De kleine, eigenzinnige prentenboekuitgeverij Tiptoe Print, uit Brussel, vorig jaar nog verantwoordelijk voor het heel, heel prachtige Teddybeer Flora van Daisy Mrázková, bracht weer een boek uit, en dat is altijd goed nieuws.
Violeta Lópiz is de illustratrice van Waar mijn vrienden wonen, en zij is verantwoordelijk voor de grootste tover van dit boek. Het hoge formaat van deze uitgave leent zich goed voor haar hoge, imposante gebouwen, die toch niet afstandelijk aandoen. We zien bladzijden vol kleurrijke vlakken op kleurrijke verdiepingen, bladzijden vol op de een of andere manier vrolijke bakstenen, bladzijden met opeens een exuberant in de lucht priemende boom. De mensjes zijn klein en de kinderen nog kleiner. Het lijkt of ze verdwalen in al dat steen en glas, maar het tegendeel is waar. Dit boek toont een stad waarin geleefd wordt. Waarin vriendschappen bestaan.
De tekst van Cláudio Thebas is mooi ingehouden. We lezen de monoloog van een jongetje, dat we op de eerste pagina uit school zien komen. Normaal gesproken loopt hij met Anna Lucia mee naar huis, zegt hij, maar die zien we wegrennen. Waarom ze dat doet komen we pas op de laatste spread te weten - waar een heel mooie vertelboog wordt gemaakt, die ervoor zorgt dat je meteen terug gaat bladeren. Daartussenin vertelt het jongetje over nog wat andere vrienden, wier naam hij niet altijd kent, maar wél waar ze wonen. 'Vrienden hebben geen achternaam: vrienden hebben een adres.' Mooie, originele conclusie in een intrigerend kijkboek.
32 pagina's, leeftijd: 4+
Bestel dit boek bij je lokale boekhandel, of bestel het hier (Nederland) of hier (Vlaanderen).
Dit boek werd vertaald uit het Portugees door Annelies Beck.