt spijt van hem te hebben.

Het is weer vaak knikken geweest bij het lezen van dit boek: knikken van instemming, ja, zo praten kinderen, en ja, zo voel je je in zo'n situatie. Atlanta en Finley léven, ze fietsen je vanuit de bladzijden tegemoet.

Voeg daarbij prachtig sferische episodes (vooral de nacht in de hut) en een verwoording van de achterliggende reden van Atlanta's rit die raakt, en je hebt een warm, compleet verhaal, dat een van de hoogtepunten is in de reeks kinderboekenweekgeschenken die Nederland heeft gekend.

De tekeningen in dit boek zijn van Maartje Kuiper.

dinsdag 5 november 2019

NAAR DE OVERKANT - Wouter Klootwijk & Enzo Pérès-Labourdette (Leopold)

De boeken van Wouter Klootwijk spelen zich af op het platteland, en dat is bij Naar de overkant niet anders. Het blijft een verfrissende keuze, want zo vaak lezen we niet over kinderen die uit een boeren- of een timmermansgezin stammen. Het gaat in dit dunne boek dit keer veel over hout, maar ook over water, want tussen de huizen van de twee hoofdpersonen (Eefje en Steef) loopt een rivier. Die overgestoken moet worden. Dat gebeurt met een vlot, die tot pont gemaakt wordt. Daardoor kan de vriendschap tussen de twee pas echt bloeien, en dan lezen we, op z'n Klootwijks, van die heerlijke droge dialoogzinnen:

Een potje gaan liggen huilen,' zegt Eefje, 'daar heb je niks aan, of wel soms?'
Steef kijkt haar aan. 'Goed dat je het zegt.'
Hij veegt met de rug van zijn hand over zijn wangen.

Maar er zijn ook fijne, nuchtere observaties:

[Steef] loopt naar de mast en klopt met zijn hand op het staal.Zoals mensen die paarden leuk vinden op een paard kloppen. Of op een auto. Dat zag Steef een keer. Een man die zijn auto aaide.

Bij elk kort hoofdstukje krijgen we een tekeningetje in kleur van Enzo Pérès-Labourdette. Waar we hem vooral kennen van bonte, zwierige platen zien we nu: een naaimachine, een bankschroef, een werktekening. Maar ook Eefjes prachtige kroeshaar-staartjes of de bonte jurken die haar moeder maakt.
Zowel tekst als tekeningen zorgen ervoor dat Naar de overkant een fijntjes neergezet kleinood is, een kalm kleinood en vooral ook een heel sympathiek kleinood. 

zaterdag 2 november 2019

IJZERKOP - Jean-Claude Van Rijckeghem (Querido)

IJzerkop is de soldatennaam van Constance - een meisje in het leger van Napoleon dus, we schrijven 1808, de strijd om Wenen. Zij is de hoofdpersoon van dit boek, maar het is maar zeer de vraag of ze wel een meisje is. 'Stans' is het gelukkigst met haar soldatenvrienden én als ze in de spiegel kijkt en een jongen ziet - oftwel: zichzelf ziet.

Stans is niet de enige hoofdpersoon, ook haar jongere, veertienjarige broer Pier wordt gevolgd. Boven elk hoofdstuk staat vanuit wie we dat deel van de road novel zullen lezen. Want behalve een boek over genderrollen en vooral een historische jeugdroman is IJzerkop ook het verslag van een reis, waarbij broer en zus verschillende queestes hebben, maar elkaar wel op cruciale momenten tegenkomen.

Wat opvalt is vooral de levendigheid in dit boek. Alles beweegt, knettert, vonkt en maakt lawaai. Zintuiglijker dan IJzerkop kan een historische roman niet worden. Ook mooi: de verhoudingen binnen het gezin waar Stans en Pier uit stammen. Hun vader en moeder spelen een bijrol, maar wel een uitgediepte bijrol: we vangen bij beiden glimpen op van de dieptes van waaruit ze hun leven vormgeven.

Het heeft een tijd geduurd voor er een nieuw boek van Van Rijckeghem was (eerder schreef hij historische jeugdromans met Pat van Beirs samen, het befaamde Jonkvrouw is er een van), maar het was het wachten meer dan waard.   

donderdag 31 oktober 2019

TEDDYBEER FLORA - Daisy Mrázková (Tiptoe Print)

Soms zie je een prentenboek dat alles overstijgt. Teddybleer Flora is zo'n boek, ik vind het simpelweg het mooiste boek dat ik in tijden zag. Het is een prentenboek dat het sinds verschijnen (in 1973) in Tsjechië uitstekend deed en zelfs een klassiekerstatus kreeg, en dat is goed te begrijpen.

Ten eerste is er het onderwerp: een jongetje vindt een oude beer in de sneeuw. Er lijkt geen zoekende eigenaar te zijn, en dus wordt de beer, die een meisje blijkt te zijn en de naam Flora krijgt, naar huis meegenomen en zeer liefdevol opgenomen in het gezin. Het onderwerp is origineel, maar ook de vorm waarin de tekst geschreven is: op elke linkerbladzijde staan een paar korte zinnen, die als het ware de personages in het boek direct aanspreken: 'Wat heb je daar, Peter? Laat eens zien?' Die toon lijkt normaal gesproken niet aanbevelenswaardig, maar hier werkt het fantastisch.

Ten tweede zijn er de prachtige schildertekeningen. Mrázková weet in haar kinderlijk-geraffineerde stijl precies de juiste gevoelens onder de gezichtjes tevoorschijn te laten komen. Hoewel we de penseelstroken op elke bladzijde zien, en dus het maken door de tekeningen heen zien, wakkert dat op de een of andere manier de verbeelding juist aan.

Ten derde: het formaat en de boekverzorging. Het boek ziet er met zijn kleine vierkante bladzijden heel vasthebberig uit, en dan is daar ook nog de fijne textuur van het matte omslag. Ook het ontwerp door Paul Verrept is helemaal juist: overtuigend en dienend.

Ten laatste: de vertaling leest heerlijk. Vertaler uit het Tsjechisch, Edgar de Bruin, toont zich óók in de kinderliteratuur een meester.
Een felicitatie dus aan het jonge Tiptoe Print voor het vinden, omarmen en uitgeven van dit tijdloze prentenboek.
 

zondag 13 oktober 2019

DE BIJZONDERE WOORDEN VAN GIOIA - Enrico Galiano (Luitingh Sijthoff)

Hij schreef drie jeugdromans, de in eigen land zeer vermaarde Enrico Galiano, en over een tijdje verschijnt in Nederland ook een tweede, maar vooralsnog moeten we het alleen doen met zijn eersteling: De bijzondere woorden van Gioia.

Die bijzondere woorden zijn verzameld uit allerlei talen en hebben een betekenis die je in geen ander taalgebied ziet. In de lijst achterin het boek staat het Nederlandse 'gezelligheid', maar dat kreeg geen plek in het verhaal. Daar gaat het bijvoorbeeld wel over het Chinese begrip 'shu', dat zoiets betekent als 'de ander in je hart plaatsen', oftewel: 'niet alleen maar aan jezelf (ik) denken maar ook aan de ander (jij)'.
Gioia verzamelt ze, en dat doet ze misschien wel uit eenzaamheid. Ze heeft geen warme plek in haar klas, en thuis is het lastig, met eeuwig schreeuwende ouders. Maar dan ontmoet ze een intrigerende jongen, Lo, die al net zo eenzaam is. En ze moet uit zien te vinden welke rol in haar leven hij zal innemen.

Deze Young-Adult-roman is héél romantisch, maar dan op de manier waarop John Greens boeken dat zijn: onderzoekend, filosofisch, buitelend, laagje voor laagje afpellend. Die kwalificaties doen vermoeden dat het een traag boek is, maar door een heel intrigerend plot is het dat totaal niet. Als een mozaïek van gebeurtenissen en overpeinzingen stelde Galiano een geschreven leven voor ons samen waar we steeds maar verder in willen lezen.
Galiano is overigens gepassioneerd docent op een middelbare school, en ook over leraarschap gaat dit boek. Een van de mooiste bijrollen is weggelegd voor de oude filosofiedocent Bove, die een meester is die die titel werkelijk verdient.
Een prachtig boek dus, en hulde aan uitgeverij Luitingh Sijthoff die het ontdekte in Italië. En dus binnenkort met een nieuwe Galiano komt.

Dit boek werd vertaald door Ada Duker en Henrieke Herber. 


donderdag 3 oktober 2019

DE BEGRAFENIS - Matt James (Gottmer)

De begrafenis is een heel bijzonder prentenboek. Boven de letters van de wat dreigende titel zien we op het omslag twee juichende, spelende kinderen. Een groepje treurende mensen staat ver in de rechterbovenhoek. Dat geeft meteen aan wat de focus van schrijver/tekenaar Matt James is: alle zintuiglijke indrukken die de kinderen op doen tijdens de rouwrituelen die hun ouders bijwonen voor oudoom Frank.

Na het aanzeg-telefoontje, waarmee het boek opent, begint het al: Noor is best blij. Want ze hoeft vanwege de begrafenis niet naar school én ze zal er haar lievelingsneefje Koen zien. Ze staat voor de zekerheid nog wel even voor de spiegel haar droevige gezicht te oefenen. Maar de dag zelf biedt spelletjes met het autoraam, de geur van pepermuntjes en warm leer, kikkers en visjes in een vijver. En een onderzoek naar namen op grafstenen, en overpeinzingen of oom Frank nu nog wel een mens is.

De heerlijk wild geschilderde, met hun bonte, warme kleuren, verlenen al net zo veel plezier aan deze uitzonderlijke dag als de tekst. De begrafenis blaakt van het leven, júíst op de plek van de dood. Een heel origineel boek.

Dit boek werd vertaald door J.H. Gever.

maandag 9 september 2019

BEN IK EEN KIP? - Pim Lammers & Jan Van Lierde (Zwijsen)

Uitgeverij Zwijsen heeft haar reeksen leesboeken door de jaren heen mooi gevarieerd. Zo bestaan er nu ook zoekboeken die thuis bekeken kunnen worden, en aansluiten bij het lerenlezenprogramma. Maar het is aan de auteur en de illustrator om van een deeltje in zo'n reeks méér te maken dan 'een deeltje in zo'n reeks'.

Dat hebben Pim Lammers en Jan Van Lierde gedaan in ben ik een kip? Het basisidee ia al geinig: een monstertje met een identiteitscrisis. Op het titelblad kijkt het aandoenlijke griezeltje in een spiegel en heeft werkelijk geen idee wie hij daar ziet. Daarna volgen grote platen met plaatsen (dierentuin, boerderij, kledingwinkel et cetera) waarop veel dieren of mensen te zien zijn, plus dat monstertje dat zich afvraagt of hij op die plek thuishoort of niet. De auteur mocht geen zinnen gebruiken, behalve dan het herhaalde: 'ben ik een...' In de wemeltekeningen staan, naast de kleurrijke details, vervolgens losse woorden die de kinderen al na een paar weken leesonderwijs kunnen lezen. En - zo knap - het wórdt met al die beperkingen toch een echt prentenboek met een volledig verhaal!

Ook erg leuk aan dit boek: de lol. Er valt veel te zien en regelmatig schiet je in de lach. En natuurlijk is er een fijne 'dit ben ik!'-eindpagina. Lammers en Van Lierde hebben met verve een fijn lerenleesprentenboek gemaakt.

woensdag 14 augustus 2019

JULIAN IS EEN ZEEMEERMIN - Jessica Love (Randazzo)

Een prentenboek is verschenen - een prentenboek dat meteen naar de top van mijn favoriete boeken van dit jaar steeg. Het is een vertaling van Julián is a mermaid, het debuut van de in Brooklyn woonachtige Jessica Love.

Het gaat over de kleine Julian die wegdroomt zodra hij drie prachtig aangeklede vrouwen ziet in de trein. Hij ziet ze als zeemeerminnen. In zijn droom kan hij zelf met de vissen zwemmen, heeft hij zelf een staart en wordt hem zelf, als een soort zeemeerminnenbekroning, een ketting aangereikt door een mooie, grote vis die een blauwe huid heeft met witte patroontjes erop. Maar dan zijn ze er - bij hun bestemming, met de trein. Dat is het eind van Julians dromerij, of wacht nee - thuis wordt die opnieuw aangewakkerd. En hoe reageert zijn abuela, zijn heerlijke oma, dan? De oplettende kijker heeft intussen allang gezien dat de jurk die ze na het douchen aangetrokken heeft even blauw is als die van de grote droomvis, met dezelfde patroontjes erop.

Alles aan dit boek is fijn. De vanzelfsprekendheid waarmee het zeemeerminnenschap van Julian bevestigd wordt, de levensechte personages (ook die van omstanders, een oude man met een klein wit hondje op schoot bijvoorbeeld, om nog maar niet te spreken van alle oogverblindende jonge vrouwen), de lichaamshoudingen van de kleine ranke Julian en zijn geweldige oma, de bruine ondergrond van de tekeningen, het pastelzachte maar bontfeestelijke kleurgebruik... Felicitaties aan de jonge uitgeverij Randazzo voor deze vondst en voor deze bruisende, belangrijke uitgave in het Nederlands.

Dit boek werd vertaald door Loes Randazzo.
 

dinsdag 30 juli 2019

CIRKEL - Mac Barnett & Jon Klassen (Gottmer) - HALLO TECKEL TOM! - Bette Westera & Noëlle Smit (Gottmer)

Cirkel is het derde 'vorm'-prentenboek van Barnett en Klassen, na Driehoek en Vierkant. Die maken in dit verhaal ook weer hun opwachting, want de drie gaan verstoppertje doen. Ze raken verzeild 'achter de waterval' war het donker is (en hun vormen dus verdwijnen), maar dat maakt ruimte voor nieuwe vormen (erg leuk einde!)... De tekst én de tekeningen zijn zoals altijd speels en levensecht (knap van Barnett en Klassen, want je ziet enkel een cirkel met oogjes, maar je 'hoort' en 'ziet' ze spreken en kibbelen). Maar sowieso is alles wat dit duo maakt zeer de moeite waard.

Dat gaat waarschijnlijk ook gelden voor een heel nieuw duo: Bette Westera en Noëlle Smit. In Hallo teckel Tom! hebben ze een fijn kinderboekpersonage geschapen, de heel, heel jonge teckel Tom, die bij zijn moeder weg wordt gehaald en beland bij Saar en haar twee vaders. De tekst leest heerlijk, vooral omdat het helemaal vanuit Tom geschreven is. De tekeningen zijn door de textuur die zo fijn zichtbaar is vol van diepte en de keuzes die Noëlle Smit in uitsnede en enscenering maakte zijn rijk en juist. Ik kijk uit naar volgende boeken ván deze twee en óver deze één. 

Cirkel werd vertaald door J.H. Gever. 

zaterdag 27 juli 2019

STOP! MONSTERS! - Mark Janssen (Lemniscaat)

Ja, ik ben fan van de prentenboeken die Mark Janssen maakt sinds hij zichzelf 'bevrijd' heeft en vooral maakt waar zijn hart met alle kleuren tegelijk in klopt. Ik heb hier al meerdere van zijn prentenboeken besproken, maar zijn nieuwste, Stop! Monsters! is absoluut een van mijn favorieten.
Want wat een heerlijk boek!

Het enige woord dat in het boek voorkomt is 'Stop'. Dat is dan ook het woord dat allerlei monsters na elkaar gebruiken om twee zusjes tot stilstaan te dwingen. Die zusjes hebben een geinige fietskar met grote en bizarre ijzerwaren gevuld. En elk monster wil iets van hun lading. Tot de kar leeg is...

Wie had gedacht dat je om een vrijwel tekstloos prentenboek meerdere keren hardop kon lachen? Het is heel fijn om te zien hoeveel absurdisme Janssen toelaat, maar altijd de toegankelijkheid en het plezier in het oog houdt. Het is spread na spread genieten: van de wankele constructie op de kar, van de gekke voorwerpen, van de bonte monsters die eerst dreigend kijken, maar als ze hun zin krijgen intens tevreden gaan zitten zijn. Natuurlijk maakt ook Janssens kleurgebruik weer indruk. En zijn details: een monsters heeft tientallen rare monstervogeltjes op zijn kruin, een ander monster wordt omringd door kleine aapjes, die een vlammetje als kop hebben...

Het lijkt wel alsof de bevrijding waar ik in de eerste zin van deze leestip over sprak zich nóg verder doorgezet heeft. Die durf maakt Stop! Monsters! tot een onweerstaanbaar boek.

donderdag 25 juli 2019

EEN WONDERLIJKE EXPEDITIE VAN ROBOTS - Tatana Rubašová & Jindřich Janíček (Boycott Books)

Boycott Books is een interessante, enthousiaste nieuwe uitgeverij van kwaliteits-prentenboeken. Ze beperken zich niet tot de nauwe definitie van prentenboeken (alleen voor kleuters, alleen groot formaat), maar geven ook geïllustreerde non-fictie uit en zelfs graphic novels. Daarvan is Een wonderlijke expeditie van robots er een van, en wonderlijk kun je dit boek inderdaad noemen. Dit uit Tsjechië afkomstige boek (het kreeg daar een aantal prijzen) bevat paginagrote tekeningen die samen het reisverslag vormen van de expeditie die twee robots, Willem ('Ik ben diegene met de cape') en Jacob, ondernemen om erachter te komen waar ze vandaan komen. Om precies te zijn: waar het robotdom vandaan komt. Het boek speelt tijden na het uitsterven van de mens, en Willem en Jacob beklimmen bergen en steken rivieren over om hun nieuwsgierigheid te bevredigen. Ondertussen kibbelen ze behoorlijk, maar ergens ontstaat er toch een band tussen die twee...
Wat bijzonder is: de tekst doet nergens toegevingen. Het is hier en daar een bijna wetenschappelijk verslag (vooral in het begin) en de kracht van die aanpak is, dat de geintjes extra goed aankomen. De grote platen, in oranje, groen, blauw en zwart, tonen de mannetjes als sukkelende pioniers, en maken dit boek tot een geweldig gekke ervaring. Aanpak, tekst, beeld: alles intrigeert en alles amuseert.

Dit boek werd vertaald door Edgar de Bruin.

woensdag 24 juli 2019

HEE DAAR MIJN TWEE VOETEN - Joke van Leeuwen (Querido)

Het eerste woord van deze nieuwe bundel kinderpoëzie is 'Hee' en het laatste woord is 'voorbij'. En tussen hee en voorbij staan negenendertig kortere en langere verzen die altijd ritmisch zijn en altijd een tikje geven tegen het denken van de lezer. Samen met de ik-persoon uit 'Te zijn' vragen we ons even af of we wel echt bestaan (en worden gesust door een moeder die zegt 'Je bent geheel in leven, lief kind van mij' en daarna opdracht geeft om de tafel te gaan dekken), we beseffen in 'Stil' dat mensenachtig huilen veel kwetsbaarder is dan miauwen, knorren of oehoe zeggen, we vragen ons af of files soms niet gewoon ontstaan omdat mensen zich, al dan niet in een cirkel, vastrijden.
Hee daar mijn twee voeten is een gevarieerde bundel geworden, en voor wie het oeuvre van Joke van Leeuwen kent is het extra leuk om deze blije greep te lezen. Er zijn gedichten in bijna-stripvorm (bijvoorbeeld het hierboven al genoemde 'Te zijn') zoals ze die ook weleens, lang geleden, in het blad Taptoe publiceerde, er zijn verzen die regelrecht uit haar cabaretprogramma's hadden kunnen komen (zoals het titelloze gedicht dat begint met 'je ligt in bed, je hoort de auto's...'), er zijn versjes die in Een huis met zeven kamers of Hoor je wat ik doe? hadden kunnen staan (zoals het titelversje), en er zijn gedichten die ook in haar dichtbundels voor volwassenen hadden kunnen staan.
Dat alles (nieuw, oud, herkenning, verrassing) maakt dat Hee daar mijn twee voeten weer een heerlijke Van Leeuwen is.

zondag 21 juli 2019

GOEIEMORGEN, BESTE BUUR - Davide Cali & Maria Dek (Tiptoe Print)

Een fijne nieuwe kwaliteitsuitgeverij is geboren: vanuit Vlaanderen zullen mooie, niet direct gangbare prentenboeken de wereld in gestuurd worden. Een van de twee eerste boeken is het charmante Goeiemorgen, beste buur. Het verhaal gaat over een stuk of wat dieren (die blijkbaar buren zijn) en bij elkaar ingrediënten lenen om een omelet, of wacht nee, een toetje, of wacht nee, een appeltaart te maken. Cali, de schrijver, maakt gebruik van de klassieke stapel-vorm, wat een fijn ritme geeft aan de voorleestekst, die trouwens heel natuurlijk en ritmisch vertaald is door Michael De Cock. Het boek stuurt aan op een vrolijke ontknoping, die het belang van samenwerken nog eens onderstreept.

De tekeningen zijn warm en sprookjesachtig en doen enigszins retro-oosteuropees aan, wat niet vreemd is, aangezien de (jonge) illustratrice, Maria Dek, uit Polen komt.
Al met al is dit boek, samen met Ploef van Espen Dekko en Mari Kanstad Johnsen (door mij vertaald, en daarom niet hier besproken) een mooi begin van een bijzonder nieuw uitgeefinitiatief.   

vrijdag 14 juni 2019

ALLES GAAT SLAPEN - Astrid Lindgren & Marit Törnqvist (Querido)

Je hoeft niet in Zweden te zijn opgegroeid om een permanent sluimerend heimwee naar de Scandinavische zomers te hebben: de stille meren, de aardrode houten huizen, de sparrenbossen, het maar rondhangende avondlicht... Marit Törnqvist maakte een prachtig nieuw prentenboek dat zich precies tegen die achtergrond afspeelt. De tekst is een niet eerder in boekvorm verschenen wiegeliedje van de grote Astrid Lindgren: Alla skal sova, prachtig door Bette Westera vertaald als Alles gaat slapen (want nu is het nacht).

Het verhaal gaat over een jong kind dat moet gaan slapen, net als degene aan wie dit hopelijk wordt voorgelezen. Maar het is óók te hopen dat dat voorgelezen kind op z'n minst de duur van het bekijken van Alles gaat slapen nodig heeft om werkelijk te gaan soezen, want wie zou niet het katje willen volgen dat in de slaapkamer van het kind verlangend door het raam naar buiten zit te kijken? Even later wordt het naar buiten gelaten en dan maakt het katje een avondwandeling langs alle dieren die ook gaan slapen - dat wat in het Lindgren-liedje beschreven wordt. Overal zijn het de jongste dieren, het kalfje, het veulentje, het elandje, het konijntje, die nog heel even klaarwakker zijn (we hadden het kunnen weten, want op de beginplaat lagen ze al als knuffels om de hoofdpersoon heen). Op schitterende overzichts-natuurplaten zien we het vervolgens steeds later worden, en natuurlijk is het einde wenzzzzvervullend.

De sublieme vormgeving van Barbara van Dongen Torman en Marit zelf moet apart genoemd worden. Wat een schitterend font! Alles bij elkaar, beeld, scènes, keuze, focus, tekst, vertaling en design, maakt dit tot een wondermooi prentenboek dat je zomaar een verblijf in je droomomgeving aanbiedt. 

vrijdag 7 juni 2019

WOORDNERD - Susin Nielsen (Lemniscaat)

Wie weleens naar De Grote Vriendelijke Podcast luistert, weet het: de presentatoren zijn fan van Susin Nielsen. In de laatste aflevering beleden ze hun liefde zo hartstochtelijk dat ik mijn eerste Nielsen ben gaan lezen. Dat werd Woordnerd, en my, o, my, Bas en Jaap hebben gelijk.
De hoofdpersoon van dit boek is de bijna dertienjarige Ambrose. Hij woont in een kelderwoninkje met zijn moeder. Zijn vader is voor Ambroses geboorte van de een op de andere minuut overleden. Dat heeft ervoor gezorgd dat Ambroses moeder haar leven én dat van haar zoon op slot heeft gegooid. Maar na een aantal hoofdstukken van dit boek kennen we Ambroses redding: scrabble. Dat klinkt weinig sociaal en mensenrijk, maar aan dat scrabbelen zit Cosmo vast - een twintiger die net uit de gevangenis is.
Woordnerd is een vurig boek over een onverwachte vriendschap. Het leert niet alleen Ambrose, maar ook de lezer wat leven kan zijn - zou móéten zijn. De heldere en grappige schrijfstijl wekt de hoofdpersonen tot leven en brengt hun kloppende hart tot heel dicht bij dat van de lezers.

Dit boek werd vertaald door Lydia Meeder en Barbara Zuurbier. 

woensdag 5 juni 2019

DARIUS DE GROTE IS NIET OKÉ - Adib Khorram (Gottmer)


Op het prachtige omslag van deze Young Adultroman zien we twee jongens die vanaf een hoger gelegen plek uitkijken over een stad. Zitten ze ergens op een balkon? Of op een dak?
Zodra je op ongeveer een derde van dit boek bent weet je dat het de hoofdpersoon Darius is, een jongen uit Amerika die van Star Trek houdt, en zijn nieuwe vriend Sohrab. Ze zijn in Iran, in het stadje Yazd. Daar is Darius met zijn gezin voor het eerst op bezoek bij de familie van moederskant.
Tussen Sohrab en Darius (die terwijl hij in Iran is ‘Darioush’ genoemd wordt) ontstaat een heel erg mooie vriendschap, maar minstens net zo mooi is de manier waarop de schrijver de lezer lange tijd doet raden naar hóé intens die vriendschap nu precies is.
In elk geval verandert de reis naar Iran veel voor Darius. Ook dat gebeurt op een geleidelijke manier, en wat me heel erg beviel aan dit boek was alles wat we meekrijgen over Iran. Over de Iraanse architectuur. Over het Perzische eten. Maar ook over Star Trek en over thee – twee van de grote hartstochten van Darius.
Het grote thema van het boek is overigens mentale gezondheid. Het is een thema dat steeds belangrijker wordt en waar gelukkig ook steeds meer over te lezen is. Khorram schrijft er prachtig inzichtelijk over – een van de vele verdiensten van dit originele, kalme, intense boek. Het boek kreeg terecht al veel aandacht en lof in de Verenigde Staten. Dat mag hier ook gebeuren, want het is een uitzonderlijke YA-roman, die ook lang na lezing nog leesherinneringen afgeeft.

Dit boek werd vertaald door Tjalling Bos.

dinsdag 4 juni 2019

DWARS DOOR AMSTERDAM - Simone Bijlard (Querido)

Een non-fictieboek dat imponeert, dat is Dwars door Amsterdam. Alleen al door het formaat: een oblong boek, waarvan je, als je het uitklapt, een tafeltje kunt bouwen. Of een ruim puntdak van een poppenhuis.
Passend, dat laatste, want het boek gaat over tien bijzondere Amsterdamse gebouwen. Van alk van die tien zijn er twee spreads, één kijkplaat zonder tekst, waarbij het gebouw 'opengewerkt' te zien is, en dan eenzelfde plaat waarbij sommige details uitgelicht worden. Er staan cijfertjes in de tekening die corresponderen met bijzonderheden.
Wat mooi is: de gebouwen zijn gerangschikt in volgorde van bouwjaar, waardoor je al lezend ook ontdekt hoe technieken en architecturale benaderingen veranderden. Bijlard heeft zich gelukkig niet verloren in allerlei ingewikkelde weetjes, ze pikt er precies de juiste wetenswaardigheden uit. Ook de keuze is interessant: het Zuiderbad is verrassend, bijvoorbeeld, maar ook Nemo (nooit geweten dat dat gebouw niet bedoeld is als de steven van een boot, maar de structuur van de IJ-tunnel, die eronder ligt, spiegelt). Fijn boek. Met strakke vormgeving van Steef Liefting. Ook mooi: de luchten boven de tekeningen zijn afkomstig van schilderijen uit het Rijksmuseum. Dat soort details maken een boek als dit nóg specialer.
En dus: wat gaat Bijlard hierna maken? Dwars door Rotterdam? Dwars door Nederland? Dwars door Amsterdam 2? Want ja: dit boek is zo geslaagd dat het vraagt om méér. 


maandag 3 juni 2019

DE BOOM MET HET OOR - Annet Schaap & Philip Hopman (Querido)

Van sommige boeken weet je meteen: dit is een klassieker. Dat dat het geval was met Annet Schaaps debuut Lampje betwist werkelijk niemand, maar als je De boom met het oor voor het eerst in handen krijgt voel je het opnieuw.

Dit keer zijn er twee grote namen verantwoordelijk: Annet Schaap voor de tekst, en Philip Hopman voor de tekeningen. Philip zette voor dit boek brede stadstekeningen op. Die zijn stuk voor stuk het uitpluizen waard. Niet alleen de gebouwen imponeren (met die balkons met heerlijk gebogen balustrades), maar ook de overal aanwezige mensen, die allemaal wel een mini-verhaaltje in zich dragen. Je kunt het echtpaar in het restaurant bekijken, waarvan man en vrouw allebei naar buiten staren in plaats van naar elkaar, de drie bijpratende buurvrouwen, de kapper en zijn klant, de twee duister in het zwart gekleden heren met baarden. Elk van die detailscènes roept als het ware tekstballonnetjes op.
En dan hebben we het nog maar over één soort prent. Er is ook de imposante boomtekening, er zijn de in optocht lopende insecten, er zijn parken en stenen trappen en er is zon en kleur en overdaad en dosering. Philip Hopman betoont zich wéér (wanneer niet) een meester.

De tekst van Annet Schaap, die ze in opdracht schreef voor het Internationaal Kamermuziek Festival, draait om een belangrijk verhaal dat 'de jongen' te vertellen heeft. Maar niemand heeft tijd om het aan te horen. En zélf veronachtzaamt hij weer de wederwaardigheden van een rijtje treurende kevers. Of nee - toch net niet. En ja - we krijgen uiteindelijk toch te horen wat zijn belangrijke verhaal is. Dat stelt totaal niet teleur, en dit boek, dit pleidooi voor het luisteren, doet ruim het tegenovergestelde: De boom met het oor is een trots tweede boek van Annet Schaap en een zoveelste grootheidsproef van Philip Hopman. Met, mede door de prachtige vormgeving van Steef Liefting (verzorgd tot aan het font van de reclamesticker aan toe), klassiekerstatus.
         

woensdag 24 april 2019

DE ONVERKLAARBARE LOGICA VAN MIJN LEVEN - Benjamin Alire Sáenz (Blossom Books)

Na Aristoteles en Dante ontdekken de geheimen van het universum, dat ik prachtig vond en hier besprak, las ik nu eindelijk het tweede ook door Blossom Books in het Nederlands uitgegeven Alire Sáenz-boek De onverklaarbare logica van mijn leven. De boeken zijn familie van elkaar. niet dat er dezelfde personen in voorkomen, maar weer is een jongen van zeventien de hoofdpersoon, een denker, die zichzelf op een gegeven moment niet meer begrijpt. Wat de twee boeken ook gemeen hebben is dat het eigenlijk niet over één, maar over twee hoofdpersonen gaat (in dit geval Salvador, maar ook Sam, zijn buurmeisje). Én dat het ook over ouderschap, in dit geval vaderschap gaat.
Salvador is op zijn derde geadopteerd door een vader die homo is en de beste vriend van Sals overleden moeder was. Salvador ('Sally' genoemd door zijn buurmeisje/beste vriendin) en zijn vader houden ongelooflijk veel van elkaar. Eigenlijk zijn hun eerste zeventien jaren heel harmonieus geweest, maar nu bespeurt Salvador opeens allerlei vragen in zichzelf, vragen waar hij zich niet mee bezig wil houden. Zoals: waarom heb ik opeens de neiging om mensen klappen te geven, komt die blinde woede soms van mijn biologische vader? En: waarom wil ik de brief die mijn moeder me nagelaten heeft niet lezen? En vooral: waarom moeten mensen doodgaan?
Niet alleen Salvador, maar ook Sam en zelfs de derde hoofdpersoon, Fito (óók zeventien) krijgen met verlies te maken, en dus met de onvermijdelijke vragen, die in korte, vlot leesbare, met dialoog gevulde hoofdstukken, als in een zich steeds uitbreidend mozaïek, worden belicht. Je denkt met Sal, Sam en Fito mee, en je begint zoveel om ze te geven dat je niet wilt dat het boek eindigt. Warm, spannend, wijs: deze twee Alire Sáenz-boeken zijn het allemaal.

Dit boek werd vertaald door Elise Kuip. 

donderdag 18 april 2019

WAT IK MOOI VIND - Milja Praagman (De Eenhoorn)

Een jongetje krijgt op school in de kring de vraag: 'Wat vind jij mooi?' Zijn meester wil het graag weten, maar het jongetje moet eerst eens goed nadenken. Dat nadenken over wat hij mooi vindt wordt vervolgens in beeld gebracht: plaat na plaat beschouwen we de prachtigste pleziertjes van het jongetje en zijn dagelijkse omgeving.
Na haar al zeer indrukwekkende reeks prentenboeken van de laatste jaren (o.a. die met Pim Lammers) levert Milja Praagman ons ook hier weer scène na scène waarbij we onze ogen uit kunnen kijken. Ten eerste is daar het heerlijke kleurgebruik. De tinten zijn warm en diep, en altijd heel fijn gecombineerd. Dan zijn het haar mensfiguren: hoe heerlijk is het de klas van het jongetje te bekijken en te zien hoe Praagman elk individueel kind een eigen karaktertje meegegeven heeft. Ook de meester wil je mee naar huis nemen en vervolgens uitdelen aan alle schoolklassen. Tenslotte is het haar mise-en-page: het vloerkleed waaromheen de kinderen zitten te vertellen wordt uitgebreid met ware zonnestralen (zo'n bijzondere keuze, en het wérkt), de manier waarop ze mensen op het zebrapad toont, met al die menselijke rondingen op de strakke zwart-wit banen op de weg, en ook bijvoorbeeld een prachtige pagina met een uil: stralend wit vliegt hij in het pikkedonker, maar tegen zijn witte veren steken de levendigste groene grasjes af! Misschien zijn die beeldkeuzes voornamelijk intuïtief gemaakt door Praagman - wat een intuïtie dan! En misschien is het bewust - wat een durf dan!

maandag 15 april 2019

HET EI - Diet Groothuis & Ingrid & Dieter Schubert (Hoogland & Van Klaveren)

Een interessante nieuwe samenwerking: dichter Diet Groothuis schreef een prentenboektekst en de fameuze Ingrid & Dieter Schubert tekenden. Het ei verscheen bij Hoogland & Van Klaveren, een uitgeverij die staat voor mooie en soms gedurfde kinderboeken. Het ei is daar een sterk voorbeeld van.
De tekst kan gelezen worden als één lang gedicht. De zinnen lezen heerlijk voor en rijmen nu en dan onnadrukkelijk, precies genoeg om het verhaal met fijne klankkrammetjes bij elkaar te houden. Ik schrijf 'het verhaal', maar van een echt verhaal, met plot en zo, is geen sprake. Het is een denkende tekst die vertelt over de kiem van alles: het ei. Over het leven dat steeds weer tevoorschijn springt. Een filosofische ode, die indruk maakt door de verwoording en voor allerlei denkvuurtjes zal zorgen.

De platen van de Schuberts zijn navenant dromerig, denkend, kleurig, rijk. Ze getuigen van geschiedenis: in de zin dat ze meerdere lagen lijken te hebben, en diepte, maar ook zien we, zeker bij een paar keer kijken, steeds meer details, zoals (bijvoorbeeld in de plaat waar het gaat om de komst van vrouw en man op de aarde) referenties aan de allervroegste tekenen van menselijke beschaving en menselijke verbeelding.
Het ei overtuigt en brengt in woord én beeld een prentenboek dat klopt met zijn eigen onderwerp: iets dat over het alleroudste gaat en toch weer helemaal nieuw is.

zaterdag 16 maart 2019

DE VLOEK VAN DE VLIEGENDE OLIFANTES - Kate DiCamillo (Lannoo)

De Nederlandse titel van deze mooi gloeiende kinderroman is misleidend: dit is géén boek over circusartiesten. Datzelfde geldt voor de omslagfoto waarop we een meisje aan de trapeze zien, ook hiervan geen spoor in het boek. De hoofdpersoon van Louisiana's way home, zoals het boek oorspronkelijk heet, is Louise Olifante, een niet-circus-meisje dat opgroeide met haar, laten we zeggen, op z'n minst onorthodoxe oma. Die haar in het begin van het boek in een auto duwt en de grens van de volgende staat overgaat om aan 'de vloek' die de familie teistert te ontsnappen. Louise begrijpt niet precies wat er gebeurt, en dat duurt ook nog een tijd. Wat volgt is een zoektocht van het dappere, innemende meisje naar mensen die vriendelijk zijn, naar een plek om te blijven. Maar het boek eindigt prachtig warm - ik verklap niks.
De vloek van de vliegende olifantes is een van de vele bijzondere boeken van DiCamillo. Uiteraard merken we dat ook in de dialogen. DiCamillo-kinderen zeggen dingen als 'Ik ben op een tragisch moment van duisternis en wanhoop in een gat gevallen'. Dit keer is de hoofdpersoon verdwaalder dan ooit, maar blijkt haar beloning (en die voor de lezer) navenant. En let op de onvergetelijke bijpersonages - vintage DiCamillo!  

Dit boek werd vertaald door Harry Pallemans.